FilmMagie-logo-white

Tuya's Marriage (Tuya de hun shi)

(2006,
China)
(2006,
China)
12 februari 2008

Regisseur

Wang Quan An

Producer

A-Film Distribution, Arsenal, China Film Group, Discovery Films, Frenetic Films, Golem Distribución, Lucky Red, Maxyee Culture Industry, Maywin Media, Xian Motion Picture Company/Jugang Yan

Scenario

Wei Lu, Wang Quan An

Acteurs

Yu Nan (Tuya), Bater (Bater), Sen’ge (Sen’ge), Zhaya (Zhaya)

Cinematografie

Lutz Reitemeier

Montage

Wang Quan An

Muziek

Prijzen

Gouden Beer van Berlijn 2007

Filmduur

86 min

Portretten van sterke Chinese vrouwen: we kennen ze van films als Qui JuJu Dou of Het rode korenveld. Toevallig of niet zijn het allemaal films van Zhang Yimou met zijn muze Gong Li. Zo speciaal als hun relatie actrice-regisseur was, zo bijzonder is ook die tussen regisseur Wang Quan An en zijn fetisjactrice Yu Nan (dit is hun derde film samen). In het met de Gouden Beer bekroonde komische drama tuya’s marriage wordt er gefocust op Tuya, een dik ingeduffelde boerenvrouw die samen met haar man en twee kinderen in de afgelegen Mongoolse steppe woont. Omdat haar man verlamd is, staat ze er alleen voor. En als Tuya het van de dokter rustiger aan moet doen, ontstaat een dilemma. Wie zal nu de schapen hoeden, het huishouden runnen of de tochten per kameel afleggen om water te halen? In samenspraak met haar echtgenoot besluit ze om te scheiden, zodat ze een nieuwe man kan vinden, die haar met het harde werk kan helpen. Ze heeft echter één voorwaarde: wie haar als bruid wil, moet er ook de kosten en de zorgen voor haar eerste echtgenoot bij nemen.
Hoewel Tuya’s Marriage er bedrieglijk documentair uitziet, is dit licht satirische drama ook visueel indrukwekkend. Al komt die pracht vooral voort uit de manier waarop de Duitse cameraman Lutz Reitemeier de mooie berglandschappen van Binnen-Mongolië fotografeert.
Ondanks de aandacht voor de lokale traditie en cultuur wordt deze kroniek nooit antropologisch. Het scenario van farewell my concubine-scenarist Lu Wei laat veel ruimte voor humor en de scènes waarin de kandidaat-echtgenoten per paard, motor of Mercedes aankomen, zijn goed voor een glimlach. De film brengt in de eerste plaats echter een hommage aan de koppige liefde, de in zijn bestaan bedreigde eeuwenoude Mongoolse nomadencultuur en de stille tranen van de vastberaden Chinese vrouw.

Gouden Beerlaureaat Wang Quan An over zijn ‘eerste echte’ film ‘Tuya’s Marriage’

