Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Cannes-lieveling Lieven Debrauwer maakte deze feelgoodfilm en oscarkandidaat over een klein meisje van 66 jaar dat bij haar blasé zuster moet intrekken omdat haar pleegzus overleden is.
Elke ochtend gaat Pauline direct uit bed de bloemen water geven. En daarna strikt haar zus haar veters. Elke ochtend gluurt ze op weg naar de slager even binnen in de winkel van haar andere zus: Paulette van de operette. Zij woont in een rood met roze passementerie waar Vlaamse madammekes hun buitenmodel directoires kunnen kopen en een onsje borduurzij, alles mooi verpakt in cadeaupapier met rode rozen. Pauline is 66, maar is een meisje van de kleuterschool gebleven en haar plakboek vol met bloemen ademt die ene roze kleur die haar beschermt tegen een wereld waarin mensen achter haar rug om haar lachen, korzelig zijn en ongeduldig. Kun je nu nog je schoenen niet zelf dichtmaken?
Met je eerste film direct de inzending worden voor de Oscar voor Beste niet-Engelstalige film, het overkwam Lieven Debrauwer met zijn sprookje voor bejaarde meisjes over de zusters Pauline & Paulette. Met het winnen van de Forum Publieksprijs op het Filmfestival Cannes afgelopen voorjaar, stond de naam van de Belgische regisseur Lieven Debrauwer (32) direct op de internationale filmkaart. De hoofdrollen in zijn eerste lange speelfilm zijn weggelegd voor vier dames op leefijd. Het scenario van Pauline & Paulette werd zelfs speciaal voor Dora van der Groen (Pauline) en Ann Petersen (Paulette) geschreven. Later won de sprookjesachtige film over zusterliefde ook op het Filmfestival Vlaanderen in Debrauwers woonplaats Gent de belangrijkste Belgische filmprijzen. De Joseph Plateau-prijzen voor beste film, beste regie, beste scenario en beste actrice (voor Dora van der Groen) gaan allemaal naar Pauline & Paulette. Evenals de Plateau-publieksprijs. Als klap op de vuurpijl werd bekendgemaakt dat de film als Belgische inzending mee zal dingen naar de Oscar voor Beste niet-Engelstalige film.
“In 1996 nam ik mijn korte speelfilm Leonie op, waarvoor ik Dora van der Groen had gecast”, vertelt Lieven Debrauwer. “Die samenwerking verliep zo goed, dat ik nogmaals met haar wilde werken. Het scenario van Pauline & Paulette schreef ik met Dora van de Groen en Ann Petersen in het achterhoofd.” Geïnspireerd door de twee actrices en een handvol jeugdervaringen ging hij aan het werk: “Ik ben geboren in een café in Roeselare, een klein dorp in West-Vlaanderen. Naast het café van mijn ouders stond een damesboetiek, die gerund werd door twee oudere zusters. De sfeer die daarbinnen hing, liet een diepe indruk op me achter. Het was echter niet de bedoeling de geschiedenis van die twee zussen te verfilmen, ten eerste was die mij onbekend en ten tweede miste die waarschijnlijk het broodnodige conflict.” Gelukkig bood zijn geboortedorp een eindeloze schat aan uitwerkbare ideeën. Een geestelijk gehandicapte inwoner van Roeselare stond model voor de simpele Pauline. “Die man heeft me tot nadenken gedwongen. Vandaar dat ik de verstandelijke handicap van Pauline tot inzet van het conflict tussen de zussen heb gemaakt. Het was in mijn jeugd heel normaal dat iemand met een verstandelijke handicap bij zijn ouders bleef wonen. Zowel Dora van der Groen als Ann Petersen zijn inmiddels 74 jaar oud. Het was ondoenlijk om een nog oudere actrice te vinden om de moederrol te spelen. Daarom woont Pauline aan het begin van de film bij een zus, Martha. Cécile, de vierde zus, diende als Sprechhund, tegen haar kan Paulette haar gedachten uitspreken.”
