FilmMagie-logo-white

Céline

(1992,
FRA)
(1992,
FRA)
02 februari 1993

Regisseur

Jean-Claude Brisseau

Producer

J.C. Brisseau — LSR — Gaumont

Scenario

Jean-Claude Brisseau

Acteurs

Isabelle Pasco = Céline, Lisa Heredia = Geneviève, Danièle Lebrun, Yves Jeannin

Cinematografie

Romain Winding

Montage

Lise Garcia Martinez

Muziek

Georges Delerue

Prijzen

Filmduur

90 min

Regisseur

Jean—Claude Brisseau behoort tot jonge generatie Franse cineasten, ofschoon hijzelf relatief oud is C1944). Hij volgde een zeer persoon lijke,  bij het maken van films. Hij liep geen filmschool, hij maakte geen filmkritieken. Na 3 televisiefilms realiseerde hij de bioscoopfilms: UN JEU BRUTAL(1982), DE BRUIT ET DE FUREUR(1987) en NOCE BLANCHE(1989). Daarna — als professioneel hoogtepunt tot nu toe — maakte hij CELINE.

Ook als scenarist neemt hij in Céline een andere wending. Vroegere films behandelde hij realistische en sociale problemen. In Céline gaat het uitsluitend over een spiritueel gericht verhaal.

Filmkader

Een groot, afgelegen landhuis De oude Molen—Le vieux Moulin — en een tuin met een reeks monumentale bomen is het landschap waar de film zich bijna uitsluitend afspeelt. Dit landhuis wordt bewoond door Céline Giraud, een jonge schoonheid, dochter van een miljardair, een yuppietype met onbeperkte financiële en andere middelen.

Bij aanvang van de film stort haar zorgeloze leventje in mekaar, als ze de dood verneemt van haar vader, van wie ze slechts het aangenomen kind blijkt te zijn.

Filmverhaal

Brisseau concentreert het filmverhaal volledig op de twee vrouwelijke personages: Céline en Geneviève. Bij de eerste ontmoeting zijn ze vreemden voor elkaar. Geneviève werkt als zelfstandige verpleegster in het dorp en verzorgt de patiënten van de plaatselijke huisdokter. Tussen beiden bestaat er ook een losse. maar toch intieme relatie. Geneviève ontmoet Céline ook voor het eerst op ‘een dramatisch ogenblik. als deze in de gietende regen ineengedoken en onbeschut neerzit op het trottoir. Eerst is er de beeldende kracht van de jonge vrouw, nat van verdriet. Dan komen de verklarende woorden. Céline is haar zelfzeker— heid en haar bestaansgrond kwijt als ze, met de dood van ‘haar’ vader, ook verneemt dat zij een geadopteerd kind is: negatieve gevolgen voor de erfenis en de verloving met de rijke Olivier loopt spaak.

Geneviève heeft in Céline een eigen patiënte gevonden en weet uit eigen ervaring wat ontreddering en wanhoop zijn. Ze voert de troosteloze Céline naar de Oude Molen. Daar probeert Céline zich te verdrinken in de grote vijver, maar de waakzame aanwezigheid van Geneviève verhin— dert deze poging tot zelfdoding.

Brisseau schildert beide jonge vrouwen als gezusters. In het begin treedt Geneviève op als moeder voor Céline. Ze leert haar het huishouden doen en geeft haar medicamenten die haar lichamelijk kalmeren. Door middel van een yoga—therapie helpt zij Céline haar psychisch evenwicht terug te vinden.

Geestelijk geraken beiden sterk op elkaar afgestemd.

Langzaam groeit Céline weg uit de harmonieuze verbondenheid. Zij wordt degene die leidt en beslist. Dat blijkt zeer duidelijk uit de fietssequentie: een jonge man Jacquot nodigt hen uit met zijn wagen een film te gaan kijken. Geneviève reageert enthousiast, Céline weigert. Ze wil de vrij lange weg fietsend afleggen. Langs de weg ontdekken ze dat de jonge man betrokken is geweest bij een dodelijk ongeval. De intuïtieve kracht van Céline heeft hen beiden het leven gered.

De groeiende geestelijke sterkte van Céline blijkt eveneens uit het feit dat zij urenlang yoga beoefent, waarbij ze de natuurlijke grenzen van tijd en ruimte overstijgt. Tijdens zo’n yoga—meditatie is Geneviève getuige van de wonderlijke genezing van Roland, de fysiek gehandicapte jongen. Roland heeft een uitgesproken interesse voor de Egyptische cultuur met de zonnegod Re en Osiris, de populaire God van het dodenrijk, die mensen leiden naar het rijk van het licht.

Kort na de wonderbare genezing ziet Geneviève hoe Céline tijdens een yoga— meditatie een levitatie ondergaat. Lijdende mensen uit het dorp komen naar Céline, hopend op een miraculeuze genezing. Céline kan aan deze hoge verwachtingen niet voldoen en verlaat de Oude Molen. Ze geeft Geneviève de toestemming het landhuis te blijven bewonen en treedt binnen in een klooster. Daar bereidt ze zich voor op de grens van China te gaan werken in dienst van de noodlijdende mensen…

Bespreking

Deze korte samenvatting van het filmverhaal kan wellicht helpen om naar de diepere thema’s te kijken die Brisseau aansnijdt: het thema van de dood en de heropstanding. Terwijl op de klankband het stromende water hoorbaar is, opent de film met een generiek van oud—Egyptische afbeeldingen. De Nesjemt— boot van Osiris, de zonneschijf van Re en de reizende zielen van de doden introduceren het thema van de dood van het lichaam en de verrijzenis van de ziel. De Egyptenaren vereerden Osiris, de god van het dodenrijk, en de god van de heilige boom, de kiemende gewassen en het vruchtbare, overstromende Nijlwater…
In het filmisch portret van het personage Céline beschrijft de maker een spirituele verrijzenis. Door haar te projecteren op een oud— Egyptische beeldwand verschijnt de weg naar een spirituele heropstanding als een blijvend menselijk levensdoel.

Met dit verhaal kiest Brisseau duidelijk voor een film waarin op eigentijdse wijze de geestelijke levensdimensie op de voorgrond komt. In de hedendaagse genotscultuur toont hij de ontdekkirvy van een spirituele levensorde als een genezingsproces. In haar totale, existentiële ontreddering leert Céline afstand doen van wat de hedendaagse cultuur geestelijk leeg maakt. Dit is in de eerste plaats een sexualiteitsbeleving die louter lichaam—grijpend is zonder enige inwendigheid. Ook Geneviève is diep gekwetst geweest door mannelijke sexuele bezitsdrang.

Terwijl Geneviève yoga beoefent als een therapeutische techniek, om een dreigende depressie op afstand te houden, ontdekt Céline yoga als een meditatieve weg waarlangs ze de geestelijke diepte van haar ziel vindt. De filmpoëzie, de filmstijl versterkt in hoge mate de rijkdom van het scenario. In talrijke yoga—sequenties laat de regisseur het personage van Céline vergroeien met de tuin. Hetzelfde gebeurt in de levitatie—sequentie thuis:

Céline wordt helemaal opgenomen in het lichaam van het landhuis. Brisseau geeft een bijzonder sterk portret van het spiritueel verlangen, eigen aan een generatie die geestelijk moe is van een al te lege levenswandel.

Samengelezen door Paul De Vries, aalmoezenier KFL—Antwerpen