FilmMagie-logo-white

The Tree

(2010,
Frankrijk, Australië)
(2010,
Frankrijk, Australië)
01 maart 2011

Regisseur

Julie Bertucelli

Producer

Michael André

Scenario

Judy Pascoe (novelle “Our Father Who Art in the Tree” van Judy Pascoe)

Acteurs

Charlotte Gainsbourg, Morgana Davies, Marton Csokas, Christian Byers, Tom Russell

Cinematografie

Nigel Bluck

Montage

François Gédigier

Muziek

Grégoire Hetzel

Prijzen

Filmduur

100 min

De eer om het Festival van Cannes af te sluiten ging in 2010 naar een Franse: Julie Bertuccelli. Maar reken haar niet tot de regisseurs die niet verder kijken dan hun neus lang is en Parijs groot. Voor haar aardige debuut, Depuis qu’Otar est parti, trok ze naar Georgië. De opvolger, die zeven jaar op zich liet wachten, filmde ze in Australië. De grootsheid en de pracht van het landschap speelt ze knap uit. De fraaie fotografie maakt het heel aangenaam om naar The Tree te kijken, ook al is het onderwerp zwaar.

In een buitenwijk van een klein boerendorp wonen Dawn en Peter O’Neil samen met drie zonen en een dochter. Het gezinsgeluk spat uiteen wanneer een hartaanval Peter velt. Ieder verteert de klap op zijn of haar manier.

Die uiteenlopende reacties voegde Bertuccelli toe aan het boek dat ze adapteerde: Our Father Who Art in the Tree van Judy Pascoe. De oudste zoon begint zich voortijdig te gedragen als een volwassene. De jongste klapt dicht. Weduwe Dawn laat betijen. Eerst denk je dat ze gewoon de fut niet meer heeft om te reageren; ze lijdt onnoemelijk veel. Later vermoed je dat ze, instinctief of niet, goede keuzes maakt. Fragiel maar niet breekbaar: de rol is Charlotte Gainsbourg op het lijf geschreven.

Ze hoeft de film niet alleen te dragen. De jonge Morgana Davies is een openbaring. De eerste minuten vrees je dat ze uitsluitend gecast is om fotogeniek door het landschap te dartelen. Maar achter de engelachtige snoet gaat een pittige zeven¬jarige schuil die de woorden afvuurt en meent wat ze zegt. Wat een voorbeeld voor de vele Hollywood-sterretjes die gespeeld schattig doen.
De kleine Simone is vastbesloten om zich niet plat te laten slaan door de dood van haar vader. Ze omhelst het leven en geeft het grote verdriet een plaats. Ze is ervan overtuigd dat papa haar toespreekt via de boom in de tuin. Het is een ontzag¬wek¬kende Moreton Bay-vijgenboom met takken zo dik als stammen en bovengrondse wortels die op meters van de stam al uitnodigen tot klauteren. Je verbeelding zou van minder op hol slaan.

Simone vertrouwt haar moeder haar geheim toe. Dawn kan niet om de kolos heen. Hij lijkt zich met haar leven te bemoeien. Wortels bedreigen de riolering. Enorme takken breken af en landen met veel geweld in haar bed net op het moment dat ze toegeeft aan prille gevoelens voor haar lieve, behulpzame baas.
Bertuccelli maakt zowel een bovennatuurlijke als een rationele invulling mogelijk. Of de dode echt in de boom huist, is geen vraagstuk dat haar bezighoudt: het gaat om de overlevenden. De finale is spectaculair, maar de slotsom is een beetje mager. De vele metaforen en de overduidelijke symboliek leiden niet tot een dwingende conclusie en zo krijgt de film, ondanks alle inspanningen om op aarde te blijven, toch iets zweverigs. De truc is om niet te verwoed op zoek te gaan naar de grote boodschap, maar gewoon te genieten van de fraaie beelden, de aangrijpende vertolkingen, de lichte behandeling van een zwaar onderwerp. En van een boom uit de duizend.

Niels Ruëll in De Standaard 25 augustus 2010

Zie ook FilmMagie nr. 606