Gegeven
TOUS LES M ATINS speelt zich in de barokperiode af maar dat maakt de film zeker niet tot een frivole bedoening. Marin Marais en Monsieur de Sainte Colombe staan centraal. Beiden zijn uitermate begaafde viola da gamba-spelers. Dat is een laag gestemde knieviool, zeg maar een voorvader van de hedendaagse cello. Monsieur de Sainte Colombe —we moeten wel ‘monsieur’ zeggen want men kent niet eens zijn voornaam of zijn exacte geboorte- of sterfdatum— bracht een zevende snaar aan op het instrument en vergrootte zo het bereik en de expressieve mogelijkheden. Marin Marais wordt geboren even nadat Jean-Baptiste Lully hofkomponist te Versailles is geworden (1656). Op zijn twintigste musiceert hij reeds aan het hof, hij componeert verscheidene operas en vijf boeken met ‘stukken voor Viola da gamba’.
Marais en Sainte Colombe zijn elkaars tegenpolen. Sainte Colombe, die met zijn beide dochters —maar nog liever alleen— musiceert, doet denken aan zo’n strenge calvinist, maar met een zeer diepgaande gevoeligheid. Als kunstenaar uit hij zijn gevoelens met zijn instrument, daar horen geen liflafjes, geen verdoezelingen bij: zuiverheid, daar is het om te doen. Geheel anders is Marin Marais, die in het nogal protserige gedoe van monarchie en Kerk zit en er zich aanvankelijk ook goed in zijn vel voelt.
Bespreking
TOUS LES MA TINS is een film die haast noodzakelijk voortvloeide uit het boek van Quignard die overigens ook meeschreef aan het scenario. Noodzakelijk omdat we de muziek nodig hebben.
Marin Marais is in de film aan het woord. Langzaam gaan we een zekere schroom, zelfs bewondering bij hem opmerken ten overstaan van Sainte Colombe die in het begin zijn leermeester was.
Naast de beide violisten neemt ook het thema van de dood een belangrijke plaats in. Zo verdwijnen heel subtiel alle levende elementen uit de natuur in de huiskamer. De gestrenge asceet die Monsieur de Sainte Colombe is, rouwt om zijn vrouw, maar zijn gemis maakt hem juist tot een groot(s) kunstenaar, die mensen bereikt tot over de grenzen van het leven. Wanneer hij in zijn hut ‘les pleurs’ speelt is zijn overleden echtgenote er, zwijgend en luisterend.
De sterfbedscene en de zelfmoord van de wanhopige Madeleine zijn voor Marais een keerpunt. Hij staat ten volle in de leven vierende, meer nog bejubelende gedachtenstroom en is blijvend geconfronteerd met Sainte Colornbe en diens haast ondraaglijke ernst van de muziek.
TOUS LES MATINS is geen makkelijke film. Er wordt geen woord te veel gezegd en wij moeten via de muziek naar de emoties peilen. Maar dit maakt de film juist wondermooi. Cineast Corneau filmde schitterende beelden: kleine schilderijtjes van Vermeer zou je denken. De kijkers kunnen hun hart ophalen aan de prachtige vertolkingen zowel van vader en zoon Depardieu als van Jordi Savall die de viola de gamba magistraal bespeelt.
De filosofen onder ons kunnen trachten de brug te slaan tussen ernst en frivoliteit, innerlijke zuiverheid en oppervlakkige praal of wat er werkelijk belangrijk is: melancholie of hoop.
We sluiten met een filologisch—hiologische vraag: Sainte Colombe is een ernstig, droevig man, gepassioneerd op zoek naar reine muzikale uitdrukkingsvormen, maar zwartgallig is hij niet; zou dat zijn omdat een duif (Colombe) geen gal heeft ?
Jan Jacobs, medewerker KFL—Antwerpen