Niet te geloven, eigenlijk: al sinds 1996, het jaar waarin ze wereldwijd doorbraken, bevinden de gebroeders Dardenne zich in een staat van genade. ‘La promesse’, ‘Rosetta’, ‘Le fils’, ‘L’enfant’, ‘Le silence de Lorna’, ‘Le gamin au vélo’ en nu ‘Deux jours, une nuit’: dat zijn zeven miraculeuze meesterwerkjes op rij. Wie doet het na? Steven Spielberg niet, Darren Aronofsky niet, Guy Lee Thijs zéker niet.
De Dardennes behoren intussen tot de groten van de cinema, en tóch zijn er nog veel mensen die hun films – omdat ze zogezegd ‘te grauw’ en ‘te realistisch’ zijn – links laten liggen. Tóch zijn er nog Vlaamse collega-¬regisseurs die minnetjes doen over de ¬Dardennes omdat hun films geen massa’s volk trekken.
En tóch wordt er nog veel te weinig stilgestaan hoe schitterend, meeslepend, bevlogen en aangrijpend hun films wel zijn. En dus herhalen wij hier nog eens wat Martin Scorsese jaren geleden tegen ons zei terwijl hij onze linkeronderarm vastgreep (de blauwe plek staat er nog) en ons dwingend in de ogen keek: ‘De Dardennes? Cineasten van het allerhoogste niveau.’ Dat bewijzen ze nu opnieuw met ‘Deux jours, une nuit’, een film die ons diep geroerd, bezield en overmand, maar op de één of andere manier ook gesterkt achterliet.
Net als in ‘Rosetta’ en ‘Le silence de Lorna’ volgen we een vrouw in struggle-modus: Sandra (Marion Cotillard) heeft amper één weekend de tijd om haar collega’s één voor één te overhalen afstand te doen van hun bonus, zodat zij – zij die haar salaris héél hard nodig heeft – haar job kan behouden. Aanvankelijk ziet Sandra de strijd niet zitten: ‘Ze zullen voor hun bonus kiezen. Dat is ook maar normaal.’ Waarop haar echtgenoot (de ijzersterke Fabrizio Rongione) een zinnetje uitspreekt waarin een statement van formaat besloten ligt: ‘Neen. Dat is niet normaal.’
De plot lijkt poepsimpel – negentig minuten lang zwoegt het hoofdpersonage van deur tot deur – maar de vragen die Sandra’s wanhopige stadsodyssee oproept, klinken brandend actueel: kiezen we voor de poen of voor onze medemens? Zijn we solidair of egocentrisch? Zinken we weg in passiviteit of reageren we? Ziedaar de dilemma’s die de Dardennes in onze smoelen smijten – u kunt er achteraf op café boven een goed glas wijn een stevige boom over opzetten, maar eerst zal u vooral meeleven.
Zoals we dat van hen gewend zijn, zoeken de gebroeders hun toevlucht niet tot gemakkelijk te realiseren techniekjes (geen overnadrukkelijke muziek, geen uitleggerige dialogen, geen valse sentimenten), maar vertrouwen ze volledig op het spel van hun acteurs, op hun sobere maar intelligente camerawerk, en op de kracht van het kleine, maar veelzeggende gebaar. Wegens spoilergevaar kunnen we de scène hier niet uit de doeken doen, maar geloof ons: het beeld van Sandra die in de badkamer de tandenborsteltjes van haar kinderen terug in de beker steekt, zal uw hart breken.
Wanneer de camera Sandra na negentig intense minuten eindelijk loslaat, kun je – terwijl je duizelt van emotie – alleen maar denken: ze hebben ’t weer eens geflikt, die twee.
Erik Stockman in Humo 21 mei 2014 (bewerkt)
Ook in FilmMagie nr. 646