FilmMagie-logo-white

Nono, Het Zigzag Kind

(2012,
NL, BE, UK, SP, FR)
(2012,
NL, BE, UK, SP, FR)
03 december 2013

Regisseur

Vincent Bal

Producer

Burny Bos, Els Vandevorst

Scenario

Vincent Bal, Jon Gilbert naar David Grossman

Acteurs

Isabella Rossellini, Fedja van Huêt, Burghart Klaussner, Camille de Pazzis, Eric De Kuyper, Thomas Simon, Jessica Zeylmaker

Cinematografie

Walther Vanden Ende

Montage

Peter Alderliesten

Muziek

Thomas de Prins

Prijzen

Filmduur

95 min

Een soort cadeautje. Zo noemde de gereputeerde schrijver David Grossman de film die Vincent Bal van zijn jeugdboek The Zigzag Kid gemaakt heeft.

Natuurlijk was ik zenuwachtig, bekent Vincent Bal. Het boek is een beetje Grossmans kind. Hij heeft ons ontzettend veel vrijheid gegeven. Dat vertrouwen wil je niet beschamen. Bij het begin van de visie had hij zijn boekje klaar om nota’s te nemen. Maar na een kwartiertje heeft hij het dichtgedaan. Hij noemde de film uplifting. En dat hij zich een beetje een beter mens voelde na dan voor de film.

Voor Nono, het Zigzagkind – met Isabella Rossellini en Burghart Klaussner (bekend van Das weisse Band) in belangrijke rollen – is Bal opnieuw in zee gegaan met Burny Bos, de Nederlandse producent met wie hij ook al het kassucces Minoes gedraaid heeft. Toch duurde het acht jaar voor het project op rails kon gezet worden.

Burny Bos en ik hebben serieus op onze tanden moeten bijten. Op den duur denk je ook, als de film weer een jaar uitgesteld wordt, nu ben ik het beu. Maar ik had echt zin om deze film te maken. Omdat ik zo ontroerd was door het boek. Al de personages zitten een beetje vast in hun leven en zijn wat eenzaam. Het gaat ook over familie en het leren omgaan met elkaar. Dat zijn thema’s die me altijd interesseren.

In 1999 draaide Bal zijn langspeelfilmdebuut Man van staal, een gevoelige opgroeifilm over een jongen die met zichzelf in het reine tracht te komen na de dood van zijn vader. Ook in Nono, het Zigzagkind vind je dat thema van een vader-zoonrelatie terug. Niet alleen verzwijgt Nono’s echte vader essentiële dingen, de topcrimineel die met Nono naar Nice trekt, wordt ook een soort surrogaatvader. Nu maakte Vincents moeder Eva Bal naam met de Kopergietery, het vroegere Speeltheater, het eerste kunstencentrum voor jongeren in Vlaanderen. Dat zij de interesse voor de kinderwereld en het creatief zijn in hem heeft aangewakkerd, spreekt Bal niet tegen. Ik ben een slagerszoon op dat vlak, aldus Bal.

Maar hoe zit het met zijn vader? Ergens is het een soort blinde vlek. Ik kan het hebben over hoe ik me hem herinner, maar dat zijn dingen die ik graag privé houd. Ik maak films. Dat is mijn manier om met de wereld te communiceren. Natuurlijk is er een link doordat ik mijn vader verloren heb toen ik dertien jaar was. Iedereen is gevormd door het leven dat hij meemaakt. Dat het een gevoelige plek bij me is, spreekt voor zich.

Bal is nogal kieskeurig in het aannemen van projecten, zegt hij. Toch valt het op dat zijn werk – van Man van staal en Minoes tot de animatiereeks Kika en Bob – zich vaak in de sfeer van de familie- en kinderfilm situeert. Wat boeit hem zo in dat universum? Ik ben het kind in mezelf nog niet vergeten, zegt Bal. Dat speelt mee. Bovendien wordt in dat soort films makkelijker een bepaald soort fantasie en humor toegestaan. Ik vind het gewoon leuk om dat soort verhalen te vertellen, om dat soort films te maken. Eigenlijk volg ik gewoon altijd mijn buikgevoel. Je vraagt toch ook niet aan een schilder waarom hij zoveel rood gebruikt?

Als er een pigment is dat kleur geeft aan bijna al de films van Bal dan is het dat van de retro: zowel zijn kort- als langspeelfilms hebben telkens een sterk retrodesign. Ik heb geen zin om twee jaar van mijn leven te besteden aan het maken van iets wat ik zelf niet mooi vind. Door je film in het verleden te situeren, krijg je ook meer vrijheid om je beeld te stileren en dat bevalt me wel.

Ooit was Bal de coming man van de Vlaamse film. Zijn kortfilm The Bloody Olive (1996), een noirparodie naar de Franse strip-auteur Lewis Trondheim, reist nog altijd de wereld rond. Bal heeft een nieuw project voor een langspeelfilm op stapel, opnieuw naar Trondheim. Vincent Bal wordt in de kritiek zelden op dezelfde hoogte gezet als pakweg Fien Troch of Felix Van Groeningen. Prikt dat?

Familiefilms worden zelden ernstig genomen, geeft hij toe, maar eigenlijk doe je daarmee afbreuk aan het oeuvre van Roald Dahl, Astrid Lindgren of de Pixar-stal. Het is zo dat ik weinig zin heb om een bloedserieuze film te maken, omdat ik zo helemaal niet naar het leven kijk. Maar een komedie voor volwassenen, in de geest van Billy Wilder en Ernst Lubitsch: graag! Ik ben nog maar 41. Tijd genoeg, hé (lacht).

Het eerste wat opvalt aan het snedig vertelde Nono, het Zigzagkind is het gestileerde retrosfeertje, dat van de jaren zeventig. Daardoor straalt dit avontuur over Nono, een jongetje op de drempel van zijn bar mitswa, iets van de charme van een ouderwets jongensboek uit. Net zoals zijn vader, een bekend politieinspecteur, wordt ook Nono (een lieve Thomas Simon) meegesleept in een mysterie dat hij wil oplossen: dat rond zijn overleden moeder. Hij krijgt daarbij de hulp van een meesterlijke juwelendief (Burghart Klaussner) waar zijn vader nog jacht op gemaakt heeft. Zo springt deze detectivepret kriskras van een op hol geslagen trein en een rit per Kever naar de Promenade des Anglais in Nice. En van een zwoel variéténummer met Isabella Rossellini naar superheldenactie in een industrieel complex, inclusief een chocoladebad.

Echt memorabel is die met weemoed en spanning geserveerde cocktail niet en mis je als volwassene een emotionele afdronk. Maar het altijd even stijlvaste Nono, het Zigzagkind prikkelt wel en ieder detail zit op zijn plaats.

Luc Joris in De Morgen – 24 oktober 2012

Zie ook FilmMagie nr.  628 en 629