FilmMagie-logo-white

Villa des Roses

(2002,
België)
(2002,
België)
7 januari 2003

Regisseur

Frank Van Passel

Producer

Dirk Impens & Rudy Vaerzyck

Scenario

Christophe Dirickx en Frank van Passel op basis van de roman van Willem Elsschot

Acteurs

Julie Delpy, Shaun Dingwall, Harriet Walter, Shirley Henderson, Timothy West, Frank Vercruyssen, Jan Decleir

Cinematografie

Jan Vancaillie

Montage

Ludo Troch en Karin Vaerenberg

Muziek

Paul M. van Brugge

Prijzen

Filmduur

1187 min

Synopsis

Wereldoorlog op huiskamerformaat: Kort nadat de jonge weduwe Louise Créteur is aangenomen als dienstbode valt ze voor de charmes van de Duitse schilder Richard Grünewald. Het einde van hun verhaal, over de grenzen van nationaliteit en klasse heen, valt samen met het startschot van de Eerste Wereldoorlog.

Verhaal  en  achtergrond

Regisseur Frank Van Passel las Willem Elsschots Villa Des Roses toen hij veertien was. Met lange tanden, herinnert hij zich. Iets meer dan twintig jaar later heeft hij er vol inzet en enthousiasme een van de mooist gefotografeerde Vlaamse films van gemaakt. Van Passel had Villa Des Roses herlezen en besefte met een schok dat het boek helemaal niet over oude mensen ging die in een verweerd pension in Parijs leefden. Wel over twee jongelui, Richard Grünewald en Louise Créteur, die verliefd worden terwijl de Groote Oorlog er aan komt. Van Passel vond dat Richard en Louise zijn buren konden zijn. En dat het Parijs uit het begin van de twintigste eeuw hun pijnlijke liefdesverhaal een eigen dynamiek gaf. In zijn ogen leefden zij in een magische stad en in een wonderlijke tijd. Om die dynamiek te optimaliseren, verplaatste de regisseur hun verhaal van 1903 naar 1913. Niet alleen om de ondergang van de Titanic in het scenario te smokkelen, maar ook om de artistieke bevrijding van Parijs in het geheel te verwerken. Het was de tijd van Igor Strawinsky, Claude Debussy, Pablo Picasso. Georges Méliès ontdeed de film van zijn documentaire trekjes. Sindsdien speelden cineasten niet langer een koninklijke bruiloft na, maar trokken met een raket naar de maan. De verbeelding kwam voor het eerst aan de macht. En het bevrijdende daarvan vond Van Passel terug in het boek.

In de film is Louise Créteur minder een slachtoffer dan in het boek. Ze is niet langer verliefd, verloofd, verlaten. Ze weet goed waaraan ze begint als ze op Richard Grünewald valt. Haar ultimatum “als je mij geen eeuwige trouw belooft, moet je snel van hier verdwijnen” getuigt volgens Van Passel wel van naïviteit. De woorden ‘trouw tot de dood’ weerklinken geregeld in en buiten de Villa Des Roses. “Dat zouden ze allebei wel willen, maar ze kunnen elkaar niet eens in de ogen kijken”, zegt Van Passel. “Zo ver drijven ze het spelletje van afstoten en aantrekken. Ze zijn te verschillend, hun gevoelens lopen niet synchroon. Richard Grünewald loopt weg van zichzelf en Louise durft niet naar hem toe. Schreeuw dan maar trouw tot de dood”, zegt Van Passel.

Geschiedenis

In een film die zich afspeelt in het Parijs van 1913 en waarin de nationaliteiten van de personages half Europa beslaan, is historische symboliek haast onvermijdelijk. Frank van Passel zet de toon voor Villa Des Roses al meteen in het door een granaatinslag vervormde openingsshot van een modderige loopgraaf. De twee uur film die hierop volgen tonen de opmaat voor W.O. I op huiskamerformaat. Het pension Villa Des Roses uit de titel staat model voor het moreel failliete Europa. Het is een bouwval die kraakt en piept en die bij ieder teken van de moderne tijd – hier in de vorm van de oprukkende Parijse metro – staat te schudden op zijn grondvesten. De bewoners van het hotel zijn archetypische vertegenwoordigers van hun landen: een excentrieke Scandinaviër, een machtsbeluste Duitser, een opportunistische Ier, de Britse eigenaars die dit stukje Parijs tot Engels grondgebied hebben verklaard en er in ‘splendid isolation’ leven, giechelende Hongaarse hoertjes met een leven in de periferie en een Franse dienstmaagd met weinig zelfvertrouwen. Maar Villa Des Roses is meer dan een historische allegorie. De dramatische motor van de film wordt gevormd door een ongelukkige liefdesgeschiedenis. Kort nadat de jonge weduwe Louise Créteur is aangenomen als dienstbode valt ze voor de charmes van de Duitse schilder Richard Grünewald.

Regie en techniek

Voor Villa Des Roses baseerde Frank van Passel, maker van Manneken Pis, zich op de gelijknamige roman van Willem Elsschot. Villa Des Roses zit vol technische hoogstandjes zoals de camera die via de buizen van het ouderwetse intercomsysteem van locatie naar locatie zoeft, een uitgekiend spel met subtiel van kleur veranderend licht en tussenshots waarin de skyline van Parijs te zien is als een in bloed gedoopte ansichtkaart met postzegel en stempel. Ondanks de speellengte van maar liefst twee uur en een sterke cast – Julie Delpy speelt de bleke en breekbare Louise en krijgt tegenspel van Shaun Dingwall – blijft de liefdestragiek afstandelijk.

Van Passel vertaalt de historische achtergrond in sprookjesachtige filmbeelden en in de tweedimensionale beelden die hij van Parijs toont. Het gaat om postkaarten die door de computer gemaakt werden. Baz Luhrmann gebruikte iets dergelijks in zijn bruisende Moulin Rouge. In tegenstelling tot Luhrmann stapt Frank Van Passel niet in zijn postkaarten. Hij etaleert ze met een naïef aandoende terughoudend-heid. Het gaat om knip- en plakwerk zonder precieze documentaire waarde.

Terwijl Elsschot zijn taal als motor van zijn verhaal gebruikt, moet Van Passel het met een camera rooien. Zo zit de Villa Des Roses vol spreek- en kijkbuizen. De bewoners houden ervan om elkaar te bespieden. Daarom kruipt de camera van Van Passel eveneens door de muren van de villa. Het draait daarbij haast uit op een duel tussen de persoonlijkheid van de schrijver Elsschot en die van de cineast Van Passel. Van Passel, die zeker niet in Elsschots schaduw wil staan, is niet te beroerd om dat duel aan te gaan. Hij kan daarbij op een formidabele technische ploeg rekenen, met onder meer een uitstekende cameraman als Jan Vancaillie en een costumière als Kristin Van Passel. Met zijn allen ontwikkelen ze een eigen filmtaal. Het resultaat mag er zijn.

                                                            Nico Krols, medewerker kfl antwerpen