Frankrijk - 2002 |
116 minuten - F&Tv 527 | |
Regie: |
Dai Sijie |
|
Scenario: | Dai Sijie en Nadine Perront naar de gelijknamige roman van Sijie |
|
Met: |
Zhou Xun (het meisje), Chen Kun (Luo), Liu Ye (Ma) |
|
Fotografie: | Jean-Marie Dreujou | |
Montage: | Luc Barnier | |
Muziek: | Wang Pujian | |
Productie: | Lisa Fayolle | |
Links: | www.bacfilms.com/balzac |
Film & Televisie nummer 527: Ga naar de bespreking
Hieronder de bespreking zoals bij de vertoning van FilmMagie-Antwerpen
In het China van de late jaren zestig en de vroege jaren zeventig werden intellectuelen in het kader van de zogenaamde culturele revolutie naar het platteland getransporteerd om daar tussen en door de boerenbevolking 'heropgevoed' te worden. Dat was ook het lot van Dai Sijie (°1954). Het heeft niet geholpen want Dai Sijie is intellectueel gebleven en na de dood van voorzitter Mao in 1976 kon hij aan een Chinese universiteit kunstgeschiedenis studeren en in 1984 kwam hij zelfs met een beurs naar Frankrijk. Hij schreef zich in aan de beroemde IDHEC-filmschool en bleef in het Westen. Hij draaide reeds enkele langspeelfilms zoals Chine, ma douleur en Le mangeur de la lune maar hij werd vooral beroemd toen in 2000 zijn - grotendeels autobiografische - debuutroman Balzac et la petite tailleuse chinoise verscheen. Het boek werd reeds in 25 talen vertaald en is door de schrijver zelf tot scenario bewerkt en ook verfilmd.
Twee vrienden, Ma
(rol van Liu Ye) en Luo (Chen Kun), worden voor heropvoeding naar een boerendorp
gestuurd. Hun 'misdaad' is dat zij allebei zonen zijn van intellectuele, dus
reactionaire, dus volksvijandige bourgeois.
Het landschap is erg mooi, idyllisch zelfs; de levens- en werkomstandigheden in
de rijstvelden en in een plaatselijke mijn zijn dat heel wat minder. Het jonge
duo wordt op een mengeling van nieuwsgierigheid en argwaan onthaald. Een
kookboek dat ze toevallig mee hebben wordt verbrand: (géén bourgeoiskeuken
voor revolutionaire boeren!) en de viool van Ma wordt net op tijd van destructie
gered omdat Luo in een briljante wanhoopspoging zijn vriend een sonate laat
spelen en ter plekke verzint dat het muziekstuk 'Kameraad Mozart denkt aan
voorzitter Mao' heet.
Omdat de jongens goede vertellers zijn mogen ze na verloop van tijd van de
dorpschef zo nu en dan in een naburig stadje naar een propagandafilm gaan
kijken, die ze dan nadien aan de dorpsbevolking moeten navertellen. Intussen
hebben Ma en Luo ook kennis gemaakt met het mooie naaistertje uit de titel (Zhou
Xun). Ze kan niet lezen en niet schrijven maar ze houdt wel van de verhaaltjes
die ze van beide - min of meer verliefde - jongens te horen krijgt. Zij zal hen
trouwens ook verklappen dat een van de intellectuele lotgenoten, de zoon van een
schrijver en een dichteres, die bovendien het ongeluk heeft dat hij een bril
draagt, een koffer met 'verboden' want 'vreemde' boeken verborgen houdt. Daarin
vinden de jongens allerlei romans van Flaubert, Hugo, Tolstoj, Dickens, Dumas en
natuurlijk ook Balzac. Het voorlezen kan nu goed beginnen en het feit dat het in
het geniep gebeuren moet, maakt het des te spannender. Het resultaat van deze
vondst maar eigenlijk van het hele systeem van vertellingen, van boeken en
films, leidt tot de - in deze context paradoxale - situatie dat in feite de
'verfoeide' intellectuelen zich inspannen voor de (her)opvoeding van de boeren.
Om
zijn bestseller te mogen verfilmen in de prachtige bergprovincie Sechuen, bewoog
de regisseur hemel en aarde bij de Chinese autoriteiten: de landschappen zijn op
zich al de prijs van het filmticket waard. Misschien is het romantische verhaal
wat al te mooi in beeld gebracht: de natuur is mooi, de muziek is mooi, de drie
hoofdrolspelers zijn mooi, het werk is hard maar nooit levensbedreigend, je
krijgt wel eens de indruk dat die culturele revolutie best meeviel.
De manier waarop de jongens de lokale partijbons om de tuin leiden en 'beweren'
dat hun cultuurbeleven in overeenstemming is met het rode boekje is kostelijk.
De humor biedt een goed tegengewicht voor de romantiek. Dai Sijie is zich bewust
van de smaak van het westerse publiek maar geeft er niet aan toe: Amerikaanse
stroperigheid wordt ons bespaard. Puristen kunnen vallen over een verlies aan
Chinese eigenheid maar voor een breed publiek is deze warme, mooie en geestige
film een ideale ontmoeting met de Aziatische film.
Balzac et la petite tailleuse chinoise is een mooie, van minzame
jeugdnostalgie doordrongen film, helemaal in de lijn van de sprookjesachtige
titel. Uiteraard was die periode van (anti)-Culturele Revolutie geen lachertje
maar liever dan een in politieke kommer en ideologische kwel gedrenkt
filmpamflet te maken, heeft schrijver en filmer Dai Sijie gekozen voor een ander
soort geloofsbelijdenis, namelijk die van het geloof in de bevrijdende kracht
van het boek.
Zelf droomt de schrijver van een volgende stap: de Chinese autoriteiten zo ver
krijgen dat zijn boek ook in het Mandarijnenchinees vertaald zou worden en dat
ook de film aan het Chinese publiek zou vertoond worden.
BRONNEN:
Jan
Temmerman in De Morgen 15/1/2003
Steven De Foer in De Standaard 15/1/2003
Hedwig Van Gerven, FilmMagie-Antwerpen