FilmMagie-logo-white

Smoke

(1995,
USA)
(1995,
USA)
14 mei 1996

Regisseur

Wayne Wang

Producer

Greg Johnson, Peter Newman, Hisami Kuriowa, Kenzo Hurikoshi

Scenario

Paul Auster

Acteurs

Harvey Keitel :Auggie Wren, William Hurt: Paul Benjamin, Forest Whitaker: Cyrus Cole, Harrold Perrineau Jr: Rachid, Stockard Channing: Ruby

Cinematografie

Adam Holender

Montage

Maisie Hoy

Muziek

Rachel Portman

Prijzen

Filmduur

106 min

Wayne Wang en Paul Auster

Wayne Wang (zijn vader was een absolute fan van John Wayne…) werd 45 jaar geleden in Hong Kong geboren, maar emigreerde al snel met zijn ouders naar San Francisco. In 1982 debuteerde hij met Chan Is Missing, een kleine, onafhankelijke film waarbij hij zowel de produktie, het scenario, de regie als de montage voor eigen rekening nam. Deze innemende prent, waarin de integratie van de Chinese inwijkelingen in de Verenigde Staten centraal stond, bewees meteen zijn talent. Ook de films die erop volgden waren best verdienstelijk, maar hoge ogen gooide hij nooit.

Toen Wayne Wang op een decemberochtend in 1991 de New York Times kocht, stootte hij op Auggie Wren’s Christmas Story. Gegrepen door dit kerstverhaal, wist hij onmiddellijk wat zijn volgende filmproject zou worden. De auteur van het verhaal, Paul Auster, kende hij helemaal niet. Enkele maanden later en na het hele oeuvre van Auster te hebben verslonden, zocht hij de schrijver op in zijn woning in de New Yorkse wijk Brooklyn. Het klikte meteen tussen hen beiden. Ze trokken de hele dag samen op, bezochten de tabakswinkel die de basis was voor Auggie Wrens Kerstverhaal en bediscussieerden Wangs idee om het kortverhaal te bewerken tot een langspeelfilm. ’s Avonds waren ze als nieuwe vrienden uit elkaar gegaan. Van een mogelijke samenwerking was nog geen sprake. Per slot van rekening was Paul Auster een romanschrijver zonder enige ervaring met het filmmedium.

Opnieuw enkele maanden later ontving Auster van Wang een eerste scenarioversie. Hij was er niet echt weg van, maar kon het niet laten, met veel ijver, een eigen versie uit te werken. Dit werd het begin van een broederlijke samenwerking die tot op de set bleef duren. Een rariteit in het Amerikaanse systeem van filmen. Dank zij dit filmhuwelijk en door de uitstekende cast die Wayne Wang wist te verzamelen, betekende Smoke zijn grote doorbraak.

Gegeven

Auggie Wren (Harvey Keitel) is eigenaar van een tabakswinkel op een straathoek in Brooklyn. Door de vele uren van dagdagelijkse conversaties met zijn vaste klanten kent hij hen en de hele buurt als geen ander. Aan de meesten van hen kleeft een verhaal. Ze dragen een trauma met zich mee. Ze hebben een kind, een vrouw, een vader, een moeder, een geliefde verloren en hebben vervolgens de spons geveegd over hun verleden, zich verscholen tussen vier muren, achter bizarre verhalen, achter een valse identiteit, in een anonieme omgeving.

Een van die klanten is Paul Benjamin (William Hurt), een schrijver die, na de dood van zijn zwangere vrouw, geen letter meer op papier krijgt. Zijn geïsoleerde bestaan wordt danig in de war gestuurd wanneer hij de zwarte tiener Rashid (de debuterend Harrold Perrineau Jr.) ontmoet en hem onderdak verschaft. Rashid heeft ook zijn verhaal, dat mogelijk verband houdt met een eenarmige man die, ver buiten de stad, een bouwvallige garage heeft gekocht. En ondertussen krijgt Auggie, die net middenin een belangrijke deal zit met een handeltje Havana’s, het onverwachte bezoek van zijn eenogige ex-vrouw (Stockard Channing), die hem een naar zijn gevoel niet al te geloofwaardig verhaal op de mouw komt spelden…

Bespreking

Smoke lijkt in al die afzonderlijke verhaaltjes soms het soortelijk gewicht te hebben van de as die je van je sigaret afklopt of de vluchtigheid van de rook die welig aan het oog voorbijtrekt, maar die wel in je kleren blijft zitten. De onopdringerigheid en de kalmte waarmee de makers hun personages benaderen en de minzame toon die zij daarbij aanhouden, lijmen de anekdotes, de ware en de verzonnen verhalen tot een innemend stukje cinema. De emoties worden niet geforceerd op het doek gesmeerd, maar nestelen zich stilletjes in je gemoed. De melancholie van elk Auster-verhaal blijft sterk nazinderen, maar naar het einde toe staat ook de hoop dat verbeten verdriet, verwijten en spijt het leven niet eenzijdig en eeuwig moetenbepalen, nog steeds rechtop. Als slotakkoord krijg je er nog een mooi kerstverhaal bovenop.

Het moet heerlijk zijn voor de acteurs in de schoenen te kunnen staan van personages die met zoveel liefde en affiniteit getekend werden. Zonder de knappe prestaties van de hele cast te willen minimaliseren, is het toch alweer het charismatische en subtiele acteerwerk van Harvey Keitel dat alle lof verdient. De manier waarop hij telkens opnieuw en schijnbaar met het grootste gemak, de juiste toon vindt om zich de meest uiteenlopende personages aan te meten (The Piano, Bad Lieutenant, Reservoir Dogs, Pulp Fiction, Clockers, Le regard d’Ulysse, enz.), maken hem tot een van de grootste en interessantste acteurs van de huidige cinema.

Peter Ceulemans, medewerker KFL-Antwerpen