Frankrijk, UK - 2010 |
90 minuten - FilmMagie nr. 606 | |
Regie: | Sylvain Chomet naar een origineel scenario van Jacques Tati | |
Met de stemmen van: | Jean-Claude Donda, Edith Rankin e.a. | |
Scenario: | Sylvain Chomet | |
Montage: | Sylvain Chomet | |
Art Direction: | Bjarne Hansen | |
Productie: | Bobby Last, Sally Chomet | |
Muziek: | Sylvain Chomet, Terry Davis | |
Links: | www.sonyclassics.com/theillusionist |
Sprookjes bestaan nog. Althans in de filmwereld. Een scenario dat meer dan een halve eeuw geleden door Jacques Tati werd geschreven, werd door de Franse animatiefilmer Sylvain Chomet letterlijk tot leven gewekt. Als een handgetekende animatiefilm. En dus met een getekende, maar o zo herkenbare versie van het legendarische personage van Monsieur Hulot.
Regisseur Sylvain Chomet is vooral bekend van de lange, ook al handgetekende animatiefilm Les triplettes de Belleville uit 2003, die onder meer door de Belgische Viviane Vanfleteren met Vivi Film geproduceerd werd. Chomet kreeg er veel prijzen voor en wist zelfs, in dit CGI-tijdperk, een Oscarnominatie voor Best Animated Feature in de wacht te slepen.
Er
is trouwens een rechtstreekse link tussen Les triplettes de Belleville en
L'illusionniste. Voor die eerste film wou Chomet zijn titelpersonages op
een bepaald moment, terwijl ze in bed naar televisie lagen te staren, een stukje
'echte' film laten bekijken. Omdat de Tour de France en wielrennen in het
algemeen een belangrijk onderdeel vormden van het verhaal, hoopte hij een
fragment van Jour de fête uit 1949 van en met Jacques Tati (1907 - 1982)
als fietsende postbode te mogen gebruiken. En dus werd de toestemming daarvoor
gevraagd aan Sophie Tatischeff, de toen nog enige levende dochter van de Franse
regisseur.
Die toelating kwam er en zelfs meer. Sophie liet Sylvain Chomet ook weten dat
zij in het bezit was van een nooit geproduceerd scenario, dat haar vader op het
einde van de jaren vijftig had geschreven. Omdat zij niet wou dat het Monsieur
Hulot-personage ooit door een andere acteur zou worden vertolkt, had zij het
bestaan van dat scenario al die jaren verborgen gehouden. Maar een geanimeerde
versie vond zij wel kunnen, en de typische tekenstijl van Chomet leek haar
daarvoor een geschikt medium. Jammer genoeg is Sophie Tatischeff overleden
vooraleer zij de afgewerkte versie gezien heeft.
Van zijn kant heeft regisseur Sylvain Chomet de fifties-sfeer van het scenario
integraal behouden. Dat kon ook moeilijk anders, want het is een essentieel
onderdeel van het verhaal. De illusionist uit de titel is een ouder wordende
goochelaar, helemaal gemodelleerd naar de zo herkenbare lichaamstaal en kledij
van het archetypische Tati-personage uit onder meer Les vacances de monsieur
Hulot en Mon oncle. Het wordt voor die goochelaar, als traditionele
entertainer uit het music hall- en vaudevillecircuit, steeds moeilijker om
optredens te versieren. Er zijn immers kapers op de kust, met name de doorbraak
van de televisie én van de rock-'n-roll. De illusionist moet dus veel meer en
verder reizen om nog aan de bak te komen. Als hij daarbij terechtkomt in een
klein kustdorpje op een verafgelegen Schots eilandje, raakt het onschuldige
meisje Alice helemaal in de ban van zijn 'magie'. Ze besluit de goochelaar te
volgen naar Edinburgh, waar ze in alle eer en deugdzaamheid een flatje delen,
terwijl zij het huishouden zo'n beetje bereddert en hij op zoek gaat naar
optredens. Hij overlaadt het meisje met (dure) geschenken, waarvan zij denkt dat
hij die gewoon tevoorschijn kan toveren. Maar de goochelaar beseft ook dat het
voorbijgaan van de tijd ooit die illusie zal moeten doorprikken...
Deze mooie, charmante en ongegeneerd poëtische tekenfilm laat zich echt bekijken als een ontroerend eerbetoon aan Jacques Tati, die ook wel eens de 'Don Quichote van de cinema' wordt genoemd. Hetzelfde alerte oog voor detail, dezelfde rake observatie van de oprukkende technologie, dezelfde melancholie en rustige komische timing. Tot zelfs de afwezigheid van echte dialogen, die hier en daar weliswaar opduiken, maar eigenlijk meer als een soort achtergrondgeluid.
Het verhaal van bepaalde entertainers als een bedreigde mensensoort sluit trouwens mooi aan bij de keuze voor handgetekende animatie in deze tijden van CGI (computer generated imagery).
Jan Temmerman in De Morgen 15 juni 2010