Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
De beginsequens van de film biedt beelden die beklijven en je onmiddellijk binnenvoeren in de tragiek van een tengere Poolse jongen op de beklaagdenstoel van de rechtbank in Bremen 8 juli 1942. De camera glijdt over de ruggen van een drietal stoelen. Je kan daar lezen: “Vrees God” – “Wees rechtvaardig” – “Schuw niemand”…
Drie rechters komen binnen, brengen de Hitlergroet en gaan zitten. Terwijl de voorzitter de akte van beschuldiging voorleest draait de camera naar de 17-jarige Poolse dwangarbeider Walerjan Wrobel. Hij zit daar teneergeslagen, met kort geknipt rossig haar, een treurige trek om de mond. Een tolk vertaalt het Duits voor hem. Achter hem zit zijn advokaat. Je hoort verder de voorlezing. Walerjan droomt weg in het verleden, zijn thuis, zijn heimat…
In een sobere verteltrant met een meesterlijke aandacht voor het typerend detail beleef je mee enkele taferelen uit de onbezorgde jeugd van de jongen. Zijn ouders hebben een klein boerderijtje. Walerjan houdt veel van zijn jonge zusje. Hij loopt school, houdt van fratsen tot de Duitse inval in september 1939 aan dat eenvoudig en gelukkig leven een einde maakt. In een 18-daagse bloedige veldtocht wordt Polen overrompeld. Het huis van de Wrobels is plat gebombardeerd. Ze wonen nu in hun schuurtje als de burgemeester op Duits bevel de 14-jarige Walerjan komt opeisen voor arbeidsdienst in Duitsland. Verslagenheid. Maar gelaten vertrekt hij samen met een vriend. Dat bemoedigt enigzins zijn moeder. Hij belooft te schrijven en voor zijn wenend zusje een grotere pop naar huis mee te brengen…
Het verhaal loopt verder in een soberheid die je aangrijpt. Geen spectaculaire beelden, geen groteske, opgeblazen situaties met bijhorende opzwepende muziek. Integendeel, elke situatie wordt verteld en getoond vanuit de gevoels- en belevingswereld van Walerjan. Enkele flitsen die de inleving kunnen aanscherpen. De lange treinreis in beestenwagens, de plotse scheiding van zijn vriend, het onvriendelijk onthaal op de hoeve: de boerin had een volwassene werkkracht verwacht die haar man, opgeëist door de oorlog, zou kunnen vervangen. Een oude hoeveknecht die begrip toont voor de jongen. Het onstilbare heimwee naar zijn ouders, zusje, dorp… Pogingen om naar huis te geraken. Een wanhoopsdaad: hij sticht een brandje in de schuur. De boerin geeft hem aan bij de politie. Een ongevoelige onderzoeksrechter laat Walerjan in de cel stoppen. In afwachting van zijn proces wordt hij naar een concentratiekamp verwezen. Daar is ieder gevangene een nummer op een pyjama-achtig pak. Wantrouwen is troef; overleven de dagelijkse inzet.
Eindelijk begint zijn proces. Door de laattijdigheid zal Walerjan extra beschuldigingen te verwerken krijgen. Deze werden door een bedreigd naziregime toegevoegd aan “gewone” overtredingen. De advokaat die hem verdedigt, gelooft oprecht in de goede afloop van het proces. Alles pleit voor een kleine straf: zijn jeugd, het nog niet bestaan van zeer strenge wetten op het ogenblik van het misdrijf, de geringe schade, enz. Maar nazi-Duitsland is geen rechtsstaat meer. De rechtbank heeft zijn oordeel al lang opgedragen gekregen. In het laatste woord dat Walerjan krijgt, blijft hij herhalen dat hij naar huis wil, naar zijn vader, moeder, broer en zusje.
Na een half uur valt het verdikt: de doodstraf.
Walerjan stort in, de boerin en haar dochter kijken onthutst over de gevolgen hun aanklacht.
In zijn cel zingt Walerjan wezenloos voor zich uit het Poolse liedje dat herhaaldelijk in de film weerkeert. Hij schrijft een laatste brief aan zijn familie, vraagt een mis voor hem te laten opdragen.
Geboeid wordt Walerjan naar een kleine kamer gebracht waar een guillotine staat…
bespreking
Waarom ontroert deze film en spreekt hij zo sterk aan? Het onderwerp laat geen twijfel bestaan en werd reeds dikwijls behandeld. Aan de hand van één individueel geval een scherpe aanklacht brengen tegen de praktijken van het totalitaire, racistische, rechtloze politieke systeem van het nazisme in Duitsland tijdens de tweede wereldoorlog.
De kracht van de film ligt in zijn eenvoud en waarachtigheid. De filmmaker slaagt er in de schrijnende boodschap over te brengen via een juist gekozen filmische taal. De documentaire inslag van heel wat beelden en sequenties doet als het ware de werkelijkheid herleven. De muziek speelt een belangrijke rol. De enige muziek die we horen is muziek die Walerjan kent. Het is de Poolse volksmuziek die hij in de klas zong, die ingebakken zit in de volkskultuur van dit overwegend agrarische land. Het is ook de Duitse militaire marsmuziek die in wezen niet zoveel verschilt van die Poolse volksmuziek. Want ook de Duitse kultuur was overwegend een landbouwkultuur. Dit gemeenschappelijk element tussen beide kulturen komt naast de muziek, in het boerenleven tot uiting. In schril contrast met deze gemeenschappelijke wortels en de simpele, waarachtige denkwijze van Walerjan staat de stedelijke, onpersoonlijke, gevoelloze logica van de rechters en ambtenaren.
Het slotbeeld is de doordringende blik waarmee Walerjan je aankijkt. In die blik ligt de vraag: waarom moet ik zo jong sterven? Wie draagt de schuld?
Is de boerin schuldig als ze Walerjan aangeeft bij de politie als een gevaarlijke en waardeloze knaap om een betere knecht toegewezen te krijgen? Wat volgt heeft ze niet voorzien. Is ze medeplichtig aan een politieke moord?
Draagt Walerjan enige schuld, als hij onbesuisd en wanhopig handelt, verteerd van heimwee?
Zijn de rechters en ambtenaren schuldig die de onmenselijke wetten van het systeem slaafs toepassen om het eigen hachje te redden?
Duidelijk is dat de juridische spitsvondigheden van een gewetenloze nazi-rechtspraak de hoofdschuldige bieden in dit schijnproces.
De film eindigt met de tekst: dat de rechters na de oorlog rustig verder hun ambt hebben uitgeoefend in naam van het Duitse volk en dat Walerjan Wrobel slechts in 1988 in ere werd hersteld.
Uit eerbied voor de vergelijkende geschiedenis en voor de waarheid volgende beschouwing:
In Duitsland deed en doet men pogingen tot “Wiedergutmachung”, tracht men in het reine te komen met zijn zwaar verleden.
In België kan na 50 jaar bevrijding nog niet eens gesproken worden over amnestie in het parlement.
In een interview voor KTRO noemde de 90-jarige Vlaamse cultuurfilosoof Max Wildiers het uitblijven van verzoening een blijvende schande voor ons land. Wanneer komt het eerherstel voor de slachtoffers van een meedogenloos repressie-apparaat, voor onschuldigen als Irma Laplasse, Leo Vindevogel en anderen?
Een film als Das Heimweh des Walerjan Wrobel nodigt uit tot bezinning, over het onrecht en de onmenselijkheid elders, ook over de verschrikkelijke jaren 1940-1950 in eigen land en het nog steeds niet verwerkt verleden.
Samengelezen door Paul De Vries, aalmoezenier KFL-Antwerpen
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!