Polen - 2013 | 80 minuten - FilmMagie nr. 642 | |
Regie: | Pawel Pawlikowski | |
Scenario: | Rebecca Lenkiewicz, Pawel Pawlikowski | |
Montage: | Jaroslaw Kaminski | |
Met: | Joanna Kulig, Agata Trzebuchowska, Agata Kulesza, Dawid Ogrodnik, Adam Szyszkowski, Jerzy Trela, Artur Janusiak, e.a. | |
Fotografie: | Ryszard Lenczewski, Lukasz Zal | |
Productie: | Eric Abraham, Piotr Dzieciol, Ewa Puszczynska | |
Muziek: | Kristian Eidnes Andersen | |
Prijzen: | Beste film, London Film Festival | |
Links: | Trailer |
Meditatieve oercinema
‘Ida’ speelt zich af in het Polen van 1962 dat zich schoorvoetend uit de
puinhoop van WOII opricht. In dat kader tekent de weer van Londen naar Warschau
verhuisde regisseur en scenarist Pawel Pawlikowski (‘My Summer of Love’) opnieuw
het portret van een sterke vrouw. De stille Ida verloor haar ouders tijdens de
oorlog. Nu is ze een novice die net voor haar wijding nog snel de wijdere wereld
leert kennen. Van haar tante, rechter en aanhanger van het stalinisme, verneemt
ze dat ze Joods is. De twee trekken het rurale Polen in, op een ontdekkingstocht
naar hun familiegeheim dat confronterender is dan ze hadden durven hopen.
‘Ida’ is alweer een staaltje oercinema van Pawlikowski. Stilistisch en narratief
eenvoudig legt hij de complexe wereld van Ida bloot. Met statische composities
in zwart- en in een kleinere beeldverhouding (4:3) dan we gewoon zijn,
observeert hij de meditatieve Ida die de laatste kilometers van haar
volwassenwording aflegt. Pawlikowski’s stijl hangt weer een dromerige sluier
over zijn film die zijn personages in een – ook voor hen – onwezenlijke wereld
plaatst. De aandacht kleeft onophoudelijk aan de vastberaden Ida, maar zij
blijft een enigmatische vrouw die haar eigen pad bewandelt. Pawlikowski richt de
camera permanent op de jonge Agata Trzebuchowska, die geen beroepsactrice is,
maar onze blik moeiteloos vasthoudt. Met een soberheid die vandaag haast
onfilmisch is gaan lijken, tovert Pawlikowski pure cinema. (NK)
Interview met regisseur Pawel Pawlikowski over ‘Ida’
Een morele film zonder moraal
Brussel. De in Warschau geboren regisseur Pawel Pawlikowski maakte met het prachtig ogende ‘Ida’ zijn eerste Poolse fictiefilm. Hij woont er weer, sinds drie jaar, na een lange Britse periode. Omdat hij er niet leefde, vond hij niet dat hij met recht en rede iets over Polen mocht zeggen. Nu doet hij dat dus wel, maar niet alleen daarover.
In ‘Ida’ ga je observerender te werk dan in je vorige films. Grijp je daarmee
terug naar je documentaire periode?
“Nee, daarvoor is de aanpak te stilerend. Het klopt wel dat ik deze keer
afstandelijker te werk ben gegaan, om te proberen langs de buitenkant in het
hoofd van het karakter te kijken. ‘Woman in the Fifth’, mijn vorige film, was
nogal solipsistisch en cultureel ambigu. Je kon het geen Europese, maar ook geen
Angelsaksische film noemen. Het was geen thriller, geen drama. Hij viel overal
wat tussenin. Het geeft wel aan waar ik toen zelf met mijn hoofd zat. Niet zo’n
goede periode in mijn leven. Hij is mijn minst commerciële en meest abstracte
film. Wel een goede, daar niet van. (lacht) ‘Ida’ is uit een andere huid
opgetrokken.”
Het verhaal van Ida kon echt gebeurd zijn.
“Ja, er zaten vast Joodse wezen in kloosters om uit de handen van de nazi’s te
blijven. En de figuur van Wanda, de rechter met haar stalinistische ideaal, is
ook niet uit de lucht gegrepen. De basis van ‘Ida’ kan dus best een realistische
inspiratie hebben, maar ik heb het verhaal volledig verzonnen.”
Was er een actuele reden waarom je het verhaal van een nonnetje uit het Polen
van 1962 wilde vertellen?
“Ik hield van het idee dat een katholieke non ontdekt dat ze Joon ds is.
Daardoor stel je meteen vragen over identiteit en geloof. Heeft je geloof te
maken met je identiteit? Heeft het te maken met je etnische origine? Is het een
deel van je verbeelding of van je intellect? En moet je katholiek zijn om Pools
te zijn? Dat waren zes jaar geleden nog losse gedachten. Een figuur die erg op
de stalinistisch georiënteerde Wanda lijkt, zette me aan het denken. Wat als ik
nu die twee contrasterende wezens eens bij elkaar bracht? Het is niet
ongeloofwaardig dat ze familie zijn. En ze hebben gemeenschappelijke interesses.
Ze willen allebei geloven, zij het in volkomen verschillende dingen. Enkel hun
mentaliteit is anders. Ida is sterk en introvert. Ze denkt voor ze spreekt en
arriveert traag, maar met vaste tred waar ze wil aankomen. Wanda is een kwade
fanatiekeling, wraakzuchtig, onafhankelijk en ze wil plezier maken. Met de
combinatie van die twee vrouwen kon ik een interessant verhaal plotten. Tegelijk
laat het toe om te reflecteren over vertrouwen, liefde, seks en familiebanden.
Het verhaal wilde ik in 1962 plaatsen omdat naoorlogs Polen toen cultureel
openbloeide, omdat ook het bloedvergieten van het communisme stopte. Er was
minder censuur en nieuwe muziek en literatuur. Melancholie en historisch trauma
clashen in ‘Ida’ met de nieuwe vibraties die hun intrede doen.”
Agata Trzebuchowska is geen actrice, gewoon een meisje dat je op café
ontdekte. Wat had zij dat Ida moest hebben?
“Ik wilde een actrice die niet aanvoelde als een actrice. Zij moest sterk zijn
zonder dat ze dat ostentatief manifesteert. Ze moest eruitzien alsof ze nooit
met de buitenwereld contact had gehad. Agata was een studente in Warschau toen
we haar vroegen. Ze had nog nooit geacteerd. Zij is een scherp en intelligent
meisje en een wereldwijze, feministische, atheïstische hipster van 19. Maar haar
ongeaffecteerde uiterlijk en haar sterke karakter deden me voor haar kiezen, en
niet voor een van de honderden meisjes die al hadden geauditioneerd. We hebben
zo goed als alle scènes chronologisch geschoten, en ik rekende erop dat ze ook
emotioneel meer van zichzelf zou durven geven naarmate het draaien vorderde.”
Ida kiest niet voor het leven in de wijde wereld. Maakt ze de juiste
beslissing?
“Ze beslist in de lijn van haar karakter. Voor haar is dat perfect logisch. Zij
voelt de goddelijke aanwezigheid. De meesten onder ons lijken meer op Wanda die
zich ondanks haar onstuimige inborst conformeert, maar ik bewonder mensen als
Ida omdat ze een keuze maken wars van sociale dwang of culturele geplogenheden.
Zij gaat haar weg. Punt. Ik heb daarmee iets over religie gezegd, maar geen
religieuze boodschap gegeven. Ik hoed me voor een les met Ida als voorbeeld. Ik
heb geen moraliserende film gemaakt, wel een film over moraal.”
Nico Krols in De Morgen – 11 februari 2014