FilmMagie-logo-white

Todo sobre mi Madre

(1999,
SPA, FRA)
(1999,
SPA, FRA)
21 maart 2000

Regisseur

Pedro Almodóvar

Producer

Agustin Almodóvar

Scenario

Pedro Almodóvar

Acteurs

Cecilia Roth (Manuela), Eloy Azorín (Esteban), Marisa Paredes (Huma Rojo), Penélope Cruz (zuster Rosa), Candela Peña (Nina), Antonia San Juan (Agrado), Rosa Ma Sarda (moeder van Rosa), Tony Cantó (Esteban/Lola)

Cinematografie

Affonso Beato

Montage

Muziek

Alberto Iglesias

Prijzen

Beste regie Cannes 1999, Golden Globe voor de beste niet-Engelstalige film, Oscarnominatie 2000

Filmduur

99 min

Verhaal

Manuela werkt als verpleegster in een Madrileens ziekenhuis. Zij schiet uitstekend op met haar zeventienjarige zoon Esteban. Haar man lijkt uit haar leven gebannen, ook al stelt Esteban veel vragen over hem. Een tragisch ongeval doet haar besluiten naar Barcelona te reizen en haar man te zoeken. Ze ontmoet de toneelactrice Huma Roja die op dat moment schittert als Blanche in A Streetcar Named Desire. Ook in het echte leven is Huma een wrak, het evenbeeld van haar toneelpersonage. Het zal niet bij die ene pijnlijke ontmoeting blijven. Manuela komt nog bijzondere vrouwen tegen. Allemaal gaan ze een beetje verfrommeld door het leven. Manuela niet in de geringste mate, maar zij blijkt een sterke vrouw. Zij bereikt haar doel en vindt na een lange zoektocht haar man. Voor dat gebeurt, heeft zij ook al een emotionele ontdekkingsreis achter de rug. 

Pedro Almodóvar en de kunst van het verhalen vertellen

Voor het genot van de film hoef je als kijker niets van de regisseur te weten. Dat pleit in het voordeel van Almodóvar, maar zijn films zijn opvallend apart. Je wil dan toch weten wie het is die met een dergelijke pictorale flair en hermetische regie een oersterk en gevarieerd scenario succesvol in balans houdt.

Pedro Almodóvar (met de klemtoon op de laatste o) koppelt in zijn laatste en meest volmaakte film visuele aan narratieve virtuositeit. Ogenschijnlijke banaliteiten krijgen zijn onverdeelde aandacht. Een schijnbaar dun verhalend gegeven verrijkt hij tot een complexe plot, een vat vol wervelende emoties. Ontmoetingen zijn al even absurd, komisch, pijnlijk als toevallig en onwaarschijnlijk, maar nooit ongeloofwaardig. Humor en ironie laat hij daarbij zelden varen. Het moet gezegd: moest een ander proberen de verhalen van Almodóvar te vertellen zou hij door de mand vallen. Almodóvar gelooft in zijn personages en dat brengt hij zonder bochtenwerk over op de kijker. Dat is nooit anders geweest, maar de gelouterde filmmaker is subtieler geworden in zijn communicatie. Je was voor Almodóvar of je was tegen hem. Sinds Carne Tremula, zijn vorige film (1996), ligt dat anders. Een koppige ezel die nu beweert dat Almodóvar wel altijd het enfant terrible van de Spaanse film zal blijven (met als uiterlijke kenmerken felgekleurde stijlappartementen en waanzinnige vrouwen).

Het is overigens in de eerste plaats de verdienste van deze voormalige filmrebel dat de Spaanse cinema sinds een tiental jaar weer op de internationale filmaffiche verschijnt. In zijn zog zijn nog vele Spaanse regisseurs gevolgd. Daar heeft u in de KFL-programmatie de resultaten al van kunnen bewonderen met Secrétos del Corazón en Los Amantes del Circulo Polar.

De muziek van Alberto Iglesias (niet te verwarren met Julio) is prachtig en ondersteunt uitstekend de film, maar laat u niet verleiden de soundtrack te kopen. Die is zeer moeilijk te verkrijgen en dat is maar goed ook. Hij is duur en laat nauwelijks horen wat u in de film hoorde.

Almodóvar heeft het in zijn films altijd al voor opmerkelijke vrouwen gehad. Todo Sobre is opgedragen aan sterren als Bette Davis en aan de personages die ze speelden. Huma Roja herinnert aan hen. De tweede titel van Todo Sobre Mi Madre is zijn Engelse vertaling: All About My Mother. Dit verwijst naar All About Eve, waarin Bette Davis (net als Huma) een oude actrice speelt die moeilijk verdraagt dat ze op haar retour is. De scène waarin Manuela te elfder ure invalt voor een actrice omdat ze de dialogen kent, komt bijvoorbeeld recht uit All About Eve. Voor de echte kenner: er zitten nog wel meer verwijzingen naar filmklassiekers in deze oscarkanshebber (die zelf al onder de Spaanse klassiekers kan worden gerekend). Laat uw zoektocht naar referenties u echter vooral niet van de film zelf afleiden.

Het mag dan jammer zijn dat Almodóvar zijn wilde pluimen wat is kwijtgespeeld, als hij parels als Todo Sobre Mi Madre blijft maken zal die nostalgie snel wegkwijnen. Werkelijkheid en fantasie blijven verweven en vele karakters blijven absurd. Wel nieuw is dat de personages deze keer serieus worden genomen, ondanks de groteske trekken bij sommigen van hen. De kracht van het verhaal maakt dat de kijker mee een traan plengt met de travestiet die hij in het dagelijks leven geringschattend opneemt. De personages van Almodóvar zijn niet bang van de gevoelens waarmee ze worden geconfronteerd. Het is wellicht geen toeval dat het altijd vrouwen zijn die in zijn films de scepter zwaaien. Mannen spelen geen rol van betekenis in de films van Almodóvar, tenzij als katalysator voor het verhaal. Zoiets kan alleen met een ijzersterke cast. En dat is nog zoiets met de films van Almodóvar: telkens slaagt hij erin een cast bijeen te krijgen die uitmuntende acteerprestaties neerzet.

Todo Sobre Mi Madre gaat over lijden en over dood, over afscheid. Zonder boodschapperig te worden, wil Todo Sobre Mi Madre het echter vooral hebben over de dingen des levens. Het doet dat op een oorspronkelijke manier. Manuela ziet heel wat af, maar verpinkt zelden en zet vastberaden door. Ook al deelt het leven harde klappen uit waar je in eerste instantie niets mee lijkt te zijn. Bijvoorbeeld wanneer Manuela hetzelfde meemaakt als in de instructievideo (waarin ze meespeelde) voor doktoren om familieleden van overleden patiënten toestemming te vragen voor orgaandonatie. Manuela leert uit de dingen van haar leven. Daarom is zij de schouders van haar oude, jonge en nieuwe vriendinnen. Zelfs een theekransje dat uitmondt in een onbedaarlijke lachpartij is ontegensprekelijk Almodóvar (kitscherig, kleurig en komisch), maar echt, en vooral doordrongen van leven.

Nico Krols – KFL Antwerpen