FilmMagie-logo-white

Qiu Ju (Qiu Ju Da Guanshi)

(1992,
China)
(1992,
China)
28 september 1993

Regisseur

Zhang Yimou

Producer

Scenario

Liu Heng – naar de roman van Chen Yuan Bin

Acteurs

Gong Li = Qiu Ju, Lei Laoshen = dorpsoverste, Ge Zhijung = Agent Li, Liu Peiqi = Weng, echtgenoot van Qiu Ju, Yang Liuchung = Meizi, schoonzus van Qiu Ju

Cinematografie

Chi Xiaoning

Montage

Muziek

Zhao Jiping

Prijzen

Filmduur

100 min

Het verhaal

Weng Qinglai en Qiu Ju (uit te spreken als Kajoe) kweken rode pepers en zij wilden een schuurtje bijbouwen, maar de dorpsover­ste weigert zijn toestemming omdat het reglement het niet toelaat.  Het adagio is: landbouwgrond is geen bouwgrond.  Eén en ander loopt uit de hand, Weng incasseert klappen en een trap daar waar het telt.

Op de tonen van een chinees lied dat in onze oren niet echt vertrouwd klinkt begint de film met het beeld van Qiu Ju.  Zelfs als zwangere vrouw blijft Gong Li een schoonheid.  Met haar schoon­zus Meizi en haar gewonde man, Weng, trekt ze naar de dokter.  De dokter onderzoekt Weng, schrijft een attest en zij keren weer naar hun dorp.  Met de doktersverklaring in de hand wil Qiu Ju excuses van het dorpshoofd en wanneer zij die niet krijgt, wil zij weten waarom niet.  Dan begint Qiu Ju haar strijd om genoegdoening.  Een lange weg breekt aan: van het dorp naar de gemeente, van de gemeen­te naar de stad, van het politiekan­toor naar de directeur, van de directeur naar de recht­bank.

Ze komt op haar weg aardige en minder aardige mensen tegen.  In haar strijd om antwoord op de vraag: “Er moet toch ergens recht­vaardig­heid zijn?” brengt ze heel wat offers, ze verkoopt in een slecht seizoen de gedroogde pepers om haar reis naar de stad te kunnen betalen, zij riskeert tevens heel wat om als zwangere vrouw over die hobbelige chinese wegen te hotsen.  Zelfs haar huwelijk heeft ze veil om genoegdoening te krijgen.

De regisseur

Zhang Yimou levert met Qiu Ju zijn vijfde film af, de eerste die hij deels clandestien in China zelf draaide in zijn geboorteprovincie Xian.  We zijn na zijn drie vorige ‘vrouwenfilms’ – Het rode korenveld, Ju Dou, De rode lan­taarns – een zeer gestileerde toon gewend.  Qiu Ju is een realisti­sche film geworden, haast een documentaire over het plattelandsleven in Xian, een nietsontziende kijk op maatschappij en mentaliteit in het heden­daagse China.  De stijl is niet radicaal omgegooid, de beeldvorming dient hier het thema: een individu neemt het op tegen een logge en trage bureau­cratie, een vrouw gaat in de aanval tegen de rurale, mannelijke gedragsco­des.

Zhang Yimou blijft kiezen voor prachtige kleuren wanneer hij het waardevolle van het leven belicht.  Zo is er het prachtige beeld wanneer Qiu Ju en Meizi zitten te zitten in de drukke stad.  De mensen bewegen zich in een overwegend grijs, betonnen stadsbeeld.  Ze lijken klein en hebben allen verschillende kleurtjes, als om aan te geven dat deze samenleving niet meer in harmonie is, dat de maatschappij haar evenwicht kwijt is.  Daar midden in zitten Qiu Ju en Meizi te staren naar een wereld waar zij geen vat op krijgen.  De plattelandsvrouw en haar schoonzus, beiden nogal raar uitge­dost passen niet in dit systeem.

Dat een aantal van deze beelden met een verborgen camera gemaakt moesten worden zal zeker bijdragen tot de erg realistische indruk die deze prent maakt.

