Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Liefde voor jazz creëert monster
Hoe ver is te ver? De muziekleraar uit de opzwepende en venijnige film ‘Whiplash’ is er rotsvast van overtuigd dat hij de roede niet mag sparen om talent te laten ontluiken. Het levert een drama op dat de kijker vakkundig de keel dichtknijpt.
Beste mannelijke bijrol. Beste scenario. Beste montage. Beste geluidsmontage. En vooral: beste film. De vijf categorieën waarin ‘Whiplash’ volgend weekend meedingt naar de Oscars zeggen alles over het onwaarschijnlijke parcours dat het kleinschalige jazzdrama heeft afgelegd sinds het begin vorig jaar op het Sundance-festival in wereldpremière ging. De film heeft dan ook veel meer om het lijf dan enkel het verhaal van een jonge kerel die een grote jazzdrummer wil worden, net zoals Scorseses ‘Raging Bull’ – een van de grote voorbeelden voor regisseur Damien Chazelle – veel meer was dan het verhaal van een ambitieuze bokser.
Chazelle (30) vond de inspiratie voor ‘Whiplash’ in zijn eigen jeugd. In zijn tienerjaren speelde hij op school in New Jersey zelf drums in een jazzband. Hij had naar eigen zeggen aanleg, maar de ervaring was ook een nachtmerrie, met dank aan een enkele persoon: de dirigent. ‘Die man had het idee dat hij zich moest spiegelen aan een professionele band om het beste uit ons te halen’, vertelt Chazelle. ‘Het gevolg was dat er een vijandige en competitieve sfeer hing in het repetitielokaal, ook al omdat die dirigent zich zo snoeihard opstelde. Ik heb het er vier jaar uitgehouden en al die tijd zat mijn keel dicht van de angst. Van plankenkoorts had ik geen last, maar ik was doodsbang dat ik iets zou doen wat mijn dirigent niet zou zinnen.’
Tiranniek
Toen Chazelle het plan opvatte om films te maken, kwam die herinnering al snel bovendrijven. Het personage van de angstaanjagende leraar was de ideale figuur om een verhaal rond te bouwen, in dit geval gesitueerd in een New Yorkse muziekhogeschool, te vergelijken met de befaamde Juilliard School. Daar hoopt de jonge Andrew (gespeeld door Miles Teller) een uitstekende jazzdrummer te worden en hij wordt ook opgenomen in de band van de gevreesde Terrence Fletcher (rol van J.K. Simmons).
Aanvankelijk geniet Andrew diens goedkeuring, maar het duurt niet lang voor Fletchers tirannieke kanten zichtbaar worden. ‘Mijn dirigent van toen heeft model gestaan voor Fletcher, al heb ik zijn limieten nog wat verlegd’, stelt Chazelle. ‘Ik heb er bovendien elementen van bekende, hardvochtige jazzmensen in gestopt, zoals Buddy Rich, Harry James, Benny Goodman en Miles Davis. De jazzgeschiedenis heeft geen gebrek aan bandleiders die voorwerpen naar hun muzikanten gooiden, hen de huid vol scholden of klappen uitdeelden.’
De voornaamste reden waarom Chazelle dit verhaal heel graag wou vertellen – en meteen ook een van de redenen waarom ‘Whiplash’ tot de verbeelding spreekt – is dat het vernederende gedrag van de leraar niet noodzakelijk destructieve gevolgen had. ‘In mijn geval leidde de angst ertoe dat ik me kapot oefende en op den duur echt goed werd’, verduidelijkt de cineast. ‘Angst kan onmiskenbaar motiveren. De vraag is alleen of het doel altijd de middelen heiligt. Fletcher pakt zijn studenten zo onverbiddelijk aan omdat hij ervan overtuigd is dat hij op die manier het kaf van het koren zal scheiden en er de echt grote talenten kan uitpikken. Dat is ook een van de weinige menselijke kanten die hij laat zien. Voor hem telt uiteindelijk enkel de liefde voor jazz. Jammer genoeg is hij daardoor een monster geworden.’
Ambigu
Op welk moment Fletcher precies over de schreef gaat, is een vraag die elke kijker voor zich moet beantwoorden. Het geeft ‘Whiplash’ een welgekomen ambiguïteit die de film onderscheidt van de meeste sportfilms, een genre waarmee hij meer dan één raakvlak heeft. Waar zulke verhalen het doorgaans hebben over personages die het tegen alle verwachtingen in en met de steun van een wijze mentor tot kampioenen schoppen, kiest Chazelle een pad dat veel minder voor de hand ligt. Het lijdt geen twijfel dat hoofdfiguur Andrew talent heeft en dat zijn voortdurende aanvaringen met Fletcher zijn persoonlijkheid vormen. Maar het is lang niet duidelijk of hij daardoor ook een beter mens wordt.
Met de hulp van twee sterke hoofdacteurs en met een aanstekelijk gevoel voor ritme heeft Chazelle voor nog geen 3 miljoen euro een intens drama gecreëerd dat knettert als een hoogspanningskast en toewerkt naar een onweerstaanbare climax.
Ruben Nollet in De Tijd, Wed. 18 Feb. 2015
zue ook FilmMagie nr. 652
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!