FilmMagie-logo-white

Le tout nouveau testament

(2015,
België )
(2015,
België )
07 maart 2016

Regisseur

Jaco Van Dormael

Producer

Jaco Van Dormael

Scenario

Thomas Gunzig, Jaco Van Dormael

Acteurs

Benoît Poelvoorde, Yolande Moreau, Pili Groyne, Laura Verlinden, Didier De Neck, Serge Lariviere, Francois Damiens, Catherine Deneuve, Romain Gelin, Marco Lorenzi

Cinematografie

Christophe Beaucarne

Montage

Hervé de Luze

Muziek

Ann Pierlé

Prijzen

Filmduur

113 min

Interview met Jaco Van Dormael over ‘Le Tout Nouveau Testament’

Genesis revisited

“We zijn onsterfelijk tot we de dag van onze dood kennen.”

Jaco Van Dormael (‘Toto Le Héros’, ‘Mr. Nobody’) is geen veelfilmer, maar wel een van Belgiës creatiefste regisseurs. Ook ‘Le Tout Nouveau Testament’ staat bol van de surrealistische belgitudes. Het publiek in Cannes onthaalde de existentiële satire uitbundig waarmee Van Dormael, sneller dan we van hem hadden verwacht, een vervolg aan zijn oeuvre breidt. God en diens creatiedrang, de lotsbestemming van de mens en de absurde, soms donkerkomische, situaties die daaruit voortvloeien blijven ook in ‘Le Tout Nouveau Testament’ de ruggengraat van zijn verhalen.

Jaco Van Dormael nodigde ons voor een gesprek uit in de wasserette vlakbij het Flageyplein in Brussel die geschikt bleek als een van de sets voor ‘Le Tout Nouveau Testament’. Van Dormael maakt ook deze keer weer eigenzinnige, prettig gestoorde cinema met een cerebraal kantje. Volgens hem zit de bijbel er naast. God blijkt immers een onhebbelijke vent die gewoon in Brussel woont. Zijn zoon is het thuis allang afgebold en het is zijn dochter die nederdaalt om de mensheid te redden.

De immer energieke Benoît Poelvoorde speelt God. “Hij heeft Brussel geschapen en woont in Molenbeek”, vertelt Van Dormael, voor hij aan zijn laatste opnames begint. “Zijn remedie tegen de verveling is natuurrampen te ontketenen en wat met de mens te dollen. Hij laat hen van pech hebben aan de hand van fysische wetmatigheden zoals de wet van Murphy. Tot zijn dochter opdaagt en hem op het rechte pad wil brengen. Ik ken Benoît al lang en deze uitgangssituatie leek me eindelijk de gelegenheid om met hem te werken. Raar, Yolande Moreau ken ik ook al 40 jaar en pas nu kwam er ook met haar een samenwerking. In één klap werk ik met hen beiden en dan nog in mijn eigen stad. En of ik content ben!”

Politiek geladen Brussel

Van Dormael bezondigt zich niet aan exotisme en vindt zijn verhalen dicht bij huis. “Ik ken deze stad en hou van haar, maar ik ga er geen sightseeing tour van maken. Brussel is interessant. De stad is mooi omdat ze zo lelijk is. Ze verrast voortdurend, en ze is politiek geladen. De personages van ‘Le Tout Nouveau Testament’ passen in een kosmopolitische, chaotische stad als Brussel. Ze lopen allemaal wat verloren en zijn getekend door het leven. Met zijn mengelmoes aan talen en nationaliteiten bleek Brussel de uitgelezen achtergrond voor hun karakters.”
De karakters van lichtjes trieste eenzaten die in een eigen, vaak surrealistische wereld leven lijken de kijk op het leven van Van Dormael uit te dragen.
“Misschien wel. Ik hou er niet zo van om mijn eigen films te analyseren. Ik denk er echt niet over na. Dat mijn personages in een surrealistische omgeving leven kan ik wel erkennen. Ik stel me zeker existentiële en maatschappelijke vragen, maar ze zitten functioneel vervat in het scenario. Dieper dan dat gaat het voor mij niet. In ‘Le Tout Nouveau Testament’ heb ik mij gewoon de vraag gesteld: wat als niet Jezus, maar een meisje de messias was? Zouden we beter af zijn? De meeste godsdiensten zijn een erg mannelijke aangelegenheid. Op de maagd Maria na is in het katholicisme alles van betekenis mannelijk.”

In één beweging begeeft Van Dormael zich met die bedenking op redelijk surrealistisch terrein. De lokale, Brusselse aangelegenheid van de film wordt daarmee op een universeler plan getild. “Ik heb een film gemaakt die aanleunt bij de humor van mensen rondom mij. Ik vermoed wel dat het soort humor is dat ver kan reizen: hij is offbeat, surrealistisch, absurd en onverklaarbaar.”
Voor het eerst werkte Van Dormael met een co-scenarist: Thomas Gunzig, een Belgische schrijver van onder meer ‘Manuel de survie à l’usage des incapables’, bekend om zijn zwarte humor. “Dat was interessant. Het versnelde het proces. We schreven elk apart – daar gaf ik de voorkeur aan – en lieten dan onze schrijfsels met elkaar botsen. We keken hoe we ideeën konden combineren, wat ik erg leuk vond, want ik kende het universum van Thomas Gunzig en hij dat van mij. Het was met hem altijd aangenaam om de tijd te verdrijven. Zelfs wanneer het werk voor geen meter vorderde, hadden we toch nog een goeie tijd.” (lacht)

De clash tussen God en zijn dochter maakt dat de personages in ‘Le Tout Nouveau Testament’ de datum van hun dood te weten komen. Het is de aanleiding voor de gekste overwegingen en activiteiten van allerlei mensen. Zoals de jonge Kevin die zich op suïcidale stunts stort. We wilden wel eens weten wat Van Dormael zou doen met de rest van zijn leven mocht hij zijn overlijdensdag kennen. “Dat kan ik dus niet zeggen, precies omdat ik die datum niet kén. Als je hem wel kent, zouden je keuzes zich volgens mij duidelijker opdringen en ook wel radicaler zijn. Ik weet niet of ik nog tien of veertig jaar zal leven. De personages beseffen veel meer dan wij dat ze sterfelijk zijn. We zijn onsterfelijk, zolang we de dag van onze dood niet kennen.”

Nico Krols in Vertigo, september 2015

Zie ook FilmMagie nr. 657