Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Majestueus waterverfschilderij
Een monument van een locatie maakt niet per definitie een monument van een film, maar dat is buiten de waard gerekend. Voor zijn vijfde langspeler registreerde de Chinese chroniqueur Jia Zhang-ke flarden uit het leven nabij de Drieklovendam. Met de blik van een schilder bracht deze moderne verhalenverteller pointillistische toetsen aan, tot dit emotioneel rijkgeschakeerd en sociaal uitdagend kunstwerk uit de verf tevoorschijn kwam.
Een koolmijnwerker spoelt in Fengjie aan zonder een cent op zak en gaat op zoek naar z’n ex-vrouw die hij in geen zestien jaar tijd heeft gezien. Een echtgenote keert er na drie jaar terug om van haar man te scheiden. Allebei hebben ze een lange reis achter de rug, vanuit de Noord-Chinese provincie Shanxi, waar Jia Zhang-ke is geboren en waar hij tot voor kort ook z’n films situeerde. Maar de artificiële wereld uit The World lokte hem naar Peking, en de vernieling van een 2000 jaar oude beschaving die op enkele jaren tijd plaats moest ruimen voor ’s werelds grootste stuwdam dreef hem richting Fengjie. Beide films hebben heel wat gemeen. Zoals de beklijvende kracht van het door mensenhanden opgetrokken landschap. Of de chronische constructie en deconstructie van de werkelijkheid in een onstuitbare hang naar megalomane bouwpracht en vooruitgang. In STILL LIFE is het oude stadsgedeelte van Fengjie bijna volledig verzopen. Het is één van de steden die door het opklimmende water van de kolossale Drieklovendam gedoemd is onder te lopen. Gevolg: een exodus van anderhalf miljoen mensen, die uitzwermen over het hele land. Achterblijvers wonen in het ‘Reservoir District’, een vuilnisbelt waar ‘demolish’ op huizen wordt geklad, en panelen middenin de woestenij van verlaten gebouwen de verschillende fases van verval aanwijzen.
Zelden zie je een film waarin het verhaal zo totaal in het landschap verankerd zit; de omgeving en personages in STILL LIFE zijn in perfecte harmonie. De reis van de twee hoofdfiguren, die parallel verloopt maar elkaar nooit kruist, is fysiek lastig maar ook psychisch belastend. Het is een trip naar het verleden en de eigen herinnering. Beide personages zijn eenzaam maar worden vooral overweldigd door een enorm gevoel van verlies. Net zoals in de streek van de Driekloven weegt bij hen de schaduw van een verleden dat verdwijnt, maar niet kan worden vergeten. Evengoed lonkt de toekomst. Want uit de as zal een nieuwe stad oprijzen en ook de hoofdpersonen nemen cruciale (relationele) beslissingen om vooruit te gaan. Daar breekt de boeiendste Chinese regisseur van het moment duidelijk met z’n vorige werk. De sombere voetnoten zijn niet weggevaagd maar samen met gevoelens van reddeloosheid en ironie (arbeiders verdienen hun brood door hun eigen stad te slopen) weerklinkt er voor het eerst aanvaarding, perspectief, hoop én optimisme.
STILL LIFE is een prachtige poëtische reflectie op wat voorbij is,
dansende en zingende bewoners wijzen ook op de vrolijke tijd die nog kan komen.
Het is meteen Jia’s formeel gaafste film. De camera is gedurig langzaam in beweging, meedeinend op de stroom van de Yangtze rivier. Terwijl HD-beelden met een documentaire precisie alle nuances van grijs glashelder absorberen – minstens zo fanatiek als Michael Mann in Miami Vice de zwarttinten verkende. STILL LIFE is pure visuele poëzie van een cineast die lonkt naar Antonioni terwijl hij de effecten van de omgeving op het individu meet. Van Bresson onthoudt hij de bepalende rol van tijd; de emotionele trauma’s van personages worden alleen uitgedrukt via zijn contemplatieve mise-en-scène waarin het tijdsverloop primeert. Een zachte, elegische score stut de film, al wordt het klankdecor grotendeels gecreëerd door het rituele inhakken op stenen, het afbrokkelen van muren en het gebrul van neerzijgende gebouwen. In dat picturaal verpletterend bouwwerk waar de geschiedenis netjes wordt opgekuist gaat Jia’s aandacht uit naar de menselijke verhalen. Met veel zorg voor alle kleuren en contrasten wordt het leven van het lokale volk in gefragmenteerde details ontleed: administratieve beslommeringen rond de gedwongen migratie, tot sjacheren en bedelen veroordeelde armelui, arbeiders die met bankbriefjes pronken waarop hun geboortestreek staat afgebeeld, nostalgische ringtones en dito lappen dialoog van ‘brother’ Chow Yun-Fat “De hedendaagse samenleving gaat ons niet af omdat we te nostalgisch zijn” of de koolmijnwerker die het adres van z’n vrouw bewaart op een sigarettenpakje van weleer terwijl hij gekweld opmerkt dat “wij allemaal ons eigen verleden herinneren”. De Chinese titel SANXIA HAOREN ‘Goed volk van de Driekloven’ sluit dan eigenlijk dichter aan bij het ware onderwerp: alles wordt gesloopt maar de veerkracht van fragiele mensen blijft.
STILL LIFE is geen snijdend politiek betoog maar een ontroerende bezinning over destructie, verandering en vernieuwing. Rustig gevat in een complex, metaforisch meesterwerk. “Enerzijds worden zovele jaren cultuur en persoonlijke levens vernield, anderzijds is het een hemelsmooi, indrukwekkend bouwwerk” staaft de regisseur. Dat ambigue gevoel spreekt uit elk beeld en wordt benadrukt door documentaire elementen met sciencefiction te doorkruisen; een verwoest pand turnt om in een opstijgende raket en een ufo zoeft door het berglandschap. In zo’n apocalyptisch decor kan het nog amper bevreemding opwekken; de realiteit is even ondoorgrondelijk en absurd. De hallucinante slotsequentie waarin een evenwichtskunstenaar metershoog op een koord balanceert, is behalve een beeld om nooit meer te vergeten ook een rake metafoor voor de onzekere toekomst die Chinezen in de provincie Sichuan tegemoet stappen. Na Platform mag STILL LIFE dan wel een nieuwe mijlpaal zijn in het werk van de regisseur, voor ons wordt het ook een moeilijk te evenaren topfilm in 2007.
Julie Decabooter – FilmMagie
Zie ook Filmmagie nr. 573
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!