Jasmila Zbanic maakt het trauma van Srebrenica springlevend met haar directe, indringende stijl. Met Johan Heldenbergh in een van de hoofdrollen.
”We doen wat we kunnen.” Telkens keert die zin, of een variatie erop, terug in Quo vadis, Aida?, het aangrijpende Bosnische drama over de val van de VN-enclave bij Srebrenica in 1995. De Nederlandse blauwhelmen die de Bosnische moslimvluchtelingen moeten beschermen tegen het leger van de Servische generaal Mladic kúnnen alleen zo verdomd weinig. Onder hun ogen worden duizenden Bosnische burgers in bussen geladen en afgevoerd. Meer dan achtduizend mannen keerden nooit terug.
De wond is al ruim een kwarteeuw oud, maar regisseur Jasmila Zbanic maakt het trauma springlevend met haar directe, indringende stijl. Quo vadis, Aida?, terecht genomineerd voor een Oscar, volgt de tolk Aida (fel en sterk gespeeld door Jasna Duricic ) in de dramatische periode na Mladic’ verovering van Srebrenica, wanneer de compound van Dutchbat III volstroomt met vluchtelingen.
De man en zonen van Aida bevinden zich in de massa, maar worden niet toegelaten tot de basis. Wanhopig zoekt Aida naar een manier om hen in veiligheid te brengen, waarbij ze stuit op een muur van Nederlandse regeldrift. Niemand kan worden voorgetrokken, houdt majoor Franken (Raymond Thiry) haar voor. Ondertussen trekt luitenant-kolonel Karremans (Johan Heldenbergh) zich steeds meer terug.
Quo vadis, Aida? is fictie. Er was geen tolk zoals Aida, al vertoont haar verhaal sterke gelijkenissen met dat van de tolk Hasan Nuhanovic, die een boek schreef over zijn ervaringen. Het is te merken dat Zbanic veel research heeft gedaan. Zo reisde ze naar Nederland om een aantal Dutchbat-veteranen te spreken. Het leidde tot een evenwichtig beeld. Zbanic toont het onvermogen van Karremans en zijn uitgedunde bataljon, maar laat ook zien hoe onmogelijk hun vredesmissie was. Luchtsteun blijft uit, de enclave is onbeschermd. Boven alles lijken de Nederlanders maar niet te beseffen wat Mladic van plan is, op een argwanende dokter na.
Het mag dan een afgewogen geheel zijn, de film is er niet minder confronterend om. Zbanic, een ervaren filmmaker (haar oorlogsdrama Grbavica won in 2006 de Gouden Beer in Berlijn) die als tiener het vierjarige beleg van Sarajevo meemaakte, heeft geen kunstgrepen nodig om de kijker bij de keel te grijpen. De slagvaardige verteltrant wordt eenmaal doorbroken, wanneer Zbanic een flashback toont naar een feest in Srebrenica. Het is een prachtige, hartverscheurende scène, die precies laat zien waar het allemaal om draait.
Pauline Kleijer in De Morgen 8 september 2021