FilmMagie-logo-white

Cirkus Columbia

(2010,
BEL , Bosnië-Herzegovina, FRA, Servië en Montenegro )
(2010,
BEL , Bosnië-Herzegovina, FRA, Servië en Montenegro )
15 november 2011

Regisseur

Danis Tanovic

Producer

Amra Baksic Camo, Marc Baschet

Scenario

Danis Tanovic

Acteurs

Miki Manojlovic, Boris Ler, Mira Furlan, Jelena Stupljanin, Mario Knezovic, Milan Strljic, Svetislav Goncic

Cinematografie

Walther van den Ende

Montage

Petar Markovic

Muziek

Prijzen

Filmduur

113 min

Danis Tanovic won een Oscar met ‘No Lan’s land’ over de Joegoslavische burgeroorlog, en woonde zowel in Bosnië als in België. Het kan niet anders, of hij moet wel een mening hebben over onze politieke perikelen.

Bijna vijftien jaar geleden ontvluchtte Danis Tanovic (42) de oorlog in de Balkan, om in ons land zijn filmstudies voort te zetten. Met zijn debuut, de hilarische oorlogsfarce No Man’s Land (2001), kaapte de Bosnische regisseur meteen de Oscar voor beste buitenlandse film weg. Twee minder opgemerkte films (L’enfer en Triage) volgden, maar nu is hij terug met Cirkus Columbia. In de tussentijd heeft Tanovic een Belgisch paspoort verworven en Parijs ingeruild voor Sarajevo.

Hoe een Bosnische Belg onze politieke toestand gadeslaat? ‘Jullie zijn compleet zot’, zegt Tanovic. ‘Maar eerlijk gezegd maak ik me er geen zorgen over. Het is simpel: Brussel maakt het jullie onmogelijk om te splitsen. Politici die oproepen tot een splitsing, doen dat omdat ze niet anders kunnen. Ze kennen ook het heilige recept niet om de grote problemen op te lossen. Dus roepen ze: “Splitsen maar, jongens.” Het is jammer dat jullie daaraan tijd verspillen.’

Met fotograaf Walther van den Ende zit er een Belgische tintje aan Cirkus Columbia Waarom hebt u, na No Man’s Land, opnieuw op hem een beroep gedaan?

‘Ik kies mijn cameramannen in functie van de inhoud. En voor dit project leek Walther mij perfect. De manier waarop hij de wereld ziet, komt overeen met deze film. Vraag mij geen specifieke voorbeelden; het is geen rationeel proces, wel iets puur emotioneels. Tijdens het filmen van No Man’s Land hebben we slechts één keer een meningsverschil gehad. Uiteindelijk hebben we de scène op beide manieren gefilmd en heeft zijn versie de final cut gehaald. Dat zegt genoeg.’

Na enkele omzwervingen in het buitenland draaide u deze film weer in Bosnië.

‘Veel verschil met filmen in het buitenland is er niet. Het is wel makkelijker om te draaien in een cultuur die je kent. In Sarajevo is het bijvoorbeeld de gewoonte om je schoenen uit te trekken als je een appartement binnengaat. Dat weet ik uit mezelf, daarvoor moet ik niet extra opmerkzaam zijn. Maar als je buiten je biotoop trekt, moeten mensen rondom jou je op de lokale gebruiken wijzen.’
‘Financieel gezien is het dan weer een pak lastiger. Dat is een van de redenen waarom ik ook in het buitenland film. Anders zou ik omzeggens maar één werk om de tien jaar maken.’

Triage en L’enfer zijn geen dijenkletsers, Cirkus Columbia is een pak lichter. Alsof u pas humor kunt vinden in uw heimat.

‘Grappig zijn gaat me nu eenmaal vlotter af in mijn eigen taal dan pakweg in het Frans. Humor zit diep in onze cultuur verweven. We staan ermee op en gaan ermee slapen. Triage was ook een trouwe adaptatie van een boek, het scenario van L’enfer werd door een ander gepend. Cirkus Columbia is mijn script, ook al is het op een boek gebaseerd. Het boek is veel zwaarder van teneur en omspant twaalf jaar. Mijn film is een lichtvoetig liefdesverhaal met dramamomenten, dat drie weken omspant. Wist je trouwens dat ik de film voor mijn ouders heb gemaakt?’

Hielden ze ervan?

‘Ja. Of nee. Ze haatten hem omdat ze moesten huilen aan het eind. Ze vonden het erg mooi.’

Terwijl ik het net een naargeestig slot vind. Een gescheiden koppel dat elkaar jarenlang naar het leven stond, vindt elkaar pas terug als de oorlog inslaat.

‘Dat is omdat je nog jong bent, denk ik. Mijn ouders kijken naar het liefdesaspect. Ik kan mij daar wel in vinden. Oorlog is ook niet het ergste wat je kan overkomen. Er zijn ergere dingen, een leven zonder liefde bijvoorbeeld.’
‘Mijn films lijken makkelijk te doorgronden, maar dat zijn ze niet. Bekijk Cirkus Columbia nog eens over twintig jaar. Ik heb Apocalypse now drie keer gezien: één keer voor, tijdens en na de burgeroorlog. Telkens was het een andere film.’

Bosnië stuurde de film als kandidaat voor de Oscars op. U haalde de shortlist niet. Jammer?

‘Ach, ik heb al een Oscar gewonnen. Als je geen Amerikaanse distributeur hebt, maak je geen schijn van kans. Ik ben zelf lid van de Academy en ik weet dat leden van het comité de film sterk apprecieerden. Maar aangezien ik nooit in de Verenigde Staten op promotour ben geweest, viel ik uit de boot.’

‘De Oscars zijn leuk, maar het is vooral belangrijk wat de kijkers ervan vinden. Ik heb zelfs liever dat ze een afkeer van mijn films hebben, dan dat ze er apathisch bij blijven. Geen grotere blamage voor een filmmaker dan apathie op te wekken.’

Karel Deknudt in De Standaard 27 april 2011

Ook in FilmMagie nr. 615