België, Frankrijk, Luxemburg - 2006 |
92 minuten - Filmmagie nr. 567 | |
Regie: | Joachim Lafosse | |
Scenario: | Joachim Lafosse & François Pirot | |
Montage: | Sophie Vercruysse | |
Met: | Isabelle Huppert (Pascale), Jérémie Renier (Thierry), Yannick Renier (François), Kris Cuppens, Raphaelle Lubansu | |
Fotografie: | Hichame Alaouie | |
Productie: | Joseph Rouschop & Martine de Clermont-Tonnerre | |
Links: | www.hautetcourt.com/fiche.php?pkfilms=124 |
Filmmagie nummer 567: Ga naar de bespreking
Hieronder de bespreking bij de voorstelling van FilmMagie Antwerpen
Wanneer zijn ouders bereid om hun kinderen los te
laten?
Wanneer zijn kinderen bereid om hun ouders, bij wijze van spreken, de rug toe te
keren?
En hoelang moet een scheiding duren vooraleer alle partijen met een propere lei
verder kunnen? Joachim Lafosse spint een intrigerend intimistisch drama rond
deze vragen over relatie en individu.
Ingetogen pleidooi voor vrijheid en ademruimte.
Pascale is een mooie vrouw, gescheiden, die ongedwongen omgaat met haar 18-jarige tweeling, Thierry en François. Je zou hun relatie innige kameraadschap kunnen noemen. Alleen haar ex Luc gooit door zijn ongevraagde bezoekjes aan zijn zonen af en toe roet in het eten. Wanneer bij Pascale het plan rijpt om met haar Vlaamse buurman en nieuwe liefde Jan in de Périgord een pension te beginnen, slaat de gemoedelijke sfeer om. De zonen nemen het niet dat hun vertrouwde status quo op het spel wordt gezet en hun huis als pasmunt moet dienen voor moeders toekomst. Vooral de opvliegende en redelijk egocentrische Thierry dwarsboomt Pascales voornemens. Hun huis, of hun thuis, lijkt de inzet te worden in een alsmaar bitsere confrontatie. Maar zelfs wanneer de moeder op alle terreinen zwicht en haar eigen leven op de pauzeknop zet, bloeden de wrijvingen niet dood. Zij escaleren integendeel tot een drama buiten alle proporties.
Joachim Lafosse (Folie Privée, Ça rend heureux)
draagt zijn film, een beetje cynisch misschien maar zonder leedvermaak, op “aan
onze grenzen”. Of begrenzingen.
Lafosse schetst in charmerende vignetten hoe behaaglijk gelijkmoedigheid en
vertrouwelijkheid zich binnen dit gezin hebben genesteld. Onopvallende, maar
precieze scènes van een alledaags leven – aan tafel, in de badkamer, aan de
strijkplank, aan de pingpongtafel – ademen harmonie uit. Maar NUE PROPRIÉTÉ
toont ook hoe zwaar dat fel bevochten evenwicht op de individuen kan wegen. Hoe
remmend het werkt. En hoe moeilijk het is voor ‘buitenstaanders’ – met name Luc
en Jan, maar ook Thierry’s vriendinnetje Anne – om zonder kleerscheuren in het
vaste gegeven Pascale-Thierry-François binnen te breken. Als puntje bij paaltje
komt, zijn de twee net volwassen zonen niet in staat zich van hun moeder los te
weken of haar met iemand te delen; daarvoor zijn ze te veel op haar aangewezen.
Hun huis, de symbolische blote eigendom, werpt een verstikkende demarcatielijn op rond haar persoon én haar toekomst. Zij kan het niet verkopen zonder hun toestemming. Maar het bakent ook hun eigen leven af. De jongens raken namelijk alleen via hun moeder de buitenwereld in…
We zien de bewuste ‘eigendom’ voor het eerst
volledig wanneer de camera, frenetiek bijna, wegsnelt van de plaats van het
drama. Een prachtig droomhuis, neergepoot in een idyllisch landschap, ver weg
van de bewoonde wereld. Maar idylle valt niet te rapen of vast te pinnen.
Lucs spijtige slotsom komt ruimschoots laat. “We hebben het gewoon geprobeerd en
het heeft niet gewerkt. Dat is alles”. Het gekozen isolement sneuvelt pas
wanneer moeder én vader noodgedwongen samen scherven rapen. Scherven van nu,
maar vooral van vroeger.
Lafosse legt zijn intieme drama vast via een
briljante, beheerste mise-en-scène. De Brusselaar kleeft pareltjes op je
netvlies. Kleinoden soms, zoals die waarin Pascale door de haren van haar zoon
woelt en hem toevertrouwt dat zij het huis niet gaat verkopen. Of die waarin ze
een appeltje eet met het zoontje van haar vriendin. Maar ook grootschaliger
scènes, zoals die waarin Thierry op het voorplan zijn misstap betreurt, terwijl
op de achtergrond vader, moeder en hulpdiensten naar zijn broer toesnellen.
Lafosse toont zich in elk van die scènes billijk en bekommerd om àlle spelers in
dit pijnlijk relatiedrama.
Zijn kleine ensemblecast – Isabelle Huppert, de broers Jérémie en Yannick
Renier, maar ook nevenrollen Kris Cuppens, Patrick Descamps en Raphaëlle Lubansu
– speelt schitterend in op elkaar en zet mooie, levensechte personages neer.
Lafosses zorgvuldig opgebouwde verhaal laat zich, aan het einde van de rit,
vooral bekijken als een pleidooi voor vrijheid en ademruimte.
Wie met elkaar wil leven moet elkaar ook een beetje kunnen loslaten. Of nog: leven ís loslaten.
Karin Seberechts in filmmagie 567