FilmMagie-logo-white

Elias

(1991,
BEL, NED)
(1991,
BEL, NED)
19 mei 1992

Regisseur

Klaas Rusticus

Producer

Willem Thijssen en Hans Otten

Scenario

Fernand Auwera & Klaas Rusticus, naar de gelijknamjge roman van Maurice Gilliams

Acteurs

Brikke Smets (Elias), Jimmy de Koning, Bien De Moor, Viviane De Munck, Lotte Pinoy

Cinematografie

Jan Van Caillie

Montage

Peter Rump

Muziek

Prijzen

Filmduur

80 min

De regisseur over zijn werk

De Antwerpse schrijver Maurice Gilliams (1900—1982), een nostalgische romanticus, heeft er nooit een geheim van gemaakt dat Elias, de 12—jarige hoofdfiguur van zijn in 1936 verschenen meesterwerk ELIAS of het gevecht met de nachtigalen een zelfanalyse was. Een intimistische Gilliams was zoals een puber voortdurend met zichzelf bezig om zijn kuise droomwereld zo verfijnd mogelijk weer te geven.

Interview Kaat Cleenewerck & Freddy Sar tor met regisseur Klaas Rusticus

Waarom zou een Nederlandse filmer, Klaas Rusticus, deze Belgische novelle verfilmen?

KR: Het is niet zo dat een Nederlander een Belgische roman wou verfilmen maar een Fries een Vlaams boekje. Een Nederlander (of een Hollander) en een  Belg hebben minder met elkaar gemeen dan een Vlaming en een Fries. Beiden zijn outcasts en heel sentimenteel. Een Fries toont dat niet, een Vlaming wel. Het fascinerende aan het door een collega aangeprezen boekje was dat — toen ik het uit had — ik niet meer wist waarover het ging… Mijn film wil alleen maar iets oproepen zonder iets te vertellen. En dat gebeurt hier!

Bepalend voor ELIAS is het vluchtige geluk, het gevoel van een Lieveheers— beestje dat over je vingers kruipt.

KR: Ik heb geprobeerd om Gilliams zo onverlet mogelijk via een transcriptie naar het medium film over te brengen. Er moest een soort van gedurige ontroering uit spreken. Je moet je voorstellen dat er iemand voor het raam in een rieten schommelstoel zit, die wat kraakt, en alsmaar met een melancholieke glimlach zegt: “Jaja, zo gaat dat!” Dat is de film! Dat is het boekje ook! Toen op TV die beelden werden getoond van Israëlische soldaten die Palestijnse kinderen de botten braken moest mijn dochter daarvan walgen. Je moet voor het raam gaan zitten, zei ik toen, in een schommelstoel, met de handen in de schoot, en zeggen: ‘Zo gaat dat!’ Dat is het enige wapen tegen een murw geslagen wereld waarin bijna alles kapot gaat. Op een bepaald moment heb ik mezelf voorgenomen alleen nog maar dingen te doen die uitsluitend tot doel hebben om mooi te zijn. Mooi heeft veel te maken met weemoed, met onbereikbaarheid… Als mensen me zouden vragen: Waar gaat de film over? dan zou ik durven antwoorden met ‘Waar gaat een vioolsonate over?’ Dat is ook een vraag die je niet stelt. (1)

Bespreking

Vergelijk volgende kritieken

Een mooi langspeelfilmdebuut van de Fries Klaas Rusticus naar de (onverfilmbaar gewaande) roman van de Vlaming Maurice Gilliams, waarin de auteur terugblikt op zijn kinderjaren.

Elias (Brikke Smets), een jongen op de drempel van de puberteit, woont in een prachtig landhuis, zowat een eiland te midden van de realiteit… De gevoelige jongen ervaart zijn leefwereld, met twijfels. innerlijke angsten en emoties, wat sterk contrasteert met de koude wereld van de volwassenen. Elias heeft quasi geen contact met zijn ouders en grootmoeder en ronduit schrik van tante Zeno— bie, die de scepter zwaait. Hij trekt op met zijn oudere neef Aloysius en zijn oom Augustin, het buitenbeentje van de familie. Elias voelt zich vooral aange— trokken tot zijn jonge tante Henriette (Bien De Moor), wat een wederzijdse affectieve band schept; deze knappe vrouw zweeft continu tussen haar droom— wereld en de werkeli_ikheid en sleurt Elias hierin mee. Daarenboven komt zijn nichtje Hermine, heimelijk verliefd op Elias, op bezoek.

ELIAS doet op het eerste gezicht nogal kil aan. Rusticus wil duidelijk verwijzen naar het literaire werk en geeft daarom voorrang aan esthetische uitgebalanceerde beelden. De natuur speelt een belangrijke rol, voornamelijk als rustgever. In haar totaliteit gezien, een vreemde mengeling van onuit— gesproken gedachten en emoties. met vage karaktertekeningen. De poëtische  beeldtaal schraagt de fragmentarische scènes, van elkaar gescheiden door een muzikaal thema en de weinige dialogen. Het ongewone kader, bijna vierkantig (1/1.33) met zin voor symmetrie, valt op; de ingang van het huis, met op de voorgrond de drie banken, benadrukt de geïsoleerde wereld van de kinderen. In combinatie met de inval van het licht, een subtiel spel van natuurlijke en superficiële contrasten, wordt vooral een ongemakkelijke sfeer opgewekt. Een schitterende evocatie…

ELIAS is een boek zonder verhaal. Het is geschreven door een volwassene die met weinig meer dan flarden van herinneringen. geuren en geluiden, de brok— stukken van zijn kinderverleden probeerde te reconstrueren, voor de schrijver al een worsteling. Het blijkt een zware opgave om zulk vluchtig materiaal met behulp van mensen van vlees en bloed in film te vertalen. Gilliams onderkende de moeilijkheid en schreef zelf ooit: “Waar het innerlijk gehoorde woord niet in het koortsig neergeschreven woord wil overgaan. daar schijnt het in droom beminde zich tegen elke ‘openbaring’ te verzetten.

Klaas Rusticus heeft met ELIAS een film voor volwassenen willen maken over de kwetsbare en nooit meer terugkerende onbevangenheid van de kindertijd. Op de set hadden de kinderen dan ook de grootste aandacht. De volwassenen waren in zijn ogen slechts wassen beelden, poppen. De acteurs die dàt in bet moesten brengen hebben dat — met uitzondering van Elias’ moeder, grootmoeder en tante Henriette — mijn inziens niet voor mekaar kunnen krijgen.

Het staat als een paal boven water dat Rusticus diep geroerd is door Gilliams’ meesterwerk, misschien mede omdat hij in de speurtocht naar een ongrijpbare jeugd zijn eigen ‘levensfilm’ herkent. De opnameperiode in en om het kasteel du Four bij Retie karakteriseerde Rusticus als ‘leven in een zeepbel’. Hij Iééfde op de set, bleef er tijdens de weekeinden… uit angst het contact met zijn ‘droom’ te verliezen.

Ondanks het tedere camerawerk van Jan Van Caillie blijft de ‘zeepbel’ van Rusticus maar met moeite intact. De film maakt duidelijk dat het verfilmen van een boek zonder verhaal niet zonder een ‘verhaal’, niet zonder een rode draad kan. De publieke reacties bij gelegenheid van de première waren erg duidelijk: men was weg van ELIAS of men zag de film totaal niet zitten.

samengebracht door Paul De Vries, aalmoezenier KFL—Antwerpen