Choi Seung-yoon, Ethan Hwang, Dohyun Noel Hwang, Anthony Shim, Hunter Dillon, Jerina Son, Kang in Sung, Choi Jongryul, Lee Yong-nyeo, Emily Le
Cinematografie
Christopher Lew
Montage
Anthony Shim
Muziek
Andrew Yong Hoon Lee
Prijzen
28 prijzen waaronder beste Canadese film, Toronto International Film Festival. Publieksprijs Glasgow Film Festival.
Filmduur
117 min
‘Een man mag maar drie keer in zijn leven huilen: wanneer hij wordt geboren, wanneer zijn vader sterft en wanneer zijn moeder sterft.’
De Zuid-Koreaanse So-Young spreekt haar huilende zoontje Dong-Hyun vermanend toe, nadat hij van een Canadese basisschool is geschorst. De 6-jarige jongen werd al enige tijd gepest door zijn witte klasgenoten en zijn moeder had hem het volgende geadviseerd: vecht terug, dan laten ze je met rust. Toen hij eerder die dag werd uitgemaakt voor riceboy, volgde hij zijn moeders advies op. De pestkoppen gingen vrijuit, de nieuweling niet.
Hoewel ze als immigranten voor meer uitdagingen komen te staan, blijven moeder en zoon er niet verbolgen over. Althans, niet in 1990, waarin So-Young (weergaloos gespeeld door Choi Seung Yoon) haar uiterste best doet om een nieuw leven voor hen op te bouwen. Ze groeide op als weeskind in Zuid-Korea en werd verliefd op een verwarde man die uiteindelijk zelfmoord pleegde. Met hun baby vertrok ze hierna naar Canada, waar ze in een buitenwijk van een stad belandden. Daar verricht So-Young lopendebandwerk in een fabriek, waar ze de grijpgrage handen van mannelijke collega’s van zich afslaat, maar ook vrouwelijke lotgenoten leert kennen.
Regisseur Anthony Shim baseerde Riceboy Sleeps op zijn eigen ervaringen als immigrant in Canada. Die zijn niet bijster opzienbarend, maar intrigeren desalniettemin dankzij de liefdevolle band tussen de jonge Dong-Hyun (Dohyun Noel Hwang) en zijn moeder. Een relatie die negen jaar later onder druk komt te staan door slecht nieuws en Dong-Hyuns puberale gedrag. Shim verfilmde hun verhaallijnen met langdurige shots, waarbij de camera nu en dan rondom hen zweeft, alsof de geest van de overleden vader hen van nabij aanschouwt.
Zo ook in het klaslokaal van de 15-jarige Dong-Hyun (indrukwekkend spel van Ethan Hwang). In 1999 krijgt hij als geblondeerde tiener van een docent de opdracht om een familiestamboom te maken. De zwijgende Dong-Hyun bevriest en doordat de camera zo dicht op zijn huid zit, zien we op een indringende wijze de angst en schaamte van iemand die zijn vader noch de rest van zijn familie kent.
Het beste bewaart regisseur Shim echter voor het laatst. Na een reeks rampzalige gebeurtenissen besluit de voorheen behoudende So-Young haar zoon mee te nemen naar hun geboorteland, om te laten zien wie zijn familie is. Los van overweldigende shots van de Zuid-Koreaanse natuur, die ondersteund worden door stemmige klassieke muziek, weet regisseur Shim hier opnieuw te ontroeren met de kwetsbare dynamiek tussen moeder en zoon.