Oakes Fegley, Julianne Moore, Millicent Simmonds, Michelle Williams, Jaden Michael, Tom Noonan, James Urbaniak, Amy Hargreaves
Cinematografie
Ed Lachman
Montage
Affonso Gonçalves
Muziek
Carter Burwell
Prijzen
International Cinephile Society Award Cannes 2017
Filmduur
117 min
Films mogen meer dan mensen. Niemand heeft het recht om een vreemde woning binnen te dringen; films daarentegen hebben wél het recht om ongevraagd de ziel binnen te dringen. Zo werden wij onlangs – totaal onverwacht – helemaal vervuld met het droomstof dat ‘Wonderstruck’ over ons uitstrooide.
De nieuwe, op een boek van Brian Selznick gebaseerde film van Todd Haynes (‘Carol’) bestaat uit twee verhaallijnen.
De eerste lijn – een poster van ‘Starsky & Hutch’ en een vintage TEAC-cassettedeck geven aan dat we diep in de jaren 70 zitten – concentreert zich op Ben, een sinds een wel héél ongelukkige blikseminslag doof geworden jongen die na de dood van zijn moeder in zijn eentje vanuit Minnesota naar New York trekt in de hoop zijn vader te vinden.
Daarnaast volgen we Rose, een eveneens doof meisje dat in 1927 in dezelfde metropool op zoek gaat naar haar moeder, een bekende actrice. Het bijzondere is dat Haynes het wedervaren van Rose heeft verfilmd op de manier van de stille film: zonder dialogen en in zwart-wit (zeg trouwens nooit stomme film: Vrouwe Cinema verdraagt zulke beledigingen niet).
In het middenstuk laat Haynes het gesproken woord trouwens ook in het jaren 70-verhaal bijna helemaal wegvallen, en schraagt hij de beelden bijna uitsluitend met een betoverende mix van muziek en straatgeluiden.
Nu zou de indruk kunnen ontstaan dat Haynes het met die twee dove hoofdpersonages iets te ver is gaan zoeken en dat zijn keuze om met zwart-wit te werken niets meer is dan een gimmick. Maar neen: hoe ongewoon zijn aanpak ook moge zijn, op geen enkel moment voelt het geheel onnatuurlijk of gekunsteld aan; vorm en inhoud vallen perfect samen. De twee verschillende verhaallijnen stellen Haynes ook in staat om tot tweemaal toe een magnifieke ode te brengen aan the Big Apple. Terwijl Ben zijn weg zoekt in het New York van de gore seksbioscopen (op de affiche: ‘Captain Lust’), de uitzinnige kroeskapsels en de naar kots en pis stinkende busstations, bewegen we ons samen met Rose doorheen een parallelle dimensie van oldtimers, bobkapsels met ’n slag en wolkenkrabbers die (toen nog) hoopvol naar de hemel reikten. Haynes’ vaste director of photography, Edward Lachman, pakt hier en daar uit met prachtige shots (de uitgestrekte arm van Julianne Moore in de storm! Al die paraplu’s die bij het verlaten van de bioscoop openklappen!), maar het is pas wanneer Haynes de twee verhalen met elkaar begint te vervlechten dat de ontroering écht toeslaat. A propos: hoe mooi is het toch om Tom Noonan, die schitterende acteur die zijn hele carrière lang bijna alleen maar seriemoordenaars en weirdo’s heeft vertolkt (onder meer in Michael Manns ‘Manhunter’) eens in de rol van een gewone boekverkoper te zien.
Het onvergetelijke hoogtepunt volgt in de laatste tien minuten, wanneer de hele film verandert in een magisch wonderkabinet vol herinneringen – en wat we daarmee bedoelen, moet u zelf maar bekijken. Voor wie het in deze donkere eindejaarstijden altijd een beetje lastig heeft: deze film is de vriend die u er doorheen zal helpen.