Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Het rommelt in Guatemala
Een krijsend varken dat rum krijgt opgegoten om hitsig te worden… Als proloog kan zoiets tellen. En Ixcanul blijft verrassen. Al is de fabel over traditie en bijgeloof in Guatemala, tegelijk een scherpe aanklacht tegen moderne problemen in het land, zoals babyroof.
Eerder al gelauwerd op de Berlinale en vorige maand nog bekroond op Film Fest Gent, viel Ixcanul – het Maya-woord voor ‘vulkaan’ – van de Guatemalaanse scenarist-regisseur Jayro Bustamante zowat overal in de prijzen, van India en de VS, over Colombia en Mexico, tot in Oekraïne en Slowakije.
Het grootste deel van het verhaal situeert zich op en rond een koffieplantage, op de hellingen van een vulkaan, waar de 17-jarige Maria verondersteld wordt te trouwen met de opzichter. Maar zelf heeft ze andere plannen.
“Ik wilde geen verhaal vertellen in de stijl van: ‘de indianen zijn de goeden en zij die van elders komen, zijn de slechten’. Dat zou nog meer kolonialistisch zijn”, legt Bustamante uit. “Deze film wil in eerste instantie hypermenselijk zijn. En alle mensen willen altijd het laken naar hun kant trekken. Het begin van Ixcanul is eerder contemplatief en toont een bepaalde levenswijze. Daarna duiken een aantal problemen op en ten slotte gaat het crescendo naar het dramatische einde. Daarom is de filmstijl aanvankelijk nogal statisch en dan gaat het plots veel sneller.
“Wat ik wilde, was een klassiek verhaal vertellen, maar niet op een traditionele manier. Een klassiek verhaal dat iedereen kon interesseren, maar in eerste instantie de mensen in Guatemala zelf. Ik wilde hen naar zichzelf laten kijken.” Dat werd aanvankelijk niet overal even goed begrepen. Tijdens een scenarioworkshop in Frankrijk kreeg Bustamante als conclusie te lezen: “Neem die auteur zijn pen af, want hij behandelt zijn personages als varkens.”
Het verhaal bevat allerhande elementen van bijgeloof. Bij de ontmaagding van Maria stelt Pepe haar gerust: de eerste keer kan ze niet zwanger worden. Hij dwaalt. Als de zwangere Maria last krijgt van maagzuur, betekent dat volgens haar moeder dat de baby reeds haar begint te krijgen. Op de plantage hoeft Maria niet bang te zijn voor slangen, want het zijn net de serpenten zelf die bang zijn van de magische krachten van zwangere vrouwen. Quod non.
“De film is geen etnografische documentaire, maar maakt wel degelijk het onderscheid tussen bijgeloof en bepaalde ceremonies en rituelen, die deel uitmaken van hun religie. Zoals wanneer Maria en haar moeder gaan bidden op de vulkaan”, nuanceert Bustamante.
Fanatiek geloof
“Als er geen hoop meer lijkt, rest hen alleen het geloof. Het is ook hun manier om op een primaire wijze, in de goede betekenis van het woord, de aarde te bedanken. Er kan ook sprake zijn van een blind geloof in bepaalde spirituele gidsen, zoals de sigaarrokende vrouw, maar zoiets is zeker niet het monopolie van de Maya’s. Net zomin als het uithuwelijken van dochters dat zou zijn.
“Daarnaast is het natuurlijk wél zo dat het magisch-realisme in Latijns-Amerika echt een soort levenshouding is. Er zijn veel aardbevingen in Guatemala, wat uiteraard voor paniek zorgt. Ik heb mijn grootmoeder vaak horen zeggen: ‘Goed zo! De regen zal zo meteen ophouden.’ En dat bleek voldoende om de paniek te bezweren. (lacht) Er is, naast racisme, sexisme en elitisme, ook sprake van fanatiek geloof in Guatemala. God is zogezegd de enige die kan helpen. Maar als iemand kanker krijgt, wordt men pragmatisch en laat men zich toch het best behandelen.”
Metafoor voor Maria
Tijdens de draaiperiode van Ixcanul was de ploeg getuige van een vulkaanuitbarsting. Er werden beelden gemaakt, maar uiteindelijk besliste regisseur Bustamante om die niet te gebruiken in zijn film. Heeft dat niet voor ruzie gezorgd met zijn producent? “Ik was mijn eigen producent, dus dat was geen probleem”, lacht hij. “Het paste gewoon niet in ons verhaal. De vulkaan fungeert ook als een soort metafoor voor Maria. Een vulkaan is mooi, krachtig en zorgt voor vruchtbaarheid. In de film wil Maria niets liever dan uitbreken, maar er komt geen uitbarsting.
“Het gerommel van de vulkaan is, op een bijna agressieve manier, wel zeer aanwezig op de klankband. Met mijn cameraman had ik ook afgesproken dat we niet aan esthetische mooifilmerij zouden doen. De locaties waren zo prachtig dat het een soort hinderlaag werd. Als je toevallig op de foto-app van je gsm drukte, kreeg je zomaar een postkaart. Magnifieke beelden.”
Op een subtiele manier wordt ook het fenomeen van babyroof en kinderontvoeringen in Guatemala in het verhaal verwerkt. “Het is een complexe materie”, zegt Bustamante. “Gedurende de burgeroorlog waren er veel militaire kazernes, waar vrouwen als seksslavinnen werden vastgehouden. Werden ze zwanger, dan werden die baby’s door de militairen verkocht. Decennialang was Guatemala hét voornaamste exportland van kinderen. Waar een adoptieprocedure in andere landen soms een jaar kon aanslepen, kon dat bij ons in drie weken.
“In 1998 is er een wet gekomen om adoptie vanuit het buitenland te verbieden. De huidige wetgeving is goed gestructureerd, maar wordt nog altijd niet genoeg gerespecteerd. Ik heb geen enkel probleem met adoptie, maar wel met de herkomst van die kinderen. Voor mensen van mijn generatie en ook de generaties daarvoor was het ‘normaal’ om te weten dat we op straat gekidnapt konden worden. Elk kind wist dat hij of zij beter niet alleen rondliep. Voor de vrouw, door wie ik mij voor deze film heb laten inspireren, was het een troost om te weten dat haar kind geadopteerd was en dus niet gebruikt werd voor orgaanhandel. Het probleem blijft groot. In Guatemala zijn al mijn vriendinnen, die moeder zijn, nog steeds heel erg op hun hoede als ze met hun kind in de auto ergens heenrijden.”
Jan Temmerman in De Morgen, 24 november 2015, p 22
Zie ook FilmMagie nr. 659
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!