FilmMagie-logo-white

Mary Reilly

(1995,
UK)
(1995,
UK)
29 april 1997

Regisseur

Stephen Frears

Producer

Ted Tanen, Nancy Graham Tanen & Norma Heyman

Scenario

Christopher Hampton, naar het gelijknamige boek van Valerie Martin

Acteurs

Julia Roberts – Mary Reilly — John Malkovich – Dr. Jekyll/Mr. Hyde — Michael Gambon – vader Reilly — Kathy Staff – Mrs. Kent — Glenn Close – Mrs. Faraday

Cinematografie

Philippe Rousselot

Montage

Muziek

George Fenton

Prijzen

Filmduur

118 min

Gegeven

Mary Reilly is een nieuwe variatie op het bekende huiververhaal van Dr. Jekyll en Mr. Hyde.  In feite is het de adaptatie van de gelijknamige Amerikaanse roman die Valerie Martin in 1990 schreef.  Hier wordt het klassieke verhaal over goed en kwaad opnieuw verteld, maar nu vanuit het standpunt van een van de figuranten uit de oorspronkelijke roman: de dienstmeid.

Londen op het einde van de negentiende eeuw.  Mary Reilly is een jonge vrouw die als kind door haar dronken vader werd misbruikt en mishandeld.  Maar nu heeft ze een veilig onderkomen gevonden in het huis van de rijke dokter Henry Jekyll.  Deze afstandelijke geleerde, die dag en nacht in zijn laboratorium werkt aan een mysterieus experiment, heeft geen oog voor de bedeesde en nederige meid.  Tot hij de littekens bemerkt op haar armen en in haar nek.  Hij raakt gefascineerd door Mary’s verleden.  Er groeit een stilzwijgende band tussen beiden, tot groot ongenoegen van Mr. Poole, de butler.

Maar Mary wordt ook getuige van vreemde gebeurtenissen.  Wat voert Dr. Jekyll ’s nachts uit in zijn laboratorium vanwaar ze angstaanjagend geschreeuw kan horen?  Wat  betekent de bebloede zakdoek die ze ’s morgens in de slaapkamer van de dokter vindt?  En wat bedoelt de bordeelhoudster Mrs. Faraday met “alles wordt geregeld volgens de wensen van de dokter”?

De bal gaat aan het rollen wanneer Dr. Jekyll een assistent in dienst neemt: Mr. Hyde…

Regisseur

Stephen Frears begon zijn loopbaan in het theater, werd nadien regisseur voor de BBC en maakte in 12 jaar tijd 24 TV-films.  Midden de jaren tachtig begon hij ook voor het witte doek films te maken my beautiful laundrette, prick up your ears, sammie and rosie get laid en verwierf snel een internationale reputatie als vurig tegenstander van het Thatcherbeleid.  Ook in de jaren negentig zou hij die typisch Britse sociaal-realistische films blijven maken the snapper en, recent, the van,  maar inmiddels kreeg zijn carrière een “Amerikaanse”  wending.  In 1988 kreeg Frears voor het eerst de mogelijkheid een grote productie te realiseren met inbegrip van sterren als John Malkovich,  Glenn Close en Michelle Pfeiffer.  Deze film, dangerous liaisons, werd op alle vlakken een triomf.  Later volgden de Hollywoodproducties the grifters en accidental hero, maar het succes was een stuk bescheidener.

Bij de Hollywood-studio Tristar moet men, toen de filmrechten van Valerie Martins boek werden gekocht, gedacht hebben een nieuwe dangerous liaisons in handen te hebben.  Men wist Frears te strikken voor de regie en ook voor het scenario, de fotografie, de muziek, de decors, enz.  kon men beroep doen op de mensen die in ’88 zulk een groot commercieel én artistiek succes wisten te verwezenlijken.  Maar in de handen van dit “succesteam”  werd Mary Reilly een door en door duister negentiende-eeuws claustrofobisch drama,  waarvan de naargeestigheid op een compromisloze (lees oncommerciële) manier werd volgehouden. 

Bespreking

In het oorspronkelijke verhaal van Robert Louis Stevenson wordt de verhouding tussen goed en kwaad verkend.  Beide krachten worden niet gezien als noodlottig fundament van de wereld waarin wij leven, maar als een innerlijke tegenstelling in elk van ons.  Het kwade:  driftmatig, beweeglijk, duister en mysterieus.  Steeds uit op vernietiging.  Het goede: redelijk, vredig, geketend en braaf.  Steeds de medemens indachtig.

