FilmMagie-logo-white

La femme de Gilles

(2004,
België – Frankrijk – Luxemburg)
(2004,
België – Frankrijk – Luxemburg)
26 april 2005

Regisseur

Frédéric Fonteyne

Producer

Patrick Quinet voor Artémis Productions-Liaison Cinématographique-Samsa Film

Scenario

Fédéric Fonteyne & Philippe Blasband, in samenwerking met Marion Hänsel, naar de roman van Madeleine Bourdhouxhe

Acteurs

Emmanuelle Devos (Elisa), Clovis Cornillac (Gilles), Laura Smet (Victorine), Alice en Chloé Verlinden

Cinematografie

Virginie Saint Martin

Montage

Erwin Ryckaert

Muziek

Vincent d’Hondt

Prijzen

Filmduur

103 min

La femme de Gilles, de derde langspeelfilm van de Belg Frédéric Fonteyne, opent met metaforische beelden van spetterende hoogovens. Op de klankband klinkt ‘Mon homme’, een Franse chanson uit 1920 van Mistinguett. “Sur cette terre, ma seule joie, mon seul bonheur, c’est mon homme…” Maar enkele strofen verder zingt Mistinguett: “La femme à vraie dire n’est faite que pour souffrir par les hommes”.
“Een vrouw is, eerlijk gezegd, enkel gedoemd om te lijden door de mannen”.
Die pijn van een toegewijde, maar door haar man bedrogen huisvrouw, wordt in La femme de Gilles magnifiek in beelden gevat.

Regisseur Fonteyne en scenaristen Philippe Blasband en Marion Hänsel baseerden zich voor dit verstilde kamerspel op de gelijknamige roman uit 1937 van de Belgische schrijfster Madeleine Bourdouxhe. “De tragische schoonheid van het boek lag in het stilzwijgen”, aldus Fonteyne. Hoewel de film klassiek en academisch is in zijn overigens puntgave reconstructie van het Waalse arbeidersmilieu van voor de Eerste Wereldoorlog en een nauwkeurige naturalistische kroniek is over het leven en het werk van een huisvrouw van die tijd heeft Fonteyne er een verrassende filmische dynamiek aan gegeven die indruk maakt.

Net zoals in zijn vorige film, het internationaal bejubelde Une liaison pornographique, staat in La femme de Gilles het (intieme) leven van een koppel centraal. Maar deze keer zijn de dialogen tot een minimum beperkt. Over het intieme, en in dit geval de gevoelstoestand van Elisa (een glansrol van Emmanuelle Devos), wordt er nauwelijks gerept. De beelden doen al het werk. De film is bijgevolg een subtiel spel van blikken, lichaamstaal en gezichten, door cameraman Virginie Saint-Martin schitterend gefotografeerd tot intimistische miniatuurschilderijen.

Volgens Fonteyne ligt de ziel van de mens in zijn gezicht en is de camera een magische manier om dat vast te leggen. De manier waarop hij hier in brede, korte close-ups de vertwijfeling, de jaloezie, de frustraties, het stilzwijgen, de steun en trouw van Elisa tastbaar maakt, getuigt van veel filmische feeling.

Die cinematografische aanpak krijgt in dit verhaal over absolute liefde, dat verteld wordt tegen de achtergrond van de vier seizoenen, een juist, en genuanceerd verlengstuk in het spel van de acteurs. Clovis Cornillac als de kloeke metaalarbeider Gilles die er langzaam het noorden bij verliest als hij verliefd wordt op Victorine (Laura Smet), de jongere zus van Elisa, verstopt zich nooit achter zijn hoekige, fysieke présence. De combinatie van bittere radeloosheid en geweld, van vleselijke lust en apathie, wordt nooit karikaturaal.

Het is echter vooral Emmanuelle Devos die La femme de Gilles tot een subtiel vrouwenportret omtovert. Met een oogopslag, een gelukkige glimlach of een verbeten reactie geeft ze diepere betekenis aan scènes, zoals die waarin ze in de ondergesneeuwde tuin geconfronteerd wordt met een voetstap van Gilles of als het in de keuken, het theater van haar lijden, tot haar doordringt dat Gilles haar bedriegt en ze hem vervolgens terug probeert te winnen door hem te steunen en geduldig te wachten tot zijn liefde voor Victorine overwaait.

Luc Joris in DE MORGEN – 13 oktober 2004 – Wat een vrouw lijden kan

Zie ook Film|TV|DVD nr 545