Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Vier mensen zijn ongedurig op zoek naar hun geluk en naar de Amerikaanse droom, maar trappen in de val van de drugs. Requiem for a Dream toont compromisloos (voor personage en publiek) en in een experimentele stijl de erg harde gevolgen van verslaving. Darren Aronofsky schetst de apocalyps van een door drugs verteerd gezin. Zijn tweede film na Pi is een zowel deprimerend als visueel spektakel dat de kijker in de morbide wereld van de gebruiker zuigt.
Drugs zijn voor Harry, zijn vriend Tyrone en zijn vriendin Marion een middel om hogerop te geraken. Ze zijn aanvankelijk kleine gebruikers. Om drugs te kunnen kopen, steelt Harry geregeld het tv-toestel van zijn moeder. Die moeder, Sara Goldfarb, is verslaafd aan televisie. Zij droomt ervan in een populair programma op te treden. Als die droom in vervulling lijkt te gaan, merkt ze dat ze nog amper in haar favoriete rode jurk kan: ze gaat op dieet, en raakt verslaafd aan pillen. Harry, Tyrone en Marion moeten vernederende toeren uithalen om aan hun shot te komen: zelfs simpele dromen, zoals de modellencarrière van Marion, lijken onbereikbaar. De hallucinerende Sara krijgt angst voor haar koelkast.
In Requiem for a Dream gebruiken de vier personages drugs om hun dromen te verwezenlijken, maar net die drugs verhinderen dat. Door evenveel aandacht te schenken aan Sara als aan Harry, Tyrone en Marion, trekt Aronofsky de problematiek open. Niet alleen verboden drugs zijn verslavend. Dat geldt ook voor andere pillen en zelfs voor stupide tv-progamma’s. Aronofsky spreekt geen oordeel uit: Sara’s lot is even triest als dat van haar zoon Harry. Requiem for a Dream roept herinneringen op aan andere drugsfilms. Aan Panic in needle park bijvoorbeeld, maar nog meer aan Danny Boyles Trainspotting. Maar Aronofsky is meer een observator dan Danny Boyle. Boyle sleept je mee op een trip, bij Aronofsky kijk je toe. Scenarist Hubert Selby jr., die zijn eigen boek tot script bewerkte, geeft de karakters nauwelijks achtergrond mee. De film lijkt op een willekeurig punt in het leven van het viertal te vallen; het is slechts duidelijk dat de verslaving van de drie adolescenten al enige tijd gaande is en dat alle personages wanhopig op zoek zijn naar het harmonieuze gevoel dat ze ontberen. ‘Dodenmis voor de zielenrust van een overledene’ luidt de letterlijke verklaring die het woordenboek geeft voor ‘requiem’. De poëtische titel verwijst, net als het idyllische zeegezicht op de affiche, verraderlijk naar een film waarin weinig zielenrust te vinden is. Requiem for a Dream is een confronterend portret dat de ondergang schetst van vier Amerikanen die bij gebrek aan een rooskleurige toekomst hun toevlucht zoeken tot de stimulerende middelen. Niet alleen zoon Harry (Jared Leto), zijn vriendin Marion en vriend Tyrone, maar zelfs moeder Sara Goldfarb (Ellen Burnstyn werd terecht voor een Oscar genomineerd) belandt in een neerwaartse spiraal wanneer zij een uitweg hoopt te vinden in het chemische geluk. Aan het begin van de film probeert zij haar kind nog het rechte pad op te laveren door de televisie die hij wil verpatsen aan de radiator vast te binden, maar zodra een malafide diëtist de wat neurotische zestiger toevertrouwt dat ze van die felgekleurde pilletjes af kan vallen, is ook voor Sara de weg terug al snel geen optie meer.
Regisseur Darren Aronofsky verfilmt de helletocht van zijn personages op een briljante manier. Deze soms gruwelijke anti-drugsfilm bevestigt zijn talent, dat al in zijn debuutfilm Pi duidelijk was. De technische bravoure van de verfilming, sleept de toeschouwer mee in de neerwaartse spiraal van de personages. Enkele beelden komen als een mantra terug: het opwarmen van de drugs, een naald, de opengesperde oogpupillen. Aronofsky’s tweede film na Pi betreedt, als zoveelste antidrugsfilm die de kijker confronteert met de desastreuze gevolgen van overmatig drugsgebruik, in principe platgewalste paden. Het gebeurt echter zelden dat de beelden zich niet beperken tot het objectieve buitenstaandersperspectief, maar de toeschouwer zonder enige terughoudendheid meeslepen in de fantasieën en de hallucinaties die de stimulerende middelen de karakters voorschotelen. De beeldexperimenten hebben een paradoxaal effect: ze plaatsen je in de visie van de personages, maar creëren door het doorbreken van ons verwachtingspatroon juist bevreemding en afstand. Het effect is dat je als kijker de meedogenloosheid van de situatie voelt. Waar in Danny Boyles Trainspotting nog ruimte was voor ontladende humor, schotelt Requiem for a Dream de kijker de bijwerkingen volstrekt compromisloos voor. Requiem for a Dream is de ultieme ontrading voor wie een drugscarrière zou overwegen.
De hectische wijze van filmen en monteren waarmee Aronofsky in zijn debuut Pi de gedachtewereld van het wiskundige genie Max verbeeldde, gebruikt hij in het kwadraat in Requiem for a Dream om de belevingswereld van de verslaafden te verbeelden. Door uitgebalanceerd gebruik te maken van onder meer een onwaarschijnlijk snelle montage (de anderhalf uur durende film kent tweeduizend cuts – vier keer meer dan normaal), splitscreen binnen één beeld, fastmotion en extreme close-ups zuigt de regisseur de kijker mee in de morbide realiteit van de gebruiker. Net als in Selby’s vroegere roman last exit to brooklyn zijn de gelukkige momenten die de drugs opleveren één grote illusie: vanaf de eerste minuut hangt het deprimerende einde al als een zwaard van Damokles boven de verslaafden. Het laatste kwartier van de film, waarin de regisseur met de weinig subtiele apocalyps als een moker op de kijker inhakt, vormt niet alleen de genadeslag, maar bovenal de kroon op Aronofsky’s visuele spektakel.
Nico Krols – medewerker kfl antwerpen
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!