Pandora’s doos

In het actuele China zijn sinds Mao man en vrouw gelijk.  Dus komt Qiu Ju op voor haar gezin, zich zelf en haar vrouw-zijn wanneer dit bedreigd wordt.  Immers, de één-kind politiek geldt nog steeds.  Wanneer zij bevalt van een kind dat sterft, ziek is of erger nog een meisje, en als haar man vanwege die stamp daar waar het telt geen kinderen meer kan verwekken, wat moet zij dan doen?

Daarom is zij zo gebeten op het dorpshoofd.  Maar zijn uiteindelijk gemompelde verontschuldiging is niet genoeg.  Zij wil weten waarom het systeem dit toelaat, en zij gaat tot het uiterste.

Het dorpshoofd zelf is een bitter man, zijn kinderen (bij verschillende vrouwen) zijn allen dochters.  Bovendien doet hij alles volgens het boekje.

De dorpsagent Li probeert te bemiddelen en brengt een schijnbare verzoe­ning te weeg, zeer onhandig maar wel ontroerend.

Weng heeft genoeg van Qiu Ju’s gedoe en dreigt haar uit het huis te zetten.

Maar geen van de personages is volledig goed of slecht.  Niet in het minst Qiu Ju.  Haar gedrag in huis en in het dorp is op het randje van het autoritaire.  Ze beult haar schoonzusje flink af in het huishouden.  Het dorpshoofd zal er uiteindelijk voor zorgen dat Qiu Ju’s baby veilig kan geboren worden.

Na de laatste dramatische ontwikkeling zien wij een Qiu Ju, die nu pas beseft wat voor onheil ze heeft aangericht in het dorp.  In haar zoektocht naar rechtvaardiging heeft ze mensen, ook vrienden, vernederd, gecompromitteerd, op hun plaats gezet.  Maar dit is niet wat ze gewild heeft, een laatste blik op Qiu Ju leert ons dat ze een chinese Pandora is, die vertrouwend op het systeem een illusie armer is geworden.

Politiek

Zhang Yimou zou Zhang Yimou niet zijn als in deze film ook geen maat­schappijkritische toets verweven is.  Het zou te eenvoudig zijn te stellen dat de film alleen maar gaat over een boerin tegen de bureaucratie, al steekt hij zijn liefde voor het platteland niet onder stoelen of banken.  Zo is er het malen van de gedroogde pepers op de markt dat door de stilering en ritmiek een heroïsch tintje krijgt en in schril contrast staat met de geluiden van de stad.  Levend op en van het land wordt haar vooruitzicht op een toekomst gedwarsboomd door een reglement dat ze niet kan lezen: als ze een klacht wil indienen moet ze een schrijver huren.  Tussen de wereld van Qiu Ju en het land waarin ze leeft gaapt een kloof.  Zo wordt ze bij haar aankomst in de stad al direct opgelicht “omdat ze eruit ziet als iemand van het platteland”.  Toch wil Zhang hier niet te streng zijn voor het systeem.  De directeur, waar ze haar beklag doet, brengt haar in zijn wagen terug naar haar goedkoop hotelletje.

In het karakterpalet dat Zhang Yimou hanteert komen geen extremen voor.

Maar er is meer.  Qiu Ju staat niet alleen voor de simpele boerin versus de almachtige staat: ten lange leste zal zij genoegdoening krijgen.  De jonge vrouw staat ook voor de nieuwe generatie van zelfbewuste jonge mensen, die in China opstaat.  Zij worden tegengewerkt, niet begrepen, hebben nieuwe ideeën, geloven in de basisprinciepen van wat hun is geleerd en willen daar werk van maken.  Het zou mooi zijn om het Zhang Yimou zelf eens te kunnen vragen.

Maar is Qiu Ju’s strijd om erkenning ook niet de zijne?  Zijn films worden nu pas vertoond in China.  Zo klinkt in deze film ook een sprankeltje hoop door.

Denkend aan het herhaalde beeld, bijna een refrein in de film: Qiu Ju die hobbelend achterop de fiets haar weg naar de stad aflegt, schiet mij een versregel te binnen, enigzins gewijzigd zou die kunnen klinken: en de boerin zij ploeterde voort.

                                                                             Jan Jacobs, medewerker KFL-Antwerpen