FilmMagie-logo-white

Marius et Jeannette

(1997,
Frankrijk )
(1997,
Frankrijk )
02 maart 1999

Regisseur

Robert Guédiguian

Producer

Agat films

Scenario

Jean-Louis Milesi en Robert Guédiguian

Acteurs

Arianne Ascaride – Jeanette — Gerard Meylan – Marius — Pascale Roberts – Caroline — Jacques Boudet – Justin — Frederique Bonnal – Monique — Jean-Pierre Darroussin – Dede — Laetitia Pesenti – Magali — Milou Nacer – Malek — Pierre Banderet – M. Ebrard

Cinematografie

Bernard Cavalié

Montage

Muziek

Jacques Menichetti

Prijzen

prix Louis Delluc 1997 — César beste actrice

Filmduur

101 min

Het verhaal

Het kleine Marseilleese havendistrict l’Estaque – door schilders als Braque een plaats in de kunstgeschiedenis gegeven – is omgeven door fabrieken. In de kleine huisjes rond een gemeenschappelijke binnenplaats leven drie families van wie de vrouwen elk geheim lijken te delen terwijl de mannen de dag doorbrengen met filosoferen en wegdromen. Er gebeurt nooit iets buitengewoons, maar de gesprekken vallen nooit stil. Jeanette is een doorgoeie, hardwerkende en alleenstaande moeder die erin slaagt haar adolescente dochter en half-Arabische zoon op te voeden met het povere loontje van checkout-meisje in een supermarkt. Op korte tijd wordt haar leventje ondersteboven gekeerd. Ze ontmoet de vriendelijke reus Marius, een eenzame bewaker in een ongebruikte cementfabriek, en ze wordt ontslagen nadat ze haar baas de levieten heeft gelezen. Even houdt ze de boot af, maar Jeanette beslist een relatie aan te gaan met Marius. Wanneer eindelijk alles op wieltjes lijkt te lopen, keert Marius plots op zijn stappen terug en isoleert zich opnieuw in de cementerij. De mannelijke buren van Jeanette willen dat niet laten gebeuren en proberen haar en de grote goedzak weer bij elkaar te krijgen.

Het scenario

Marius et Jeanette is haast een verhaal zonder plot. De film is eerder een verzameling van stukjes gesprekken, van ontmoetingen van het gezelschap op de binnenplaats, privé-ontboezemingen en gedeelde maaltijden. De rijkelijk gevarieerde karakters zetten afwisselend een boom op over liefde, leven, eten, politiek en filosofie. De personages worden ten voeten uit getekend. Zelfs de baas van Jeanette die telkens weer op de proppen komt, krijgt een volledig karakter.

Marius et Jeanette houdt het midden tussen een optimistisch sprookje en een realistisch drama. Vandaar de eigen toon van Guédiguians film.

De regie

In het begin is het wennen aan Guédiguian’s stijl en aanpak. De film is met weinig middelen gedraaid. Technisch kan de film dan ook bezwaarlijk een topper genoemd worden. Integendeel, maar dat hindert geenszins het feit dat naarmate de film vordert je onweerstaanbaar wordt meegesleept door de personages en de situaties.

Ze komen erg vertrouwd en herkenbaar over door de talloze details. Eén voorbeeld: Marius mankt. Ondanks die handicap stelt hij Jeanette een loopwedstrijd voor. Meteen een aanleiding om te vertellen hoe hij aan zijn job kwam.

Een knokpartij in een café vormt een onwaarschijnlijke stijlbreuk, maar gelukkig vindt de regisseur daarna zonder problemen de originele toonaard terug. Acteurs en actrices leveren een essentiële bijdrage tot het succes. Dat de film in Cannes de competitie niet haalde, was een blijk van wantrouwen tegenover de eigen Franse productie. Het succes van de prent in Cannes en later in heel Frankrijk was in dit geval een kaakslag voor de selectieheren.

Marius et Jeanette wil het gevecht aangaan met het cynisme. Een vrouw gekleed in het blauw en een man in het rood vinden een weg om van elkaar te houden. Ondanks hun vervelende werksituatie en andere levensmiserie willen ze elkaar blijven ontmoeten, zij met een rode Martini in de hand, hij met een pakje blauwe Gauloises. De pot witte verf waar aanvankelijk de discussie om gaat gebruiken ze later om samen het huis op te knappen. Een manier voor de regisseur om in te gaan tegen het cliché van het realisme dat men elkaar altijd moet wantrouwen. 

De sociaal-politieke film

Guédiguian is een (politiek) geëngageerd filmmaker. Dat blijkt niet via de figuur van Justin die zijn pedagogische achtergrond gebruikt om te antwoorden op Maliks vragen. Justin personifieert de opleiding, onmisbaar om het geheugen te vereeuwigen en de Bedreiging te ontmoedigen. de bedreiging wordt dan weer geïncarneerd door Dédé die één keer – ‘één keer te veel’ – voor het Front National heeft gestemd. Engagement is essentieel voor Guédiguian. Zoals hij het uitdrukt in een zin van Caroline: ‘Alles is politiek’. Een film maken is voor Guédiguian eveneens een politieke daad. Het stelt hem in de gelegenheid nu en dan via kleine, eenvoudige zinnetjes waarheden te verkondigen over vrijheid of tolerantie. Demagogisch? Misschien, pedagogisch alleszins. Daarom is ex-leraar Justin voor de regisseur de boodschapper bij uitstek. De kinderen van Jeanette zijn eveneens van kapitaal belang. Zij staan voor de hoop. Als de jongeren goed evolueren, kan de algemene toestand van de samenleving zich verbeteren. Dochter Magali vraagt van haar moeder een pijnlijke opoffering als ze zegt dat ze in Parijs journalistiek wil studeren. Caroline, vriendin van Jeanette en onbreekbare communiste, vindt dat Magali gelijk heeft. “Er moeten journalisten uit ons milieu zijn”, meent ze. “Anders zeggen ze nooit meer iets over ons. Tenzij slechte dingen.”  Het is natuurlijk Guédiguian zelf die achter Magali schuilgaat. De regisseur is geboren en getogen in l’Estaque. Juist om over ‘hen’ iets goeds te zeggen leerde hij cinema maken en dat doet hij al vijftien jaar.

Helemaal in het begin van de film drijft een plastic wereldbol l’Estaque binnen. Het beeld getuigt van Robert Guédiguians geloof dat alle verhalen van de wereld overal kunnen worden verteld. Telkens opnieuw situeert hij zijn verhalen in Marseille, een stad die hij niet omschrijft als de plaats waar hij filmt, maar als de taal waarin hij filmt.

            Nico Krols, medewerker KFL-Antwerpen