FilmMagie-logo-white

In America

(2003,
Ierland – Groot-Brittanië)
(2003,
Ierland – Groot-Brittanië)
22 februari 2005

Regisseur

Jim Sheridan

Producer

Scenario

Jim, Kirsten en Naomi Sheridan

Acteurs

Samantha Morton, Paddy Considine, Sarah Bolger, Emma Bolger, Djimon Hounsou

Cinematografie

Declan Quinn

Montage

Naomi Geraghty

Muziek

Gavin Friday en Maurice Seezer

Prijzen

Filmduur

103 min

Het Ierse drama IN AMERICA van Jim Sheridan werd bekroond als beste film op het festival van Gent 2003. In America is een emotioneel geladen drama over liefde en dood, samengesteld uit autobiografische elementen. Meervoudig oscarwinnaar Jim Sheridan – MY LEFT FOOT, IN THE NAME OF THE FATHER – vertelt in de eerste plaats zijn eigen verhaal: dat van een jonge Ierse acteur, Johnny Sullivan (Paddy Considine), die met zijn vrouw Sarah (Samantha Morton) en twee dochtertjes (Sarah en Emma Bolger) zijn geluk beproeft in New York.

Maar zonder geld, zonder verblijfsvergunning en zonder arbeidsovereenkomst is Manhattan geen gastvrije, laat staan een glamoureuze plek.

Ze komen terecht in een verkrot flatgebouw aan de rand van Harlem, dat bevolkt is met junkies, randcriminelen en aids-patiënten (al worden die zo nog niet genoemd: begin jaren tachtig heeft de nieuwe dodende ziekte nog geen naam). Johnny probeert vruchteloos rollen te versieren in theaters, terwijl Sarah het gezin tracht te onderhouden met luttele inkomsten van baantjes als dienster.

Dat levert – in de eerste helft van de film – aardige anekdoten op, duidelijk geïnspireerd op het echte leven: de kleine odyssee om een versleten en loodzware airconditioning te plaatsen tijdens een hittegolf, een dramatische worsteling tussen ouderliefde en gezond verstand tijdens een gemeen spelletje op de kermis (ruïneren ze zich of winnen ze de E.T.-pop?).

Deze leuke verhaaltjes, grotendeels mee ingefluisterd door Sheridans dochters – want het verhaal wordt door de ogen van de kinderen verteld – leveren een verhaal op dat Sheridan zocht en vond in zijn kindertijd. Zijn ouders hadden toen veel moeite om de dood van één van hun kinderen te verwerken, en kwamen die slechts te boven door de wijsheid van hun andere kinderen.

De regisseur schuift dat trauma in het verhaal van de acteur met het jonge gezin in New York: een emotioneel trauma komt de materiële moeilijkheden nog vergroten.
Het levert enkele mooie, menselijke scènes op. Vooral Morton en de twee meisjes spelen uitstekend.

De twee meisjes, die proberen een normaal leven te leiden, komen in contact met de ,,schreeuwende man” die een verdieping lager woont. Deze vreemde kerel, een lichtelijk waanzinnig ogende Afrikaanse aids-patiënt die griezelige kunst maakt en aan woedeaanvallen lijdt, ontpopt zich als een toonbeeld van wijsheid en humaniteit.
Kan hij het gezin Sullivan helpen bij het verwerken van het verdriet?

Deze ,,deus ex machina” introduceert een magische kant aan het verhaal die contrasteert met de autobiografische premisse.

artikel van Steven de Foer in De Standaard 12 nov. 2003 – aangepast door Nico Krols.

Zie ook F&TV nr. 537