Regisseur
Producer
Scenario
Acteurs
Cinematografie
Montage
Muziek
Prijzen
Filmduur
Humo’s filmrecensent Erik Stockman keek naar de Bob Dylan-biopic ‘A Complete Unknown’ van James Mangold en met Timothée Chalamet en zag een mooie film die zin geeft om in Dylans discografie te duiken. ‘Chalamet is prima: hij zet de prille minstreel neer als een speelse, zij het ietwat afstandelijke eenzaat die lijkt te voorvoelen dat er voor hem een bijzonder pad ligt uitgestippeld.’
Voor ons is het eerlijk gezegd een beetje lastig om een kundig oordeel te vellen over een biopic over Bob Dylan, om de eenvoudige reden dat wij nauwelijks bekend zijn met zijn levensloop of werk. Uiteraard maakt Dylan tot op zekere hoogte deel uit van ons bestaan: tijdens het bezinningsweekend in de aanloop naar onze plechtige communie stonden wij samen met onze lotgenoten dapper mee te zingen met de Vlaamse versie van ‘Blowin’ in the Wind’: ‘Het antwoord, mijn vriend, blijft hangen in de wind / Oooh het antwoord blijft hangen / in de wind.’ Wij zijn ook fan van ‘Pat Garrett and Billy the Kid’, de western uit 1973 waarvoor Dylan ‘Knockin’ on Heaven’s Door’ schreef en waarin hij de rol van Alias vertolkt, een stille outlaw met een groot talent voor het werpen van raadselachtige blikken en vlijmscherpe messen (Garrett: ‘Who are you?’ Alias: ‘Good question.’). Maar los daarvan zijn wij niet te beroerd om toe te geven dat Dylan één van de vele kunstenaars is van wie wij het oeuvre nog grotendeels moeten ontdekken (idem dito voor Ingmar Bergman, Fjodor Dostojevski en Taylor Swift).
Benadert Timothée Chalamet, live voor de camera zingend, the real thing? Klinkt zijn tongval juist? Zitten er veel fouten, overdrijvingen of verdichtsels in het verhaal? Geen flauw idee. Het valt hoe dan ook te verwachten dat de échte volgelingen van de Kerk van Bob – zij die elke lyric uit het hoofd kennen – met meer argwaan naar ‘A Complete Unknown’ zullen kijken dan wij, en achteraf wellicht ook tot een heel ander oordeel zullen komen. Het zij zo. Wijzelf zagen een mooie en goed gespeelde film die warempel zin geeft om – Spotify, here we come – in Dylans discografie te duiken.
De film vangt aan in 1961, wanneer de jonge minstreel met de gitaarkoffer in de hand in New York arriveert en prompt op zoek gaat naar het hospitaal waar zijn idool Woody Guthrie ligt te vegeteren. In een ontroerende maar naar verluidt gefictionaliseerde scène trakteert de prille Bob zijn afgod op zijn ‘Song for Woody’: jammer genoeg worden Chalamets niet onaardige muzikale vaardigheden in die scène volledig overschaduwd door de surrealistische vaststelling dat Edward Norton, die de rol van de eveneens in de hospitaalkamer aanwezige folkzanger Pete Seeger speelt, als twee druppels water op de Antwerpse politicus Patrick Janssens lijkt.
STOMME BANJO
Seeger, diep onder de indruk, neemt de jongeling onder zijn hoede en bezorgt hem enkele gigs in het folkmuziekcircuit, waar Bobs ster snel begint te rijzen. Dylans opgang in de folkscene culmineert in het Dylan goes electric-moment op het festival van Newport, waar hij tot verbijstering van de puristische folkfans zijn akoestische gitaar inruilt voor een satanische Fender Stratocaster – en één van de vele goede dingen aan ‘A Complete Unknown’ is dat de film ons nog eens met knetterende urgentie inpepert hoe cruciaal dat concert was. Seeger zag in Dylan een profeet die het folkgenre naar het volk zou brengen, tot Bob die droom in Newport aan elektrische diggelen sloeg. In essentie doet ‘A Complete Unknown’ dan ook het relaas van een soort vadermoord. Het is in een fractie van een seconde voorbij, maar in één scène zien we Bob in de gauwte een gepikeerd gezicht opzetten wanneer Seeger weer maar eens aan zijn mouw komt trekken: ‘Ben je daar nou wéér met je stomme banjo?’ hoor je Bob bijna denken. Die scène zegt het allemaal: de leerling laat zijn leermeester achter zich.
Het concert in Newport is het moment waarop de vadermoord zich als in een ultieme showdown voltrekt, maar tot dan baadt ‘A Complete Unknown’ in een mooie, freewheelende bohemiensfeer. We dwalen met Bob door New York City, zien hem op z’n gitaar tokkelen in het Chelsea Hotel, horen het sissen van de pannen in de eethuisjes in Greenwich Village, en terwijl de radio over de rakettencrisis op Cuba bericht, zien we dat enorme talent tot bloei komen. De film komt pas in de problemen als er grote emoties moeten worden geënsceneerd: wanneer Bob staat te bekvechten met zijn lief Sylvie, gebaseerd op de kunstenares Suze Rotolo, zie je hoe Chalamet en Elle Fanning het ineens op ’n acteren beginnen te zetten. Daarbuiten vonden wij Chalamet prima: hij blijft wijselijk weg van een ‘zie mij eens raadselachtig wezen’-pose en zet Dylan behoorlijk aards neer als een speelse, zij het ietwat afstandelijke eenzaat die lijkt te voorvoelen dat er voor hem een bijzonder pad ligt uitgestippeld – de Paul Atreides van de muziek. Wij hebben genoten, en als u ons nu wilt excuseren: wij hebben een oeuvre te ontdekken.
Erik Stockman in Humo op 17 februari 2025
Wil je geen vertoning van FilmMagie missen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!