FilmMagie-logo-white

Urga

(1991,
USSR, FR)
(1991,
USSR, FR)
21 april 1992

Regisseur

Nikita Mikhalkov

Producer

Michel Seydoux

Scenario

Nikita Mikhalkov & Roustam Ibraguimbekov, naar een idee van Mikhalkov

Acteurs

Badema=Pagma, Bayaertu=Gombo, Vladimir Gostukhin=Sergeï, Babouchka=grootmoeder, Larissa Kuznetsova=Sergeï’s vrouw

Cinematografie

Villenn Kaluta

Montage

Joelle Hache

Muziek

Eduard Artemiev

Prijzen

Filmduur

120 min

Regisseur Nikita Mikhalkov

Deze Russische cineast is in het Westen bekend door prenten als VIJF DAGEN UIT HET LEVEN VAN OBLOMOV, SIBERIADE en vooral het bekroonde ZWARTE OGEN = OCI CIORNIE met Marcello Mastroianni, naar enkele verhalen van Tsjechov. Deze laatste film werd enthousiast ontvangen op et filmfestival van Cannes in 1987. Vier jaar later wint de jongste film van Mikhalkov URGA de Gouden Leeuw (Venetië 1991). Opgegroeid in een omgeving van dichters, schilders en muzikanten was kunst – zo getuigt Mikhalkov – voor hem hetzelfde als ademhalen. Jarenlang werkte hij in de schaduw van zijn tien jaar oudere halfbroer Andrei Konchalovsky die o.a. het epos SIBERIADE maakte. Op een bepaald ogenblik heeft Andreï Tarkovski bij hen ingewoond omdat hij samen met Konchalovsky aan het scenario van ANDREI ROEBLEV werkte. Konchalovsky heeft zich intussen voorgoed in het Westen gevestigd om aan de Sovjetbureaukratie te ontsnappen.

Nikita Mikhalkov is honderd procent Rus gebleven. Om zijn jongste film te draaien ging hijzelf een tijdlang in de Mongoolse steppe wonen. URGA is een liefdevolle ode geworden aan een eenvoudige, levensblije familie, die nog in volstrekte harmonie leeft met de natuur. Sinds enkele jaren zijn alle films uit de vroegere Sovjetunie bittere aanklachten tegen het corrupte communistisch systeem. URGA valt volledig buiten deze tendens. “Mijn houding tegenover het systeem, zegt Mikhalkov, kun je horen uit de mond van de Russische vrachtwagenchauffeur Sergeï in mijn film: hij vertolkt mijn standpunt terzake. Verder interesseert het mij geen barst films te maken over zaken waartegen ik gekant ben. Talloos zijn de kleine vreugden in het leven. Ook in de kampen hebben gevangenen zich verschillend gedragen: er zijn er die altijd bleven hopen en glimlachen tot in de ergste omstandigheden.”

Scenario

Het woord “urga” staat voor de stok en de daaraan hangende lus waarmee de veehoeders in de Mongoolse steppe de dieren vangen. Maar er is ook een meer symbolische betekenis: als man en vrouw te midden van de steppe vrijen laten ze een dergelijke lasso rechtop staan. Wie voorbij komt weet dat hij een grote boog rond de “urga” moet maken. Urga is dus ook symbool voor liefde, duidt het territorium van de liefde aan.

In een wilde achtervolging te paard maken we kennis met de Mongool Gombo en Pagma. Zij hebben reeds drie kinderen en volgens de Chinese wetgeving mogen zij er geen vierde bij krijgen. Aan de etnische minderheid van de Mongolen is dit voorrecht – drie kinderen – toegestaan. terwijl Chinese koppels zich moeten beperken tot één kind.