Wat het meeste opvalt aan Pauline & Paulette is het gestileerde kleurgebruik. Lieven Debrauwer: “Dat is toevallig ontstaan. Samen met mijn art director zocht ik naar locaties. Ik vond een schattig boerderijtje, dat ik wilde gebruiken als Martha’s huis. Volgens mijn art director was het veel te sprookjesachtig. Op dat moment drong het tot me door dat Pauline & Paulette juist sprookjesachtig moest zijn. Vanaf dat moment is gekozen voor een consequente stijl. Daar kwam een selectieve kleurkeuze voor de personages uit voort. Martha wordt omringd door bruintinten. Cécile door wit en blauw, en Paulette door rood en roze. De toeschouwer neemt Pauline’s standpunt in. Voor haar is Martha’s wereld die van moeder aarde en is de wereld van Cécile kleurloos. Daarom heb ik Brussel, waar Cécile woont, kil afgebeeld. Ik zelf heb niet dezelfde perceptie van Brussel, maar de stad kan Pauline niet boeien. Het enige dat haar daar aantrekt, is het bloementapijt op de Grote Markt. Ik wilde laten zien dat de natuur in de stad artificieel is en overdreven, want drie dagen later ligt het bloementapijt te rotten.” Het gesloten universum waar Pauline & Paulette zich in afspeelt, kwam niet voort uit een gebrek aan financiële middelen. “Naarmate het kleurgebruik selectiever was, vond ik het steeds moeilijker om de locaties in te vullen, vooral de exterieurs kostten me moeite. De gevel van de winkel van Paulette was in het draaiboek duidelijk aanwezig, maar we vonden niets dat acceptabel was. Ik heb toen besloten om zo weinig mogelijk buitenopnamen te maken.” Dat veel van de interieurs bijna kitscherig aandoen, is volgens Debrauwer te wijten aan Paulette’s ‘slechte smaak’. “Voor Pauline is de wereld van Paulette, met haar boetiek, synoniem aan feest. Paulette is zeemzoeterig en kitsch. Hier haalt de film zijn humor vandaan. Ik hou van humor die nauw verbonden is met tragiek. Het is aan de ene kant prettig, dat mensen lachen wanneer ze Paulette’s interieur zien met al die frutsels en tierlantijnen. Terwijl het tegelijkertijd triest is dat Paulette probeert haar eenzaamheid weg te kleuren met dat roze. Oorspronkelijk moest Paulette een soort Zangeres Zonder Naam zijn.” Opnieuw boden Debrauwers jeugdherinneringen uitkomst. “Als kind ging ik vaak met mijn moeder naar het plaatselijke amateur-operette gezelschap. Een vriend die daar nog steeds werkt, suggereerde dat operette waarschijnlijk beter bij Paulette paste dan smartlappen.” Ook Pauline heeft duidelijk een eigen smaak en hoewel de mensen om haar heen haar fixatie met cadeaupapier en bloemen niet delen, wilde Debrauwer op deze manier de toeschouwer bewust maken van de schoonheid die in de kleine dingen ligt. “Ik denk dat veel mensen een beetje van Pauline in zich hebben. Daar kan men naar zoeken, men kan een ander standpunt innemen en daar van leren genieten. Neem de volkstuintjes in de film, ze zijn banaal, met hun tuinkabouters. Het is makkelijk om er op neer te kijken, maar men kan proberen op onderste laddertje te gaan staan en het prachtig vinden. Vaak moeten zaken hoogstaand artistiek zijn of machinaal gemaakt zijn, opdat het mooi genoemd mag worden. Dat komt omdat Jan met de pet zijn smaak slechter verwoordt dan Jan met de mooie hoed. Wij betalen honderd frank entree om te kijken naar iets wat vaak voortkomt uit een rare kronkel in een artistieke geest, waarmee ik niet denigrerend wil doen. Maar in een willekeurige tuin groeien de prachtigste bloemen helemaal gratis. De meeste mensen kijken er overheen, Pauline niet.”
Dat Debrauwer zo goed aanvoelt wat Pauline denkt, is gebaseerd op gedegen onderzoek. Hij bezocht verschillende instellingen voor geestelijke gehandicapten en legde zijn scenario voor aan begeleiders en deskundigen. Hij kreeg het advies tijd door te brengen met de mensen in de leefgroepen. Lieven Debrauwer: “Na die inleefperiode is mijn bewondering alleen versterkt. Dat Pauline een ander geluksbeleving heeft is wat me zo aantrekt in haar personage. Wanneer ik in die instelling kom waar ik nu vrienden heb en vertel dat ik een fles champagne heb gekregen, een nieuwe auto heb gekocht, of een contract heb afgesloten, vinden ze dat maar niks. Als ik zeg dat ik een pannenkoek heb gegeten, ben ik een god. Ik neem hun manier van gelukkig zijn als voorbeeld. Dat zouden meer mensen kunnen doen. “Het personage van Pauline kan staan voor mensen die kleiner zijn, minder intelligent, of fysiek niet normaal. Die mensen blijven aan de zijlijn van de maatschappij staan. Ik denk aan het klassieke verhaal van de notaris of de dokter die men kruist en gedag zegt, terwijl men de vuilnisman negeert.” Debrauwer lijkt Pauline & Paulette gemaakt te hebben met de gewone man voor ogen. “Ik weet zeker dat Pauline & Paulette het niet haalt door zijn technische of artistieke hoogstandjes. Daar gaat het niet om, het is de ontroering waar mensen behoefte aan hebben.”
Voor iemand die dit principe huldigt moet een publieksprijs extra veel waard zijn: “Een juryprijs heeft meer waarde, hij wordt uitgereikt namens beroemde en belangrijke persoonlijkheden. Het publiek mag dan niet uit vips bestaan, maar het gaat om 30.000 mensen met een hart, die geraakt zijn. Ik hoor dat mensen elkaar ontmoeten in de kaaswinkel en adviseren om Pauline & Paulette te zien. Daar hangt geen trofee aan vast, maar het is minstens even waardevol.”
Simona Moroni in De Filmkrant
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!