UK, US, Ned, Fr 2017 | 106 minuten - FilmMagie nr. 677 | |
Regie: | Christopher Nolan | |
Met: | Tom Hardy, Kenneth Branagh, Mark Rylance, Cillian Murphy, Harry Styles, James D'Arcy, e.a. | |
Scenario: | Christopher Nolan | |
Fotografie: | Hoyte Van Hoytema | |
Montage: | Lee Smith | |
Muziek: | Hans Zimmer | |
Prijzen: | ||
Links: | www.dunkirkmovie.com |
GLORIEUZE NEDERLAAG, GLORIEUZE FILM
In het begin van de Tweede Wereldoorlog werden de
geallieerden door de Duitse blitzkrieg teruggedreven tot het strand van
Duinkerke. Daar namen ze de boot naar Engeland. Dat was een helse onderneming,
laat Christopher Nolan zien in zijn trefzekere uppercut ‘Dunkirk’.
Hoe noem je het moment waarop het Britse leger in mei 1940 de aftocht moest
blazen en het Europese vasteland moest achterlaten in Duitse handen? Een
smadelijke afgang, zou je denken. En toch geldt de evacuatie van Duinkerke in de
Britse overlevering als een morele overwinning. De ‘Dunkirk spirit’ is ook
vandaag nog een gangbare uitdrukking, die bovengehaald wordt als het Britse volk
aan hetzelfde zeel moet trekken om uit een lastig parket te geraken. ‘Ik ben
opgegroeid met dat begrip’, vertelt de Britse regisseur Christopher Nolan, die
de historische achtergrond in een opzienbarende film heeft gegoten.
De situatie waarin Groot-Brittannië eind mei 1940 verkeerde, was ook bijzonder
precair. De Tweede Wereldoorlog dreigde faliekant af te lopen voor de
geallieerden. Toen de zogenaamde Schemeroorlog - de gespannen, maar stille
periode na de Duitse invasie van Polen in oktober 1939 - een half jaar later
omsloeg in een overrompelende blitzkrieg van het Duitse leger, werden de Britse,
Franse, Belgische, Nederlandse en Poolse troepen in een mum van tijd
teruggedreven tot de Kanaalkust. Duinkerke werd het eindpunt voor 400.000
soldaten, klem tussen de Noordzee en de snel oprukkende vijand. Churchill en de
Britse legerleiding wisten heel goed dat ze zo veel mogelijk manschappen moesten
verschepen. Of zoals een commandant het formuleert in de film: ‘Groot-Brittannië
is als volgende aan de beurt, en daarna de rest van de wereld.’ Maar diezelfde
bevelhebbers gingen er ook van uit dat ze met Operation Dynamo hoogstens een
goeie 30.000 soldaten zouden kunnen weghalen vooraleer de Duitse tanks en
troepen het strand bereikten.
’Voor mij is Duinkerke een van de spannendste situaties uit de
wereldgeschiedenis’, meent Nolan. ‘Honderdduizenden mannen die in de val zitten
in een Frans kuststadje en geconfronteerd worden met de onmogelijke keuze tussen
overgave of de dood. Ontsnapping lijkt geen optie meer.’ Dat inzicht dicteerde
meteen ook hoe Nolan de film moest aanpakken. ‘Dunkirk’ heeft op het eerste
gezicht veel raakpunten met ‘Saving Private Ryan’, maar in tegenstelling tot
Spielbergs extreem expliciete oorlogsdrama beperkt Nolan de fysieke gruwel tot
een minimum. Het wil zeker niet zeggen dat hij de kijker spaart, maar Nolan zet
vooral in op een niet-aflatende spanning, alsof hij een schroef aandraait tot
het onhoudbaar wordt. De bijna experimentele muziek van Nolans huiscomponist
Hans Zimmer voegt daar nog een wurgend laagje aan toe.
OVERLEVINGSDRANG
De film duwt je bovendien meesterlijk in de combat boots
van de personages. De soldaten in ‘Dunkirk’ worden niet meer gedreven door de
nobele impuls om hun leven te wagen tot meerdere eer en glorie van de mensheid.
Het enige wat ze willen, is overleven. Om dat in de verf te zetten geeft Nolan
zijn personages niet eens een naam. Ze zitten allemaal in hetzelfde schuitje en
als puntje bij paaltje komt, vergeten ze in de meeste gevallen wat
heldhaftigheid betekent. ‘Daarom is dit ook een universeel verhaal’, zegt Nolan.
‘Het gaat over de directe en menselijke overlevingsdrang. Dit is de meest
menselijke film die ik ooit heb gemaakt en ik wil dat de kijker op het moment
zelf meeleeft met de personages. Het verleden van die soldaten maakt niets uit.
Overleven of niet, dat is het enige dat telt.’
Het gevaar loert ook om elke hoek in ‘Dunkirk’. De film opent met een scène
waarin Britse soldaten behoedzaam door de lege straten van Duinkerke stappen en
plots onder vuur genomen worden. Het centrale personage van de film kan
ternauwernood ontsnappen en komt aan op het strand waar zoveel andere lotgenoten
een plaatsje op een schip proberen te bemachtigen. Als je dan ziet op welke
manieren ze allemaal aan hun einde kunnen komen - ontploffen door bommen van de
Luftwaffe, verdrinken in een schip dat getroffen wordt door een torpedo,
verbranden in een vuurzee, verpletterd worden tussen een kapseizende boot en een
steiger - is het een wonder dat iemand levend aan de overkant is geraakt.
Uiteindelijk zijn meer dan 330.000 soldaten daar toch in geslaagd, tienmaal
zoveel als Churchill had vooropgesteld. De meesten maakten de overtocht
bovendien op een van de vele privébootjes die opgetrommeld werden. Dat
geïmproviseerde allegaartje van vissersboten, jachten, veerboten, plezierboten
en binnenvaartschepen kon soldaten oppikken in ondiep water waar de militaire
schepen geen toegang toe hadden. Die behulpzame burgers zijn uiteindelijk ook de
reden waarom we vandaag nog van de Dunkirk spirit spreken. En ook een beetje
door Hitler zelf. Hij gaf op 24 mei het bevel de opmars van het Duitse leger op
een paar kilometer van Duinkerke te staken. Zijn minister van Luchtmacht Hermann
Göring had Hitler verzekerd dat de Luftwaffe de evacuatie wel kon vermijden. Het
‘wonder van Duinkerke’ noemde de Britse premier Winston Churchill die
beslissing.
RUBEN NOLLET, De Tijd - 19 Jul. 2017, p 13