Marjaneh Moghimi, Sudnya Shroff, Rachael Fung, George Rush, Chris Martin, Laura Wagner
Scenario
Babak Jalali, Carolina Cavalli
Acteurs
Anaita Wali Zada, Jeremy Allen White, Gregg Turkington
Cinematografie
Laura Valladao
Montage
Babak Jalali
Muziek
Mahmood Schricker
Prijzen
Diverse prijzen waaronder Jury Prize, Deauville Film Festival en John Cassavetes Award, Film Independent Spirit Awards
Filmduur
91 min
Knapperig gelukskoekje
‘Fremont’ illustreert nog eens waarom wij zoveel houden van zwart-wit. Het hoofdpersonage Donya (prachtige rol van Anaita Wali Zada) is een schuchtere Afghaanse immigrante die in een kleine koekjesfabriek in de wijk Fremont in Californië de handgemaakte Chinese gelukskoekjes in hun folie staat te wikkelen. De beeldmooie zwart-witfotografie verleent aan haar routineuze handelingen niet alleen de schoonheid van een bewegend schilderij, maar versterkt ook het halfdromerige gevoel van ontheemding waarmee ze worstelt. Tijdens een reeks praatsessies met een ietwat zonderlinge, door de roman ‘White Fang’ geobsedeerde psychiater (de geweldige Gregg Turkington) komt aan het licht dat de aan slapeloosheid lijdende Donya in Kaboel tolkte voor het Amerikaanse leger, en dat ze zich schuldig voelt omdat ze haar familie en haar vrienden daar heeft achtergelaten. Haar zelfvertrouwen krijgt een voorzichtige boost wanneer haar Chinese baas haar een belangrijke promotie geeft: voortaan mag Donya zélf de spreuken in de gelukskoekjes bedenken. En hoe mooi is het niet dat uitgerekend Donya, de immigrante die door sommigen onder ons neerbuigend een ‘gelukszoeker’ zou worden genoemd, zich vervolgens een crack toont in het verzinnen van geluksspreuken: ‘Sommigen zoeken het geluk, jij schept het.’ De droogkomieke scènes met de aan Turkse soapopera’s verslaafde restauranteigenaar laten vermoeden dat de in Iran geboren regisseur Babak Jalali zich bewust of onbewust heeft laten beïnvloeden door de films van Jim Jarmusch en Aki Kaurismäki, en misschien heeft hij ook wel iets gelezen van William Carlos Williams, de Amerikaanse poëet van wie wij iedere dag gewoontegetrouw één gedicht lezen.
Alles bij mekaar beantwoordt Fremont perfect aan de criteria waaraan een goede geluksspreuk volgens Donya’s baas moet voldoen: niet te lang en niet te kort, niet te origineel en niet te voor de hand liggend, optimistisch noch pessimistisch. En binnenin zit er zelfs een heel klein beetje puur geluk verstopt.