Van The Story of the Weeping Camel tot het Belgische Khadak: de jongste jaren duiken er regelmatig films op die een alarmerend beeld schetsen over het verdwijnen van de Mongoolse nomadencultuur. Ook in Tuya’s Marriage wordt die problematiek subtiel aangekaart.
De overlevingsstrijd van herdersvrouw Tuya in het door verzanding aangetaste steppegebied in Centraal-Azië staat symbool voor de situatie van duizenden herdersfamilies. De lokroep van de stad en het snel verdiende geld zorgen ervoor dat de joerten, kamelen en schapenkuddes almaar sneller uit het steppebeeld verdwijnen.
Regisseur Wang Quan An benadrukt dat hij Tuya’s Marriage vooral heeft willen maken als een getuigenis, een portret van een maatschappij voor ze definitief verdwenen is. “Als je de geschiedenis bekijkt, zie je een evolutie. Eén waartegen je niet kunt vechten”, aldus Wang Quan An. “Maar ik vraag me af of er geen betere manier van ontwikkelen is. Astronomisch hoge winsten en een grotere productie zijn een holle overwinning als je de tradities en de geschiedenis vergeet. Het Mongolië in de film kun je al niet meer vergelijken met het Mongolië van vroeger. Toen leefden er veel meer mensen en was alles groener. Door de exploitatie is de vervuiling toegenomen en dat heeft zo zijn gevolgen voor de natuur. Als Mongolië naar zijn oorspronkelijke staat zou willen terugkeren mag je rekenen op ongeveer vijftig jaar.
Maar Wang Quan An vindt dat we om nog een andere reden op een cruciaal punt beland zijn. “De joert en de hoeve waarin we gefilmd hebben, maakten deel uit van de laatste resten van wat ooit een dorp was. Iedereen is naar de stad getrokken. Maar veel boeren en herders hebben het moeilijk om zich aan te passen. Sommigen plegen zelfmoord omdat ze radeloos zijn. In die zin lijkt hun parcours een beetje op dat van de indianen. Een recente evolutie in Binnen-Mongolië is echter dat er nu een veel hechtere samenleving is tussen de Han-Chinezen, moslims en Mongolen. Dat had je honderd jaar geleden niet. Het is tragisch dat nu ook dat aan het verdwijnen is. Maar wat mij nog het meest interesseert, zijn niet die veranderingen zelf, maar wel hoe de mensen ermee omgaan.
Precies zoals zovele andere cineasten van zijn generatie – Wang Quan An is van 1965 en behoort tot de zogenaamde ‘zesde generatie’ – is ook Quan An beïnvloed door het Italiaanse neorealisme. Zijn film heeft de realistische look van een documentaire, wat nog versterkt wordt door de casting van bijna allemaal niet-professionelen. Toch ziet Quan An zijn film niet als een reactie tegen de vijfde generatie, de generatie van Zhang Yimou, Chen Kaige en co. “Er is nu gewoon veel meer interesse om een realistisch beeld van China te tonen“, aldus Quan An. “Noem het een natuurlijke evolutie.

Dat streven naar meer realisme wil evenwel niet zeggen dat Quan An niet met kleuren speelt of geen oog heeft voor de picturale kwaliteiten van het Mongoolse berglandschap. In sommige scènes steken de felgekleurde hoofddoeken van de vrouwen schril af tegen het donkerblauwe-grijze natuurlandschap, terwijl de bergen en bergkloven zelfs herinneren aan de iconografie van de western. “Ik ben een fan van de zuivere, sobere western. Die van Sergio Leone en Clint Eastwood. Toch ben ik niet vertrokken vanuit het idee een western te maken. Het is een toeval, omdat het landschap en ook de manier van leven nogal identiek is. In Mongolië heb je ook veel sterke vrouwen die paardrijden. Veel Chinese regisseurs die naar mijn film kijken zijn verbaasd over het beeld dat ze van Mongolië krijgen. Het strookt niet echt met wat ze in gedachten hadden. In die zin ben ik in mijn opzet geslaagd en heb ik het cliché van Mongolië kunnen doorbreken. En wat de hoofddoeken betreft, die lijken inderdaad als kleurrijke bloemen in een desolaat landschap.

Quan Ans moeder werd in de regio geboren waar de film gedraaid is. De regisseur zelf groeide op in Yanan, een stad op 200 kilometer van Binnen-Mongolië. Zijn vader was een regeringsambtenaar die les gaf in marxisme en leninisme. Later trok Quan An naar Peking om er filmregie te studeren. Zijn eerste films waren vrij kunstzinnig. Zijn moeder moest er dan ook niets van hebben. “Ik dacht toen dat ik juist bezig was, omdat ze mijn films afwees, want kunstzinnige films zijn toch niet voor de gewone man of vrouw uit de straat. Maar Tuya’s Marriage vond ze wel goed. Eerlijk gezegd, ik heb nu pas mijn eerste echte film gemaakt. Weet je, China is nog een echt mannenbastion, zeker op het platteland. In het algemeen zijn de vrouwen er sterker dan de mannen. Ze moeten elke dag strijd voeren om hun familie te onderhouden. Iedereen is altijd vol bewondering voor de grootste daden van de man, maar zodra je naar het dagelijkse leven kijkt zie je dat de vrouwen het echte gevecht voeren.

Recensie en interview door Luc Joris in De Morgen 26 september 2007