FilmMagie-logo-white

The General

(1927,
USA)
(1927,
USA)
10 mei 2005

Regisseur

Buster Keaton & Clyde Bruckman

Producer

Joseph M. Schenck voor United Artists & Buster Keaton Productions

Scenario

Buster Keaton & Clyde Bruckman

Acteurs

Buster Keaton (Johnnie Gray), Marion Mack (Annabelle Lee), Glen Cavender (kap. Anderson), Jim Farley (gen. Tatcher), Charles Smith (vader Annabelle)

Cinematografie

J. Devereux Jennings & Bert Haines

Montage

J.S. Kell

Muziek

Joe Hisaishi (2004)

Prijzen

Filmduur

76 min

If you lose this war, don’t blame me! (Johnnie Gray in the general)

Buster Keaton was niet zozeer the great stone face waar hij voor doorging, maar veeleer een man die zijn bedaardheid behield in het midden van elke chaos. Andere acteurs uit de stille film zouden bekken trekken om een punt te maken, maar Keaton bleef oplettend en meester van zichzelf. Dat is waarom zijn beste films beter de tand des tijds hebben doorstaan dan die van zijn rivaal, Charlie Chaplin. Hij lijkt vandaag als een moderne bezoeker in de wereld van de stille clowns.

Neem nu de openingssequens van the general, zijn meesterwerk over een Zuidelijke machinist die maar “twee liefdes in zijn leven” kent – zijn locomotief en de knappe Annabelle Lee. Vroeg in de film, wandelt Keaton in zijn zondagskostuum naar het huis van zijn meisje. Hij heeft niet door dat twee jongetjes hem in zijn pas volgen en ook niet dat achter dit komische trio Annabelle Lee zelf loopt (Marion Mack).

Hij arriveert aan de voordeur. Zij kijkt toe, nog steeds zonder dat Keaton iets door heeft. Hij maakt zijn schoenen proper door ze tegen de achterkant van zijn broek aan te wrijven, hij klopt aan, wacht even, kijkt rond en ziet haar staan, vlak achter hem. Dit moment zou vele stille komieken tot een overgeacteerde verbazing hebben verleid. Keaton speelt dit met een gezicht dat nauwelijks een verhoogde interesse verraadt.

Ze gaan binnen. Hij zit naast haar op de sofa. Hij merkt op dat de jongens hen mee naar binnen zijn gevolgd. Zijn gezicht geeft een lichte glimp van ontevredenheid. Hij staat op, zet zijn hoed op alsof hij weer vertrekt en opent de deur met zulk een hoffelijkheid dat je zou denken dat de jongens zijn gasten waren. De jongens lopen naar buiten en hij sluit achter hen de deur, zelf binnen blijvend.

Keaton’s personage speelt geen grappen uit, maar is een man die geabsorbeerd wordt door zijn missie, gericht op de belangrijkste persoon in zijn leven. Daarom is het grappig. Daarom werkt ook het bekendste shot uit de film zo goed. Het shot waarin hij, net afgewezen door zijn meisje, ontroostbaar op de wielstaag zit van de grote locomotief. Wanneer de trein in beweging komt, gaat hij op en neer zonder dat hij het doorheeft omdat hij aan Annabelle Lee denkt.

Deze serie shots geeft een beeld van het karakter van een man die zich serieus neemt, en dat is de noot die klinkt doorheen heel de film. We lachen niet om Keaton, maar identificeren ons met hem.

the general is episch in het genre van de stille komedie. Een van de duurste films van zijn tijd, met een accurate historische nabootsing van een episode uit de Burgeroorlog met honderden figuranten, gevaarlijke stuntsequenties, en een heuse locomotief die van een brandende brug in een ravijn stort. Alles was geïnspireerd op een ware gebeurtenis en het scenario gebaseerd op het boek the great locomotive chase, geschreven door William Pittenger, de betrokken machinist.

In het begin van de film begint ook de oorlog. Johnny Gray, (Keaton) wordt niet aanvaard voor de legerdienst door een wat rebelse officier die voor de werving instaat (Gray wordt waardevoller als machinist bevonden, hoewel niemand hem dat uitlegt). “Ik wil niet dat je me nog aanspreekt tot je in uniform bent,” verklaart Annabelle. Na enige tijd zien we Johnny als de machinist van the general, een Zuidelijke locomotief.
De trein is gestolen door Spionnen van de Unie. Johnny achtervolgt hen te voet en met alle mogelijke vervoermiddelen, uiteindelijk ook met een andere locomotief, The Texas. Dan wisselen de twee vijanden van trein en vervolgt de achtervolging in de andere richting. Annabelle was een passagier op de gestolen trein, wordt gevangene van de troepen van de Unie en wordt gered door Johnny. Met hem rijdt ze verder in climactische achtervolgingsscènes die eindigen met het beroemde shot van de Texas die in de diepte stort (naar verluidt rust het karkas van de trein nog steeds op de bodem van de rivier).

Een achtervolging tussen treinen ensceneren lijkt een moeilijke opdracht aangezien ze aangewezen zijn sowieso achter elkaar op hetzelfde spoor te blijven. De ene moet dus achter de andere blijven. Zou u denken. Keaton neemt een loopje met die logica met de ene ingenieuze sequens na de andere. Interessante opmerking daarbij is dat hij geen stand-ins gebruikte en alle stunts zelf deed, zelfs de gevaarlijkste, met een kalme, acrobatische sierlijkheid.

