FilmMagie-logo-white

The Grapes of Wrath

(1940,
USA)
(1940,
USA)
23 januari 2007

Regisseur

John Ford

Producer

Darryl F. Zanuck

Scenario

Nunnally Johnson

Acteurs

Tom Joad-Henry Fonda, Ma Joad-Jane Darwell, Casy-John Carradine, Grampa-Charley Grapewin, Granma-Zeffie Tilbury, Pa Joad-Russell Simpson, Rose-of-Sharon-Dorris Bowdon, Al-O.Z. Whitehead, Muley-John Qualen, Connie-Eddie Quillian, Noah-Frank Sully, Uncle John-Frank Darien, Winfield-Darryl Hickman, Ruth Joad-Shirley Mills, Thomas-Roger Imhof, Caretaker-Grant Mitchell

Cinematografie

Gregg Toland

Montage

Robert Simpson

Muziek

Alfred Newman

Prijzen

Oscar voor beste regie en beste vrouwelijke bijrol Jane Darwell

Filmduur

129 min

Flagey en het Filmmuseum in Brussel sloegen in 2005 de handen in elkaar om het eeuwfeest van een van de grootste Amerikaanse acteurs te vieren: Henry Fonda. In het Filmmuseum liep een hommage van een vijftiental films en Flagey hernam drie films die Fonda gedraaid heeft met die andere icoon van het klassieke Hollywood, regisseur John Ford: de westerns
My darling clementine en Fort Apache, en het boerendrama The grapes of wrath.
Dat is de verfilming van de gelijknamige roman van Nobelprijswinnaar John Steinbeck, en volgens de auteur zelf was de film beter dan het boek.

John Fords legendarische romanverfilming The grapes of wrath moet zowat de ellendigste film aller tijden zijn. Het socialistische melodrama vertelt het verhaal van een boerenfamilie uit Oklahoma die door de grillen van de natuur en de broosheid van het kapitalisme tijdens de depressiejaren gedwongen wordt uit te wijken naar ,,het beloofde land” California.

Centraal staat Tom Joad (Fonda met een babyface, hoewel hij al 35 was), net ontslagen uit de gevangenis, waar hij wegens doodslag gezeten heeft. De boerderij van zijn familie is verlaten, want net als vele andere boeren hebben ze het door honger en droogte geteisterde Oklahoma verlaten op zoek naar werk en voedsel in Californië. Joad sluit zich bij zijn familieleden aan, en wat volgt is een film waarin de Joads, met Tom voorop, proberen te (over)leven, en zich met hand en tand verzetten tegen de uitbuiting van economisch zwakkeren door de schaarse rijken die hun weelde willen vergroten.
Om het met Toms moeder te zeggen nadat ze de zoveelste tegenslag overwonnen heeft:
“We’re the people that live, they can’t wipe us out. We’ll go on forever because we are the people.”

John Ford mocht dan al een conservatieve reputatie hebben, hij was ook een humanist die geloofde in de kracht van het individu dat zich niet wil laten kisten door een onrechtvaardig systeem.
Of met de woorden van Joad in zijn ondertussen beroemde speech: “A fellow ain’t got a soul of his own, just a little piece of a big soul – the one big soul that belongs to everybody.”

Henry Fonda is subliem als de zware jongen die zijn familie en vrienden uit de problemen probeert te helpen door zichzelf in de nesten te werken. Ford had Fonda echter niet nodig om The grapes of wrath de geschiedenisboeken in te loodsen. De filmmaker maakt voortreffelijke beelden van vlakten, om duidelijk te maken dat de hoofdrolspelers voor een quasi onmogelijke opdracht staan. Als vastberaden cowboys kwijten ze zich aanvankelijk glansrijk van hun taak, maar het gaat al vlug van kwaad naar erger, tot ze dreigen om te komen van honger. Ford haalt ongemeen scherp uit naar het kapitalistische systeem, in het bijzonder de banken, de grootgrondbezitters en de (lokale) overheden. Hij meent dat ze het op een akkoord gooiden om hun eigen belangen te beschermen, ten koste van de arbeidersbevolking.

The grapes of wrath is een sterke film, ondanks zijn trage tempo en soms zware ernst.
De picturale kracht is adembenemend zoals in het shot waarin Joad na het vertrek van zijn familie een heuvel opwandelt. De monumentale fotografie van Gregg Toland, die hetzelfde scherptediepteprocédé gebruikt als in Citizen kane, is gebaseerd op het werk van de roemruchte fotografen Horace Bristol en Dorothea Lange, die elk op hun manier de armoede tijdens de depressiejaren op beeld hebben vastgelegd. De fotografie draagt bij tot de authenticiteit van de film. Ford was niettemin op zijn hoede voor de door maffia geleide vakbonden, die de abominabele levensomstandigheden van de werklozen liever niet uitgesmeerd zagen op het witte doek: hij nam de film op onder de werktitel Highway 66.

Het is vrijwel onmogelijk de film te bekijken zonder een beetje triest te worden:
wat de Joads overkomt, is in de 21ste eeuw nog altijd de wereld niet uit.

Vervang de Joads door economische vluchtelingen die de armoede en honger in hun land ontvluchten, en de rijke grootgrondbezitters van Californië door de inwoners van Fort Europa, en je moet flink slikken. En wie geen koude rillingen over zijn rug voelt lopen als de Joads een dorp uit worden gejaagd omdat het schaarse werk voor het ‘eigen volk’ is, tja… De geschiedenis herhaalt zich, en alleen al om zich daarvan bewust te worden of blijven, is deze film een must.

bronnen: Christophe Verbiest in De Morgen  en  JBL in De Standaard – maart 2005