FilmMagie-logo-white

Katalin Varga

(2009,
Roemenië, UK)
(2009,
Roemenië, UK)
11 januari 2011

Regisseur

Peter Strickland

Producer

Oana Giurgiu

Scenario

Peter Strickland

Acteurs

Hilda Péter, Tibor Pálffy, Norbert Tanko

Cinematografie

Márk Györi

Montage

Matyas Fekete

Muziek

Geoffrey Cox en Steven Stapleton

Prijzen

4 awards waaronder een Zilveren Beer Berlijn 2009

Filmduur

82 min

Katalin Varga is een heldenverhaal: over de vrouw Katalin die als een moderne Antigone op vergeldingsmissie door Hongaars Transylvanië trekt. Als ze niet af en toe haar mobiele telefoon tevoorschijn zou halen, zou het net zo goed 50, 100 of 1.000 jaar geleden kunnen zijn. In het ene tijdperk was ze als heks verbrand, in het andere als heldin binnengehaald.

Zo is ook de plot niet eenduidig over de grote begrippen van wraak en verzoening die worden aangestipt. Alleen al de glimlach van actrice Hilda Péter in de titelrol houdt je voortdurend in het ongewisse over haar motieven: is zij berekenend, of zit ze juist in de knel? Balanceert ze op de grens van de waanzin, of is dit het gezicht van de onschuld?

Ook de productiegeschiedenis van de film heeft iets heroïsch. De Britse debutant Peter Strickland (1973) vertrok met een erfenis van zijn oom naar Roemenië om er met Székely-acteurs (een Hongaarse etnische minderheid) in hun taal een film op te nemen. Hij sprak alleen Engels. Nog geen 100.000 euro is eraan besteed. En in plaats van trots te zijn dat Katalin Varga vorig jaar in Berlijn een Zilveren Beer won en afgelopen december de European Film Award voor beste debuut kreeg, ontstond er in Engeland juist een mopperig relletje over hoe dit allemaal mogelijk was en of dit niet het failliet van filmfondsen inluidde. Spendeerden maar meer mensen hun erfenis aan film, zou je denken.

Hoe dan ook, het verwondert niet dat juist aan het brein van zo’n eigengereide nieuwe filmmaker als Strickland een heldin als Katalin Varga ontspringt. Ook Katalin is iemand die haar eigen plan trekt. Vanaf het moment dat ze door haar echtgenoot met haar bastaardzoon het huis wordt uitgezet en met paard en wagen de kom van de Karpaten intrekt om genoegdoening te zoeken voor iets wat haar in het verleden is aangedaan, is haar onverzettelijke haviksblik gericht op de horizon. Maar waar ze ook kijkt, overal is bos. Bos dat lokt. Bos dat donker en dreigend is. Bos waaruit alle sprookjesfiguren allang zijn gevlucht.

De film drijft op sfeer: een mix tussen het jargon van de Europese artfilm – statige, lange shots van natuur, weinig dialoog en nog minder uitleg – en uitgebeende gothic horror op z’n best. Zonder dat er een spook of monster aan te pas komt anders dan het kwaad, de wraakzucht en het onberedeneerde dat in de mens zelf huist. Wat dat betreft is Stricklands keuze om in Transsylvanië met Székely-acteurs te werken veelbetekenend: het achterland van Dracula. Van Graaf Vlad werd gezegd dat hij Székely was.

Katalins belangrijkste tegenspeler is dat mythische landschap zelf, waar de schaduwen net iets donkerder en de nachten net iets zwarter zijn. Een landschap dat ook in het – bekroonde – sounddesign kreunt als een bloeddorstige oude wolf, klaar om alle Roodkapjes op te eten.

Dana Linssen – 6 januari 2010 in NRC Handelsblad

Zie ook FilmMagie nr. 598