De beperkingen van het treingegeven leveren hem juist ideeën. Een complete terugtrekking van de Zuidelijken en een Noordelijke opstoot vinden achter hem plaats terwijl hij drukdoende is met houtkappen en zonder dat hij er ook maar het geringste erg in heeft. Twee visuele grappen volgen waneer hij verward twee treinwagens plots voor hem ziet verschijnen waarvan hij dacht dat ze achter hem reden. Tijdens zijn passage langs allerlei locaties zet hij handigheden op die hij op zijn terugweg op een andere manier kan aanwenden. Een andere bekende scène is die met het kanon op de platte wagen. Keaton richt die op een andere trein. Hij steekt de lont aan en loopt dan naar zijn locomotief, om daar dan te merken dat het kanon zich van positie heeft veranderd en zich recht op hem richt.

De ene inspiratie steekt de andere aan: om de kanonbal te ontlopen gaat hij met een treinbiel op de baanschuiver vooraan de trein zitten. De mannen van de Union die voor hem rijden gooien een andere dwarsligger op de sporen. Keaton kaatst met perfecte timing en precisie de eerste weg door de tweede ertegenaan te gooien. Je mag er niet aan denken hoe riskant dat is geweest. Het risico bestond dat hij van de trein viel of dat een biel op zijn hoofd terechtkwam. Er is geen trucage aan te pas gekomen, speciale effecten bestonden nauwelijks.

Tussen de achtervolgingsscènes door komt hij ook nog in een huis terecht waar de Noordelijke generaals hun strategie plannen. Hij redt er Annabelle, maar niet voor Keaton eerst nog een prachtige cinematografische grap uithaalt.

Hij houdt zich schuil onder de vergadertafel van de generaals. Een van hen brandt met zijn sigaar in het tafellaken een gat. Annabelle Lee wordt binnengebracht en we zien Keaton door het gat turen. Dan komt het tegenshot waarin we zien wat Keaton ziet, namelijk het meisje van zijn dromen. Keaton gebruikt hier het gat in het laken om een ‘gevonden’ iris-shot te creëren. Het is een soort shot dat filmpionier D.W. Griffith zo graag gebruikte, waarin een cirkel wordt getrokken rond een belangrijk element op het scherm.

the general werd in de gezaghebbende poll van het tijdschrift ‘Sight & Sound’ verkozen tot een van de tien beste films aller tijden. Misschien was het ook wel Keaton’s beste. Anderen zouden misschien de voorkeur geven aan ‘Steamboat Bill, Jr.’ (1928). Andere klassiekers zijn ‘Our Hospitality’ (1923), ‘The Navigator’ (1924), ‘Go West’ (1925) en ‘The Cameraman’ (1928), waarin hij een would-be persfotograaf speelt die uiteindelijk succes heeft in zijn carrière.

Keaton werd geboren in 1897, hetzelfde jaar als de bioscoop zelf, en groeide op in een vaudeville-gezin. Als deel van de opvoeringen werd hij letterlijk het podium opgegooid of als bezem gebruikt. Net als W.C. Fields leerde hij zijn fysieke vaardigheden in een pijnlijke opvoeding. Hij begon zijn filmcarrière met Fatty Arbuckle in 1917 en regisseerde zijn eerste kortfilms in 1920. In minder dan een decennium, van 1920 tot 1928, creëerde hij een oeuvre dat makkelijk (sommigen zeggen boven) naast het werk van Chaplin kan staan. Keaton moest het wel stellen met minder middelen omdat hij minder populair en minder gefortuneerd was dan Chaplin.

Zodra de geluidsfilm zijn intrede deed, maakte hij door een slecht advies een ongelukkige deal met MGM die zijn artistieke onafhankelijkheid tenietdeed. De rest van zijn filmleven bleef tweederangs. In 1940 deed hij noodgedwongen een live tv-show van een half uur in Los Angeles. Pas jaren later werd zijn genie herontdekt en maakte hij nog een laat cruciaal werk, Samuel Beckett’s ‘Film’ (1965). Kort voor zijn dood in 1966 werd hij gehuldigd tijdens een retrospectieve op het Festival van Venetië.

De films van Keaton zijn van een gracieuze perfectie, met veelkantige verhalen, karakters en voorvallen die zich ontvouwen als muziek. Hoewel zijn films zijn gevuld met grappen, kan je Keaton zelden betrappen op een scène die omwille van de grap is geschreven; in de plaats daarvan komt het lachen voort uit de situatie. Recensent Karen Jaehne schreef ooit dat hij het “stille, kleine, lijdende centrum van de hysterie van slapstick” was. Keaton was onvervaard en ambitieus in tijden dat speciale effecten nog in hun kinderschoenen stonden en een ‘stunt’ vaak betekende dat je simpelweg moest doen waar het op moest lijken. Een huis stortte in rond hem. Hij slingerde over een waterval om een geliefde te redden. Hij viel van treinen. En hij deed dat dit altijd zonder uit zijn rol te vallen en “in character” te blijven, bedachtzaam, plechtstatig en altijd vertrouwend op zijn eigen vindingrijkheid.

Nico Krols, naar de recensie van Roger Ebert in ‘The Chicago Sun-Times’, 31 mei 1997.

Zie ook Film|TV|DVD nr. 544