Het is vooral de openingssequens die tout un hiver sans feu onderscheidt van een doordeweeks melodrama. Woordenloos en elegant in beeld gezet vertelt de regisseur hoe een boerenkoppel een tragedie is overkomen. Zglinski leunt niet op het in beeld zetten van de brand waarin hun dochtertje is omgekomen of op het tonen van romantische flash backs waarin het dochtertje ronddartelt. Hij toont wel het driewielertje dat in de puinhoop van de afgebrande stal is achtergebleven. Die afstandelijke stijl houdt hij verder aan in de rest van de film.
Laure en Jean doen alles om de dood van hun vijfjarig dochtertje niet ter sprake te brengen.
Ze verdringen hun trauma in plaats van het te verwerken.
In de brand zijn ook de meeste van Jeans koeien omgekomen. Daarom gaat hij in een staalfabriek bijverdienen en raadt hij zijn ineengestorte vrouw Laure aan zich te laten opnemen in een psychiatrische kliniek.
Op zijn nieuwe werk leert hij de Kosovaar Kastriot kennen die gevlucht is voor de oorlog. Jean leert ook diens zus Labinota kennen. Wanneer Laure zonder medeweten van Jean bij haar possessieve zus intrekt, ontstaat een verdere toenadering tussen hem en Labinota.
Het blijft bij een platonische liefde, gebaseerd op wederzijdse herkenning van elkaars problemen.
Regisseur Zglinski probeert een parallel te trekken tussen de particuliere tragedie van Jean en Laure en de oorlogstragedie van de Kosovaren. Hij wendt veelvuldig symboliek aan in zijn beelden zoals de zwarte kraaien tegen het maagdelijk witbesneeuwde berglandschap.
Het winterse landschap zegt alles over de stand van zaken in de relatie tussen Jean en Laure. Niet toevallig werkt Jean in een staalfabriek waar hij zijn irrationele angst voor vuur, sinds zijn dochter’s dood, moet overwinnen. De fabriek met de warme gloed van smeltend staal is tevens de plek waar Jeans bevroren gemoedsgesteldheid zal ontdooien.
Dankzij de warme geborgenheid en levensenergie van de Kosovaarse familie herstelt Jeans mentale veerkracht.
En hoewel de schuldvraag over de dood van het dochtertje boven de hoofden van het koppel hangt, drijft de verbitterde zus van Laure het te ver wanneer ze Jean beschuldigt voor de dood van het dochtertje. Zowel Laure als Jean lijken stilaan te beseffen dat aan hun relationele en gevoelsmatige winterslaap een einde zal komen.
tout un hiver sans feu kan vooral bogen op de sterke prestaties van Aurélien Recoing en Blerim Gjoci die allebei een diep verborgen verdriet lijken mee te dragen onder hun stoere uiterlijk.
De Poolse cinematograaf Witold Plóciennik verrichtte uitstekend werk met indrukwekkende beelden van het Zwitserse berglandschap en maakt prima gebruik van het dramatische licht van het vuur in de staalfabriek.
tout un hiver sans feu is een kleine, krachtige film die de helende kracht blootlegt van zelfvergeving tijdens een langzaam proces van aanvaarding van verlies.
Nico Krols, Boyd van Hoeij (europeanfilms.net)
Zie ook Filmmagie 557