FilmMagie-logo-white

Potiche

(2010,
Frankrijk, België)
(2010,
Frankrijk, België)
13 maart 2012

Regisseur

François Ozon

Producer

Eric en Nicolas Altmayer

Scenario

Francois Ozon, naar het toneelstuk van Pierre Barrillet en Jean-Pierre Gredy

Acteurs

Catherine Deneuve, Gerard Depardieu, Fabrice Luchini, Karin Viard, Judith Godreche, Jeremie Renier, Sergi Lopez, Evelyne Dandry, Bruno Lochet, Elodie Frege, Gautier About, Jean-Baptiste Shelmerdine, Noam Charlier, Martin de Myttenaere

Cinematografie

Yorick Le Saux

Montage

Laure Gardette

Muziek

Philippe Rombi

Prijzen

Filmduur

103 min

Is het Catherine Deneuve die we in Potiche in een rood trainingspak zien joggen of is het Madame Pujol, de vernederde bourgeoisievrouw zonder mening van een gehate, reactionaire fabrieksdirecteur?
Beiden, want regisseur François Ozon speelt in zijn nieuwe farce met het iconische imago van filmkoningin Deneuve terwijl hij haar ook opvoert als een feministisch rolmodel.

Van al de langspeelfilms die de bedrijvige Ozon gedraaid heeft, sluit Potiche het meest aan bij 8 femmes, nog altijd zijn grootste succes. Precies als hij voor dat in glimmende nepdecors gedraaide muzikale moordmysterie teruggreep naar een Frans toneelstuk uit de jaren zeventig, is hij voor dit blijspel over seksisme en politiek vertrokken vanuit een boulevardkomedie van Barillet & Grédy uit 1980.

Die theatrale oorsprong moffelt Ozon niet weg. In die zin is het bontgekleurde Potiche een in retrokitsch ondergedompelde pastiche – met telefoons in zalmroze hoornbekleding – op de Amerikaanse screwball. Die kunstmatige vormgeving vormt natuurlijk geen obstakel voor een anders sterk in de realiteit en Franse actualiteit gewortelde geestige, sociale en politieke satire.

Coryfee Deneuve wordt op ironische wijze opgevoerd als een burgerlijke huisvrouw die zich in het provinciale Sainte-Gudule van 1977 in haar lot als potiche of garnituur geschikt heeft. Of ze nu afwast onder het zingen van een liedje van variétézangeres Michèle Torr, naïeve poëzie over eekhoorns neerpent of voor opzichtige juwelen kiest terwijl ze naar een vakbondsvergadering gaat, Deneuve doet dat altijd met datzelfde spraakmakende gemak, die ingehouden elegantie en gracieuze, mysterieuze afstandelijkheid die van haar de grande dame van de Franse cinema hebben gemaakt. En net als haar ontrouwe macho-echtgenoot en tirannieke directeur (een kostelijk karikaturale Fabrici Luchini) gehospitaliseerd wordt na een incident met de stakers voor zijn fabriekspoort, besluit Madame Pujol tot ieders verrassing om de leiding van de paraplufabriek zelf over te nemen. Meteen kan Ozon heerlijk refereren aan Deneuves mythische Les parapluies de Cherbourg, voert hij Gérard Depardieu, haar partner in een zestal films, op als een oude vlam en een communistische burgemeester die bij de stakingen komt bemiddelen, maar ook nog een oogje op Madame Pujol heeft. En laat hij de plot gezwind geestig heen en weer slingeren tussen de perikelen thuis en op de fabriek waar Madame de steun krijgt van de secretaresse (Karin Viard) en haar eigen kinderen (Jérémie Renier als de zoon met homoseksuele trekjes en Nathalie Godrèche als haar bitchy dochter). Om zo met de hulp van veel warme nostalgie een plezierig pleidooi te houden voor warme werkgevers en la femme au pouvoir.

Luc Joris in De Morgen 9 november 2010

Zie ook FilmMagie nr. 609