Gombo en Pagma leven gelukkig midden de eindeloze steppe in een primitieve beschaving; af en toe krijgen ze bezoek van oom Bajartou. die meer zat dan nuchter is. Op zekere dag sukkelt de Rus Sergeï oververmoeid. met zijn vrachtwagen bijna in een ven. Hij zoekt naar hulp en vindt een lijk in ontbinding. Gombo hoort zijn geroep en nodigt hem gastvrij uit in zijn tent voor avondmaal en overnachting. Hoewel Gombo geen woord Russisch kent en Sergeï geen woord Mongools ontstaat er vriendschap tussen beiden.

’s Anderendaags raadt Pagma haar man aan mee naar de stad te reizen om daar condooms te kopen. Eenmaal in de apotheek aarzelt Gombo: kan hij het woord condoom wel uitspreken bij een vreemde vrouw? Nadien verkent Gombo rustig de stad en gaat eens uit met Sergeï. Hij reist terug naar huis met geschenken: een TV, een fiets. … maar geen condooms. Zou een vierde kind echt zoveel kwaad kunnen? Dengis Khan. hét archetype van de Mongoolse verbeelding. was toch ook een vierde kind!

Bespreking

Nikita Mikhalkov zingt in URGA de lof van de primitieve. landelijke beschaving, waar mens en natuur een vanzelfsprekende eenheid vormen. Vandaar dat zelfs doden niet begraven worden maar voor de gieren klaar gelegd worden.

Als de dode grootvader door de vogels wordt opgegeten is dat een teken dat hij een goed mens was. Maar alleen Gombo en de grootmoeder zijn nog natuurmensen; Pagma is aangetast door de beschaving: zij studeerde zes maanden in de stad. Ze heeft weet van voorbehoedmiddelen. Ze raadt haar man aan naar TV te kijken als hij in de stad komt om wijzer te worden. Maar Gombo verkiest de paardjesmolen; dit is een van de vele relativerende taferelen vol humor.

Op subtiele manier toont Mikhalkov in zijn film de tegenstelling tussen de stad en het platteland: wanneer Gombo een libel heeft gevangen en zijn zoontje wil laten genieten van de ‘muziek’ die het diertje maakt, wordt de aandacht van het kind verstoord door het piepend geluid van een rubberen speelgoedpoppetje waarmee zijn moeder staat te zwaaien.

De hele film door overheerst de poëzie van het fascinerende steppedecor. Het groengele heuvelend landschap ademt de lust van een eindeloze uitgestrektheid.

De wijze waarop de cineast de band tussen de nietige mens en de overweldigende natuur bijna fysiek tastbaar maakt doet denken aan DERZU UZALA van Kurosawa. Het filmverhaal wordt op gang gebracht door het unieke personage van Sergeï. de Russische vrachtrijder. Hij is voor de kijker de gids. Door zijn ogen zien wij de traditionele leefgewoonten van het gezin Gombo en Pagma.

Speciaal voor hem wordt een schaap ritueel geslacht, met veel eerbied voor het dier. De maaltijd verloopt sfeervol: zwijgende Mongolen en een uitbundige Rus, die door muziek en vodka nog spraakzamer wordt. De taalbarrière valt weg. Aangekomen in de vale industriestad verliest de film veel van zijn poëzie, het personage van Gombo moet gedeeltelijk wijken voor dat van Sergeï, de ontheemde Rus, een vat vol nostalgie. Als Gombo terugrijdt naar zijn tent, bepakt met fiets en TV-toestel, overvalt hem een droom: Dengis Khan in eigen persoon beveelt hem het beeldscherm met Rambo in beeld te vernietigen. Mikhalkov benadrukt nogmaals hoe de typische eigenheden van de Mongoolse levenswijze dreigen teloor te gaan door de alles nivellerende Amerikaanse TV-cultuur. De ongerepte groene natuur wordt bedreigd door een schoorsteen die vuile rook uitbraakt. Toch is er toekomst: de vierde telg van Gombo en Pagma zal op Dengis Khan gelijken.

Samengelezen door Paul De Vries. aalmoezenier KFL-Antwerpen