De twee krachten houden elkaar in evenwicht tot Dr. Jekyll het recept vindt om beide krachten uit elkaar te halen en het kwade de vrije loop te laten.  Het kwade, verlost van zijn tegenpool, viert die vrijheid in een stroom van geweld en verderf en wordt steeds sterker.  Het kwaad wordt zichtbaar en vervult ons met afschuw.

Dr. Jekyll is een wetenschapper.  Zijn recept dient een experiment waarmee hij ons de waarheid kan tonen over deze wereld.  Maar al gauw wordt hij door het kwaad verleid.  Wanneer hij getransformeerd is in Mr. Hyde, is hij in staat zich te onttrekken van alle morele conventies van de puriteinse Victoriaanse samenleving:  “I do not longer care what the world may think of me.”  De ontdubbeling geeft Jekyll een gevoel van bevrijding dat zelfs sterker wordt dan elke wroeging om het leed dat hij aanricht.   Voor Frears en zijn scenarist Christopher Hampton vormt de ontdubbeling van de dokter slechts een aanleiding om te exploreren in de duistere (seksuele) regionen die schuilen in elk van ons.  Daarom wordt aan de kijker onomwonden getoond dat Jekyll en Hyde één en dezelfde persoon zijn en verkennen we in de eerste plaats de psyche van de dienstmeid Mary Reilly.

Mary is bang en wanhopig op zoek naar een beetje geborgenheid.  Die meent ze te vinden in het huis van Dr. Jekyll en haar bewondering voor hem is groot.  Ze is zich erg bewust van haar maatschappelijke positie en aanvaardt dit voor honderd procent.  Ondanks haar traumatische verleden blijft ze overtuigd van de goedheid van de mensen.  (Over haar vader:  “Het was de drank, niet mijn vader, die slecht was.”)  Maar zelfs in deze Mary schuilt een donkere zijde.  Ze geeft toe dat ze soms bang is van zichzelf.  Wanneer Hyde opduikt is haar afschuw voor hem groot, maar tegelijk is er ook die seksuele aantrekkingskracht.

Achter het vertrouwen dat tussen Dr. Jekyll en Mary groeit, kan men liefde vermoeden.  In zijn eigen huid kan Jekyll hier echter geen lucht aan geven en Mary is zich bewust van het klasseverschil.  Uiteindelijk zal haar liefde voor Dr. Jekyll ervoor zorgen dat ze Mr. Hyde in bescherming neemt.  Het begrip dat ze toont en de mate waarin ze weigert te veroordelen,  heeft invloed op Hyde.  Ondanks zijn steeds toenemende driestheid krijgt het goede greep op hem.  Los van het tegengif – dat Hyde doet transformeren in Jekyll – kiest Hyde voor het goede door een offer te brengen.  Hij pleegt zelfmoord omdat hij weet dat hij Mary Reilly uiteindelijk zal meeslepen in de ontembare neerwaartse spiraal van geweld.  Zo krijgt de film toch nog een positieve wending.  In de duisternis bestaat er toch nog zoiets als ultieme liefde.

In Stephen Frears’ mise-en-scène wordt het duistere in de wereld van meet af aan zichtbaar gemaakt.  In de openingsscène toont hij ons het Victoriaanse Londen dat claustrofobisch, mysterieus en donker is.  De beelden worden gedragen door muziek zwanger van onheil. De donkere fotografie van asgrauwe decors, gehuld in een dichte mist, doet ons bij momenten vergeten dat er iets als kleur bestaat.  Daardoor missen de zeldzame uitspattingen in rood hun bloederig effect niet, om nog maar te zwijgen over de vuurrode vraatzuchtige lippen van de bordeelhoudster.  Maar de keuken van Jekylls huis, waar de staf ploetert en de butler en de kokkin Mary voortdurend haar plaats wijzen, is opnieuw grauw en grijs.  De close- en mediumshots houden het oog van de kijker gevangen in een wereld waarin het gevaar steeds op de loer ligt.  Ook de woning, schijnbaar veiligheid en geborgenheid biedend, draagt het onheil in zich: een sidderende paling wordt vakkundig gestroopt onder het oog van de met afschuw vervulde Mary Reilly, een aantal dode kippen, de schaduw van een transformerende Dr. Jekyll op een koepel.

De benauwende sfeer wordt extra benadrukt door de knappe manier waarop Frears zijn hele mise-en-scène afstemt op het bestuderen van gezichten, het stelen van blikken en het betrappen van vluchtige, al dan niet schuldbewuste handelingen.

Afgezien van enkele flitsen van de ravages die Mr. Hyde aanricht en één hallucinante transformatie, bevat Mary Reilly weinig expliciete horror, maar des te meer ambiguïteit en psychische huiver.

                                                               Peter Ceulemans, medewerker KFL-Antwerpen