FilmMagie-logo-white

The Zone of Interest

(2023,
USA, GBR, POL)
(2023,
USA, GBR, POL)
08 oktober 2024

Regisseur

Jonathan Glazer

Producer

James Wilson, Ewa Puszcyńska

Scenario

Jonathan Glazer

Acteurs

Christian Friedel, Sandra Hüller, Medusa Knopf, Daniel Holzberg

Cinematografie

Lukasz Żal

Montage

Paul Watts

Muziek

Mica Levi

Prijzen

Oscar Beste internationale film en Oscar geluid

Filmduur

105 min

Maak kennis met de familie Höss. Vader Rudolf gaat elke dag trouw naar zijn werk, als directeur van een nabijgelegen fabriek. Moeder Hedwig stuurt het huishouden aan en zorgt voor hun vijf kinderen. Hun vrije tijd brengen ze door in hun weelderige tuin (met zwembad), waar ze occasioneel een feestje geven. Of ze gaan picknicken bij de rivier, een uitgelezen plek om ook te zwemmen en te vissen.
Het is een idyllisch bestaan, maar er hangt een donkere schaduw over: de fabriek waarvan papa de leiding heeft, is het concentratiekamp van Auschwitz-Birkenau.
SS-Obersturmbannführer Höss was er bijna vier jaar kampcommandant. Hij stond bekend als extreem georganiseerd en doeltreffend, talenten die hij gebruikte voor de ‘Endlösung der Judenfrage’. Hij maakte van het kamp een gruwelijk efficiënte moordmachine, die honderdduizenden Joden en andere ongewenste individuen vernietigde. In 1947 werd hij voor zijn misdaden ter dood veroordeeld en opgehangen in Auschwitz.

Van die horror valt in ‘The Zone of Interest’ weinig of niets te zien, en toch is de film ervan doordrenkt. Daar zorgt de indringende geluidsband voor: een niet-aflatende achtergrond van industrieel gedreun, blaffende honden, geweerschoten en schreeuwende of gillende mensen.
Maar vooral de vreselijke onverschilligheid en ontkenning van de hoofdpersonages jaagt rillingen over je rug. Höss praat doodgemoedereerd met ingenieurs over de installatie van een revolutionair nieuw systeem ‘om ladingen te verwerken’ (lees: mensen te doden en te verbranden). Zijn vrouw Hedwig verdeelt kleren onder haar vriendinnen en poseert met een bontmantel, stukken die van vrouwelijke gevangenen zijn gestolen.

Monsters

Regisseur Jonathan Glazer (‘Sexy Beast’, ‘Under the Skin’), zelf van Joodse afkomst, liep al lang rond met het idee om een film te maken over de Holocaust, maar het lukte hem niet de juiste invalshoek te vinden. Pas toen hij de proefdruk van Martin Amis’ roman ‘The Zone of Interest’ in handen kreeg, zag hij hoe het kon.
Dat boek heeft het over het familieleven van een fictieve kampcommandant, gebaseerd op Höss. De vraag hoe mensen tot zulke daden konden overgaan, had Glazer altijd al beziggehouden. ‘Ik wou het hebben over hoe we allemaal tot geweld in staat zijn, waar we ook vandaan komen’, zei hij op het filmfestival van Cannes.
‘Ik vind het belangrijk de hoofdpersonages niet als monsters te tonen. Want de grote misdaad en tragedie is dat mensen dit andere mensen aangedaan hebben. Het komt ons goed uit om daar afstand van te nemen en te denken dat wij ons nooit zo zouden gedragen. Maar we zijn daar maar beter niet zo zeker van.’
Toen Glazer naar Auschwitz trok om research te verrichten ontdekte hij een ander element: hoe dicht het huis van de commandant en zijn gezin bij het kamp lag. Aan de ene kant van een hoge muur had je de fraaie tuin, aan de andere kant zag je de daken van de barakken en de torens van de verbrandingsovens.
‘Het was een verbijsterende vaststelling’, gaat de cineast verder. ‘Op dat moment wist ik dat ik aandacht wou besteden aan die muur, die het kamp afscheidde van het lieflijke leven dat de familie Höss gebouwd had voor zichzelf, letterlijk op de beenderen van de slachtoffers. Die muur werd een manifestatie van de dingen die we onszelf voorhouden, de manier waarop we de realiteit compartimenteren zoals het ons uitkomt.’ Niet iedereen in de film blijkt dat even goed te kunnen, wat je kan afleiden uit het gedrag van Hedwigs moeder en een van de dochters van het gezin.

‘Het zit ook nu overal’

‘The Zone of Interest’ onderstreept dat vakjesdenken door het dagelijkse leven van de hoofdfiguren in al zijn banaliteit te tonen. De camera registreert gewoon, meestal op een afstand, zonder franjes of nadruk. Glazer laat alleen occasionele flitsen van perverse poëzie toe, zoals het shot waar de oplichtende sigaar van Höss op zijn balkon lijkt te communiceren met de vlammende schoorsteen van de verbrandingsoven op de achtergrond.
Een paar keer schakelt hij over naar een nachtcamera, om een ontroerende daad van verzet te tonen die zich in het donker afspeelt. Je zit er ademloos naar te kijken, ook al is de eigenlijke plot beperkt, op een cruciale ruzie tussen Rudolf en Hedwig na.
Die aanpak geeft de film ook een opvallend eigentijds gevoel, alsof alles zich voor onze ogen afspeelt. ‘We hebben er alles aan gedaan om deze film in de tegenwoordige tijd te vertellen’, zegt Glazer. ‘Elk departement, elke medewerker, al onze artiesten en technici hielden dat in gedachten. De film mocht vooral geen museumstuk worden, over iets wat lang geleden is gebeurd en wat we op het gemak kunnen bestuderen. We moesten het presenteren met urgentie en ongerustheid.’
De reden voor die ongerustheid: het kan altijd opnieuw gebeuren. Toen Glazer aan zijn vader vertelde dat hij een film over Auschwitz wou maken, antwoordde de man: ‘Waarom? Laat het rotten!’ Waarop Glazer reageerde: ‘Het rot niet. Het is niet eens dood. Lees de krant. Het zit overal.’

Ruben Nollet in De Tijd 30/01/2024