Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Kan het zijn dat we Elvis echt niet meer kennen – niet als de seismische kracht die mensen schokte en het poplandschap opnieuw vorm gaf? Afgezien van degenen die het echt hebben meegemaakt (een groep om jaloers op te zijn), is dat vrijwel zeker het geval.
Baz Luhrmann’s Elvis, een schitterende, spetterende evocatie van de mythe en de man, brengt ons dichter bij hoe dat revolutionaire moment moet hebben gevoeld. Hij mag dan niet slaafs aan de feiten zijn gewijd (dit is geen typisch van-geboorte-tot-dood-verhaal), maar net als bij Todd Haynes’ glamfantasie Velvet Goldmine bereikt de film iets hachelijkers en waardevollers: het onttrekt onthutsende intimiteit aan ingrijpende culturele veranderingen.
Luhrmann, een bevlogen stilist die op de een of andere manier The Great Gatsby wist op te frissen, laat ons niet lang wachten op de eerste van een aantal grote schokken. Voordat we een glimp van zijn Presley te zien krijgen, horen we de stem van een zinderende debuutsingle, “That’s All Right”, waarna we een schimmige figuur volgen die het podium betreedt tijdens een concert in 1954, met de nadruk op mysterie en ontdekking. Tegen de tijd dat Austin Butler in de lens kijkt en deze doet smelten (zijn onthullende optreden, volledig doorleefd en kwetsbaar, doet nooit aan als een imitatie), heeft Luhrmann ons aan de haak geslagen door de bevreemding van dit alles: het gladde haar, de androgyne make-up, de meisjes in het publiek die ongecontroleerd staan te springen.
“Het was de grootste kermisattractie die ik ooit had gezien,” mompelt de uber-manager in spe kolonel Tom Parker (Tom Hanks), en een thesis valt op zijn plaats, die Luhrmann (met drie andere schrijvers) uitwerkt in het scenario: dit is een verhaal over verkooptechnieken, op het podium en daarbuiten.
Elvis etaleert zich als een mediageile krachtmeting tussen Parker als productmanager en Elvis als een steeds eigenzinniger en visionaire artiest.
Geen perfecte lookalike (maar dat is prima), doet Butler het uitstekend met de muziek en de podiumbewegingen, maar hij is nog meeslepender tijdens Presley’s onbevredigende jaren in Hollywood na zijn legertijd. Elvis heeft een uitgebreid middenstuk waarvan je niet kunt geloven dat het in een grote studiofilm terechtkomt: een revelerende blik achter de schermen van Presley’s baanbrekende TV comeback special uit 1968, waarin Parkers dromen van gezond kerstvermaak botsen met een steeds meer gepolitiseerde zanger, geschokt door de recente moorden op Robert Kennedy en Martin Luther King Jr. (“Hij heeft niet eens de trui aan!” blaft een paniekerige directeur in de controlekamer, geconfronteerd met de in leer geklede Presley).
Zo leuk als Elvis vaak is, het scoort een aantal opmerkelijk scherpe punten, vooral met betrekking tot Presley’s ongeveinsde liefde voor zwarte muzikanten, en de toe-eigening van hun muziek die zijn stijl en succes voedde. Van de vele bioproducties die de King vereren (en Elvis overschaduwt ze allemaal), was er geen enkele met een drievoudige split-screenmontage die de uitvoering van één enkel nummer in kaart brengt, recht naar de oorsprong van de blues-shack. (Zelfs de serieuze Presley-documentaires maken het punt niet zo duidelijk als Luhrmann doet). “Te veel mensen verdienen te veel geld om je in de gevangenis te stoppen,” zegt een scherpzinnige B.B. King (Kelvin Harrison Jr.) tegen Presley op een van zijn dieptepunten.
Voor een filmmaker die soms wordt bekritiseerd omdat hij de oppervlakte afroomt, gebruikt Luhrmann het materiaal om even diep als breed te gaan. Soms voelt Elvis aan als een film van Oliver Stone uit diens gedurfde hoogtijdagen in de jaren negentig: een grootschalige verkenning van losbandige Amerikaanse gulzigheid. Luhrmann maakt ook ruimte voor Nixoniaanse paranoia, met name in een verstild gesprek met zijn vervreemde vrouw Priscilla (Olivia DeJonge). “Ik heb nooit een klassieke film gemaakt waar ik trots op kan zijn,” vertelt Elvis, zelf een fan van James Dean. Fans van Blue Hawaii, de muzikale romcom met Elvis in de hoofdrol, zullen huiveren, maar er is iets even zeldzaams ontstaan: een portret van een serieuze man gevangen in een onserieus leven.
Joshua Rothkopf in Entertainment Weekly, 25 mei 2022 (vertaald en ingekort).
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!